2.1 romeinen - orientatie

Lesopzet
K: Presentatie > 2.1 Romeinen- Oriëntatie
Z: 2.1 maken. 
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lesopzet
K: Presentatie > 2.1 Romeinen- Oriëntatie
Z: 2.1 maken. 
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 

Slide 1 - Tekstslide

Romeinen


1. Oriëntatie 

Slide 2 - Tekstslide

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
Je weet dat Romeinen vechten belangrijk vinden. 
Je weet welke gebieden de Romeinen hebben veroverd. 

Slide 4 - Tekstslide

Je weet dat Romeinen vechten belangrijk vinden.

Slide 5 - Tekstslide

Het ontstaan van Rome

Slide 6 - Tekstslide

Sabijnse Vrouwenroof

Slide 7 - Tekstslide

Video gladiatoren

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video


Brood en spelen: Gladiatoren

Veel gladiatoren zijn/waren slaven.
  • Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur. 
  • Gladiatoren worden opgeleid door een  lanista in een gladiatorenschool.

Slide 10 - Tekstslide

Ze trainden hiervoor op gladiatorenscholen. 

Slide 11 - Tekstslide

Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.

Slide 12 - Tekstslide

Morituri te salutant
  • Een fabeltje uit de filmwereld

  • Gladiatoren niet zo maar doden want...
  • er is in hem geïnvesteerd met voeding, training en verzorging.
  • gladiatoren zijn razend populair!

Slide 13 - Tekstslide

Weetje
Romeinse vrouwen kochten zelfs parfums die het zweet van de gladiatoren bevatten...

Heerlijk!

Slide 14 - Tekstslide

Waarom Gladiatorengevechten?
  • 'Brood en spelen' van de keizer
  • Populariteit (Hoe meer spelen, hoe geliefder bij het volk  / Sociale contacten onderhouden)
  • Macht uitstralen: Beslist over leven/dood

Slide 15 - Tekstslide

Amfitheater?!
ἀμφι = rondom  
θεατρον = theater
=> 2 theaters tegen elkaar

rond een arena (zandvlakte) trappen als zitplaatsen



Slide 16 - Tekstslide

Begin van de spelen
De executies gebeuren op wrede wijze. Wat jullie hier zien, wordt 'condemnatio ad bestias' genoemd. (Veroordeling tot de wilde beesten)

Slide 17 - Tekstslide

Namiddag
Gladiatorenspelen
3 bekende types gladiatoren

Slide 18 - Tekstslide

Soorten Gladiatoren
Retiarius
  • blootshoofds
  • drietand
  • net

Slide 19 - Tekstslide

Thraex
klein schild
opvallende helm
beenbeschermers
kromzwaard

Slide 20 - Tekstslide

Murmillo
Murmillo
groot, zwaar schild
ook opvallende helm
meestal 1 beenplaat
recht zwaard

Slide 21 - Tekstslide


Rome

Slide 22 - Tekstslide


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 23 - Tekstslide

Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.

Slide 24 - Tekstslide

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 25 - Tekstslide

Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.

Slide 26 - Tekstslide

Het wagenrennen was levensgevaarlijk. Snelheden van meer dan 70 km/u kwamen voor, en in de smalle bochten was het dringen geblazen. Het publiek vond het prachtig. Overigens ook om met elkaar op de vuist te gaan: als hun renner niet had gewonnen, gingen hooligans met elkaar in gevecht.

Slide 27 - Tekstslide

Video
Rome Reborn 2.2:
Een computeranimatie van het Oude Rome

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Je weet welke gebieden de Romeinen hebben veroverd. 

Slide 30 - Tekstslide


Het Romeinse Rijk groeit!

  • Wat begon als een kleine stad groeit in een paar eeuwen uit tot een enorm rijk.
  • Legeraanvoerders, zoals Julius Caesar, veroveren grote delen van Europa.

  • Op deze kaart zie je de veroveringen tussen 500 v. Chr. tot ongeveer 40 v. Chr.

Slide 31 - Tekstslide

video groei Romeinse Rijk

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

Lesopzet
K: Presentatie > 2.1 Romeinen- Oriëntatie
Z: 2.1 maken. 
Z: Klaar? Verder met je studiewijzer. 

Slide 34 - Tekstslide