Bronnen 1.2

Bronnen 1.2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Bronnen 1.2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?


-uitleg bronnen

-opdracht met bronnen



Slide 2 - Tekstslide

Aan het eind van deze les weet je?

-Wat een bron is

- Dat er directe en indirecte bronnen bestaan.

Dat er geschreven en ongeschreven bronnen zijn




Slide 3 - Tekstslide

Bronnen
  • Geschreven bronnen 

  • Ongeschreven bronnen

Slide 4 - Tekstslide

Bronnen
  • Prehistorie: Periode van ongeschreven bronnen

  • Historie: Periode waarin er ook geschreven bronnen zijn 

Slide 5 - Tekstslide

Prehistorie
  • Historie = geschreven geschiedenis

  • Pre = voor

  • Tijd vóór dat mensen konden schrijven 
  • Archeologen zoeken naar deze bronnen

Slide 6 - Tekstslide

...maar ook:
  • Films
  • Interviews
  • Schilderijen

Historici willen altijd meerdere bronnen hebben.

Slide 7 - Tekstslide

Geschreven bronnen
Bronnen die bestaan uit tekst/tekens/getallen:
  • Boeken
  • Brieven
  • Rekeningen
  • Documenten

Slide 8 - Tekstslide



Directe en 
indirecte bronnen

Slide 9 - Tekstslide

Directe bronnen (1)

  • Zijn in de tijd waarover ze gaan gemaakt

  • Zijn meestal gemaakt door iemand die zelf bij de gebeurtenis aanwezig was, maar dat hoeft niet altijd.

Slide 10 - Tekstslide

Directe bronnen (2)

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker leefde in die tijd... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet de waarheid vertelt, zijn mening geeft of niet alle informatie heeft.

Slide 11 - Tekstslide

Directe bronnen (3)
Voorbeelden:

  • Dagboek van Anne Frank
  • Brieven van Lodewijk XVI
  • Meubels uit het paleis van Versailles
  • Filmbeelden van de moord op president Kennedy
  • Foto's uit de Eerste Wereldoorlog
  • Spotprent

Slide 12 - Tekstslide

Indirecte bronnen (1)

  • Zijn gemaakt door iemand die er niet zelf bij was, bijvoorbeeld omdat hij later leefde óf omdat hij ergens anders woonde.

  • Heeft de informatie gekregen via andere bronnen (geschreven of ongeschreven)

Slide 13 - Tekstslide

Indirecte bronnen (2)

  • Kunnen heel betrouwbaar zijn, omdat de maker zijn informatie uit veel bronnen heeft kunnen halen... 

  • ...maar ook onbetrouwbaar, omdat iemand niet bij de gebeurtenis aanwezig was.

Slide 14 - Tekstslide

Een Wikipedia pagina over Napoleon Bonaparte is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 15 - Quizvraag

Het paleis van Versailles is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 16 - Quizvraag

Een filmpje over het paleis van Versailles is een:
A
Indirecte bron
B
Directe bron

Slide 17 - Quizvraag

Ongeschreven bronnen
Bronnen zonder tekst:
  • Gebouwen
  • Voorwerpen
  • Meubels
  • Botten
  • Bodemlagen

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een bron?
A
alles waardoor je iets te weten kunt komen over het verleden.
B
het verleden
C
alles waar je iets te weten kunt komen door het heden.
D
een prehistorische pot

Slide 19 - Quizvraag


Ander woord voor sporen zijn?
A
handafdrukken
B
bronnen
C
verleden
D
brionnen

Slide 20 - Quizvraag

Een hisoricus gaat op zoek naar:
A
aanwijzingen
B
spullen
C
voorwerpen
D
sporen

Slide 21 - Quizvraag

5. (I/1p) Welke zin is niet juist?
A
De prehistorie is de periode waarover we alleen ongeschreven bronnen hebben.
B
De steentijd is de periode van de jager-verzamelaars.
C
In de steentijd bouwde men de eerste huizen van steen.
D
Al in de steentijd waren er contacten tussen de verschillende jager-verzamelaars.

Slide 22 - Quizvraag

Wat is ook alweer een directe bron?
A
Een bron die direct gemaakt wordt.
B
Een bron gemaakt door iemand die er zelf bij was.
C
Een bron die later is gemaakt over een bepaalde tijd.
D
Een bron waar je water uit kunt drinken.

Slide 23 - Quizvraag

Waarom gebruiken we verschillende bronnen om het verleden te bestuderen?
A
Omdat niet elke bron even betrouwbaar is.
B
Omdat we houden van extra huiswerk.
C
Omdat sommige bronnen al niet meer bestaan.
D
Omdat alle bronnen door dezelfde personen gemaakt zijn.

Slide 24 - Quizvraag

Is de afbeelding en directe of een indirecte bron?
A
Direct
B
indirect

Slide 25 - Quizvraag

Prehistorie
Historie
Geschreven bronnen
Ongeschreven bronnen

Slide 26 - Sleepvraag

Is de afbeelding en directe of een indirecte bron?
A
directe
B
indirecte

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een archeoloog?

Slide 28 - Open vraag

Slide 29 - Link

Je doet onderzoek naar een geschiedenis onderwerp naar keuze: De 2e wereldoorlog of de Romeinen:
Zoek een geschreven bron en een ongeschreven bron hierover
Een directe bron en een indirecte bron
Beantwoord daarna de volgende vragen:
Wat kunnen we vertellen met deze bron?

Slide 30 - Tekstslide