Lezen 1.3 - les 2 - tekstdoel, -soort, -vorm, hoofdgedachte HH

Herhalen 1.3 Lezen

Al begonnen met de leestaak?
Die moet maandag af zijn, ga ik controleren.


1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhalen 1.3 Lezen

Al begonnen met de leestaak?
Die moet maandag af zijn, ga ik controleren.


Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we al herhaald?

Leesstrategieën 
De zeven tekstverbanden + signaalwoorden


Slide 2 - Tekstslide

1.3 Lezen - Les 2


Vandaag herhaal ik:
  • tekstdoelen, tekstsoorten en tekstvormen
  • titel en onderwerp
  • hoofdgedachte



Slide 3 - Tekstslide

Welke vier tekstdoelen ken je?


Slide 4 - Open vraag

De praktijk

Wat zijn de tekstdoelen van de volgende vier teksten?

Wat wil de schrijver ermee bereiken bij jou als lezer?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Tekstdoel, tekstsoort en tekstvorm (p. 26)






> Tekstdoel is altijd een werkwoord. 
> Tekstsoort als altijd een tegenwoordig deelwoord (werkwoord + d)
tekstdoel
uitleg
tekstsoort
vorm
informeren
de lezer informatie geven
informerende tekst
verslag
overtuigen
de lezer overtuigen (mening)
betogende tekst
boekbespreking
activeren
de lezer iets laten doen
activerende tekst
advertentie
amuseren

de lezer vermaken
amuserende tekst
stripboek

Slide 10 - Tekstslide

Titel en onderwerp
De titel (kop) staat bovenaan de tekst.
De titel geeft vaak een aanwijzing over het onderwerp.
In kranten of tijdschriften: ook vaak een ondertitel of boventitel

Het onderwerp vind je vaak in de titel en in de eerste alinea.

Bekijk de volgende voorpagina.

Slide 11 - Tekstslide

Titel en onderwerp 

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van dit nieuwsbericht? (max 3 woorden)

Slide 13 - Woordweb

Hoofdgedachte van een tekst
Het belangrijkste wat de schrijver zegt. Zoek deze in inleiding en/of slot van de tekst. De hoofdgedachte geeft meestal in één of twee zinnen kort weer waar de tekst over gaat.

Slide 14 - Tekstslide

Main idea of a text
dfg



Main idea c
                The main idea of a text
c                        c              contains information or an opinion.
The most important thing the writer says. Look for this in the introduction and/or conclusion of the text. The main idea usually briefly states what the text is about in one or two sentences .

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag - 10 minuten



Ga verder met de leestaak op p. 31 van Boek A
> opdracht 16 t/m 23 (bij tekst 3).

Slide 17 - Tekstslide

Bedenk een hoofdgedachte
met alleen feiten/informatie bij het onderwerp "President Trump"

Slide 18 - Woordweb

Bedenk een hoofdgedachte van een betoog (mening en argument) bij het onderwerp "President Trump"

Slide 19 - Woordweb

Aan de slag - 10 minuten



Ga verder met de leestaak op p. 31 van Boek A
> opdracht 16 t/m 23 (bij tekst 3).

Slide 20 - Tekstslide