Herhaling Köppen + landschapzones

Ik vind het fijn om weer elke dag naar school te mogen
A
Helemaal mee eens
B
Mee eens
C
Mee oneens
D
Helemaal mee oneens
1 / 30
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Ik vind het fijn om weer elke dag naar school te mogen
A
Helemaal mee eens
B
Mee eens
C
Mee oneens
D
Helemaal mee oneens

Slide 1 - Quizvraag

Vandaag
  • Aanpak lessen komende weken
  • Herhaling Köppensysteem
  • Begin maken met landschappen 

Slide 2 - Tekstslide

Komende weken
  • 3 lessen per week: elke les gaat verder met het onderwerp. Voor de hele week is er één weektaak. 
    Klassikale groep: Krijgt fysiek les en instructie
    Thuiswerkgroep: Krijgt online instructie via magister huiswerk + video's

    Bij eerste les in magister zal de weektaak staan. Daarnaast de benodigde materialen voor de thuiswerkles. Zelfde geldt voor de andere lessen. 


Slide 3 - Tekstslide

Verschillende route, zelfde doel
Groep A
Groep B
Toets

Slide 4 - Tekstslide

Deze week 1 t/m 5 maart
Les 1  Klimaatsysteem van Köppen (HH)          (maken opdr.  23 t/m 25)
Hoe is Köppen tot de indeling van het Köppensysteem gekomen? (of: de relatie kunnen beschrijven tussen de natuurlijke zones en de klimaatgebieden op aarde)
De klimaten A t/m E kennen en op een klimaatgrafiek kunnen herkennen (dus ook een klimaatgrafiek goed kunnen aflezen)

Les 2 en 3  Landschapszones (natuurlijke plantengroei) & de mens
      (Maken opdr. 28 t/m 30)
Wat zijn landschapszones?
Welke landschapsfactoren zijn van invloed op de vorming van de verschillende natuurlijke zones?(de invloed kunnen omschrijven het klimaat, de gesteenten, het reliëf en de mens op de natuurlijke zones)


Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen klimaatsysteem Köppen:
  • Je weet welke 5 hoofdklimaten (letters) Köppen onderscheidt.
  • Je weet welke 3 letters Köppen gebruikt voor de neerslagverdeling.
  • Je kunt per klimaat de temperatuurgrenzen en neerslagverdeling noemen.
  • Je kunt a.d.h.v een klimaatgrafiek bepalen welk klimaat is weergegeven.

Slide 6 - Tekstslide

Koppensysteem

Slide 7 - Tekstslide

Köppen heeft zijn classificatie bedacht aan de hand van (1 goed):
A
Temperatuur
B
Neerslag
C
Vegetatie
D
bodemsoort

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Er zijn vijf hoofdgroepen in de klimaatclassificatie van Köppen: Waar staan de letters A, B, C, D en E voor?

Slide 10 - Open vraag

In het droge klimaat heb je de hoofdletter B + een andere hoofdletter. Welke van de volgende combinaties bestaat niet.
A
BW
B
BS
C
BF

Slide 11 - Quizvraag

Bij het zeeklimaat (C) en het landklimaat (D) heb je drie mogelijke letters die hierachter kunnen. Welke letter + betekenis klopt niet
A
w - in de winter neerslag
B
w - in de winter droog
C
s- in de zomer droog
D
f- geen droge tijd

Slide 12 - Quizvraag

D-klimaat
  • Landklimaat (Df, Ds en Dw)
  • Koudste maand < - 3°C
  • Verdere onderverdeling:
  1. f: fehlt = er is geen droge periode
  2. s: sommertrocken = in de zomer valt geen neerslag
  3. w: wintertrocken = in de winter valt geen neerslag

Slide 13 - Tekstslide

s =  sommertrocken; droge zomer – regenperiode is in de winter [Mediteraan klimaat]
w = wintertrocken;    droge winter – regenperiode in de zomer
f =    fehlt;                      er is geen regenperiode – het hele jaar door valt er neerslag 
W = Woestijn; S = Steppe; T = Toendra; H = Hooggebergtev F=Frozen (hele jaar onder nul)

Slide 14 - Tekstslide

Welke vragen moet je stellen:
  1. Hoeveel neerslag valt er in het jaar? (heb je te maken met een B-klimaat?)
  2. Wat is de temperatuur in de warmste maand, welke maand?
  3. Wat is de temperatuur in de koudste maand, welke maand?
  4. Ligt de plaats op het NH of ZH?
  5. Is er sprake van een droge tijd? (A=<50mm, C of D=<30mm)
  6. Zo ja welk seizoen?
  7. temperatuurgrenzen bepalen hoofdletter, neerslagverdeling bepaalt kleine letter.

Slide 15 - Tekstslide


A
BS
B
ET
C
Df
D
EF

Slide 16 - Quizvraag


A
Cs
B
Cw
C
Ds
D
Dw

Slide 17 - Quizvraag


A
Cs
B
Cw
C
BW
D
Ds

Slide 18 - Quizvraag


A
Af
B
As
C
Cs
D
Aw

Slide 19 - Quizvraag


A
EF
B
EH
C
ET
D
Et

Slide 20 - Quizvraag

Opdrachten die hier bij horen:
23, 24 en 25

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Welke vragen moet je stellen:
  1. Hoeveel neerslag valt er in het jaar? (heb je te maken met een B-klimaat?)
  2. Wat is de temperatuur in de warmste maand, welke maand?
  3. Wat is de temperatuur in de koudste maand, welke maand?
  4. Ligt de plaats op het NH of ZH?
  5. Is er sprake van een droge tijd? (A=<50mm, C of D=<30mm)
  6. Zo ja welk seizoen?
  7. temperatuurgrenzen bepalen hoofdletter, neerslagverdeling bepaalt kleine letter.

Slide 24 - Tekstslide


A
ET
B
EF
C
EH
D
Et

Slide 25 - Quizvraag

Wat voor klimaat zie je hier volgens Koppen?
A
Af
B
EH
C
EF
D
ET

Slide 26 - Quizvraag

Welk klimaat is dit?
A
Aw
B
BS
C
Cf
D
Af

Slide 27 - Quizvraag

Welk klimaat heeft Nederland volgens het klimaatsysteem van Köppen?
A
Cf
B
Cs
C
Cw
D
Df

Slide 28 - Quizvraag


A
Cf
B
Df
C
Af

Slide 29 - Quizvraag

A-klimaat
B-Klimaat
C-klimaat
D-klimaat
E-klimaat
Pool
Toendra
Hooggebergte
Mediterraan
Zeeklimaat
Steppe
Woestijn
Savanne
Regenwoud
Landklimaat

Slide 30 - Sleepvraag