H5_les2+3_want_dus_argumentatieschema's_drogredenen




Herhalen theorie Argumentatie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les




Herhalen theorie Argumentatie

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
- Weet je weer welke argumentatiestructuren er zijn
- Kun je een blokjesschema tekenen bij een argumentatie
- Weet je wat een drogreden is
- Weet je welke drogredenen we onderscheiden
- Kun je verschillende drogreden herkennen en benoemen

Slide 2 - Tekstslide

Planning deze les
Tweede lesuur:

  • Theorie drogredenen
  • Boekpromotie
  • zelfstandig werken/leesboek halen en/of lezen
Eerste lesuur:

  • herhalen theorie soorten argumenten
  • theorie argumentatie-structuur + schema's
  • zelfstandig werken aan weekopdrachten

Slide 3 - Tekstslide

Soorten argumenten
feiten/onderzoek
ervaring (=empirisch)
autoriteit/gezag
vergelijking (=analogie)
voorbeeld
nut/(on)gewenst gevolg
veronderstelling/vermoeden
persoonlijke overtuiging/geloof (=moreel)
emoties

Slide 4 - Tekstslide

Omdat de overheid veel geld kwijt is aan zorgkosten, moet roken helemaal verboden worden.

Soort argument?
A
feitelijk argument
B
ervaringsargument
C
gezagsargument
D
vergelijkingsargument

Slide 5 - Quizvraag

'Ik kon me goed inleven in het verhaal: elke keer als de hoofdpersoon verdrietig was, werd ik zelf ook een beetje verdrietig.'

Wat voor soort argument is dit?
A
gezagsargument
B
emotioneel argument
C
moreel argument
D
vergelijkingsargument

Slide 6 - Quizvraag

3 vormen van argumenteren
  1. Enkelvoudige argumentatie
  2. Nevenschikkende argumentatie
  3. Onderschikkende argumentatie

Slide 7 - Tekstslide

Herhaling basisschema's
Enkelvoudige argumentatie
Nevenschikkende argumentatie
Onderschikkende argumentatie

Slide 8 - Sleepvraag

Let op
Je hoeft niet alle blokjes te gebruiken

Slide 9 - Tekstslide

Je kunt beter met de trein gaan dan met de auto. Je hebt meer dan één glas bier op en er wordt veel gecontroleerd de laatste tijd.
Standpunt
Argument 1
Subargument 1
Argument 2
Subargument 2
Je kunt beter met de trein gaan dan met de auto.
Je hebt meer dan één glas bier op
Er wordt veel gecontroleerd de laatste tijd.

Slide 10 - Sleepvraag

Onze stamkroeg is er met de nieuwe eigenaar niet op vooruitgegaan. De bediening is nu erg slecht. Ik heb laatst een half uur moeten wachten vóór ik kon bestellen.
Standpunt
Argument 1
Subargument 1
Argument 2
Subargument 2
De bediening is nu erg slecht.
Ik heb laatst een half uur moeten wachten vóór ik kon bestellen.
Onze stamkroeg is er met de nieuwe eigenaar niet op vooruitgegaan. 

Slide 11 - Sleepvraag

Je kunt maar beter niet op Texel wonen. Het waait er altijd en het leven is er erg duur. Alles moet immers met de boot gebracht worden.
Standpunt
Argument 1
Subargument 1
Argument 2
Subargument 2
Alles moet immers met de boot gebracht worden.
Het waait er altijd
Je kunt maar beter niet op Texel wonen.
Het leven is er erg duur

Slide 12 - Sleepvraag

Ik kan goed onderscheid maken tussen standpunt en (sub)argumenten
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Argumentatieschema's
- oorzaak en gevolg
- kenmerk of eigenschap
- voor- en nadelen
- voorbeelden
- vergelijking
- autoriteit

Slide 14 - Tekstslide

Het Nederlands verloedert, want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
C
argumentatie op basis van een kenmerk
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 15 - Quizvraag

Ik geloof niet dat de VS en hun bondgenoten de strijd tegen IS alleen met bombardementen kunnen winnen. Heb je dat commentaar van die Amerikaanse generaal gisteren in Nieuwsuur niet gehoord?
A
Argumentatie op basis van overeenkomst
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van een voorbeeld

Slide 16 - Quizvraag

Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Heb is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen goed door het vaak te doen.
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van autoriteit
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van een voorbeeld

Slide 17 - Quizvraag

Het nieuwe seizoen van Mocro Maffia is een serie die knettert van ambitie volgens de recensent van de Volkskrant.
A
Argumentatie op basis van vergelijking
B
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 18 - Quizvraag

Als je meer gaat trainen, zullen je hockeyprestaties wel verbeteren, maar je zult op school wel problemen gaan krijgen om alles bij te houden. Als je het niet erg vindt om een jaartje langer over je school te doen, zou ik die trainingen erbij gaan doen.
A
Argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg
C
Argumentatie op basis van een kenmerk of eigenschap
D
Argumentatie op basis van autoriteit

Slide 19 - Quizvraag

Ik kan goed bepalen met welke argumentatiestructuur ik te maken heb.
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll

To do...
 Online:
OpNiveau blok 3 Argumenteren - Lezen argumenteren en bijzonder taalgebruik - Startopdracht 2 + opdr. 3 + opdr. 4

Boek: 
maak startopdr. 2 op blz. 175-177 +
opdr. 3 op blz. 178-180

Slide 21 - Tekstslide

Drogredenen
Drogreden = fout in de argumentatie

  • verkeerd beroep op een argumentatieschema
  • overtreden van een discussieregel

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Video

onjuist gebruik argumentatieschema's
  • onjuist oorzaak-gevolg
  • onjuist kenmerk/ eigenschap
  • overdrijven voor- of nadelen
  • vals dilemma
  • overhaaste generalisatie
  • verkeerde vergelijking
  • onjuiste autoriteit
overtreden van een discussieregel
  • persoonlijke aanval
  • ontduiken bewijslast
  • cirkelredenering
  • vertekenen standpunt
  • bespelen van publiek

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen

Slide 27 - Tekstslide

De jury bij de turnwedstrijd had geen enkele fout gemaakt. Dat vond premier Rutte ook.
A
cirkelredenering
B
onjuist oorzaak-gevolg
C
overhaaste generalisatie
D
onjuiste autoriteit

Slide 28 - Quizvraag

Ieder weldenkend mens zal het ermee eens zijn dat Wilders een slechte politicus is.
A
bespelen van publiek
B
vertekenen van standpunt
C
persoonlijke aanval
D
onjuiste autoriteit

Slide 29 - Quizvraag

Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.

A
onjuist oorzaak-gevolg
B
vals dilemma
C
ontduiken bewijslast
D
cirkelredenering

Slide 30 - Quizvraag

Ik vind dit een goed plan. Bent u het niet met mij eens? Kom dan eerst maar eens met argumenten!
A
onjuist oorzaak-gevolg
B
bespelen van publiek
C
ontduiken bewijslast
D
verkeerde vergelijking

Slide 31 - Quizvraag

Welke theorie moet nog (eens) worden herhaald?

Slide 32 - Open vraag

To do...
 Online:
OpNiveau blok 3 Argumenteren - Lezen argumenteren en bijzonder taalgebruik - Startopdracht 2 + opdr. 3 + opdr. 4

Boek: 
maak startopdr. 2 op blz. 175-177 +
opdr. 3 op blz. 178-180

Slide 33 - Tekstslide