Persoonlijkheidsstoornissen Cluster C

Persoonlijkheidsstoornissen Cluster C
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Persoonlijkheidsstoornissen Cluster C

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

- Terugblik
- Theorie cluster c
- Behandelingen
- Oefenvragen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

terugblikken
terugblikken
terugblikken

terugblikken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken persoonlijkheidsstoornis
Temperament
Opvoeding
Sociale factoren
Levenservaring
De samenhang tussen deze oorzaken is belangrijker dan de individuele oorzaken.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijkheidsstoornissen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster C
Vermijdende-persoonlijkheidsstoornis (voorheen ontwijkende): een aanhoudend patroon van sociale geremdheid, gevoelens van tekortschieten en overgevoeligheid voor een mogelijk negatief oordeel.

Afhankelijke-persoonlijkheidsstoornis: een aanhoudend patroon van onderdanig en aanklampend gedrag dat samenhangt met een overmatige behoefte om verzorgd te worden.

Dwangmatige-persoonlijkheidsstoornis (voorheen obsessieve-compulsieve): een aanhoudend patroon van gepreoccupeerd bezig zijn met ordelijkheid, perfectionisme en controle.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
Mensen met een vermijdende persoonlijkheidsstoornis hebben een chronische angst voor afwijzing en kritiek.

Slide 8 - Tekstslide

Leg uit wat de symptomen van een vermijdende persoonlijkheidsstoornis zijn en bespreek hoe deze stoornis kan worden behandeld.

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
Mensen met een afhankelijke persoonlijkheidsstoornis worden vaak gezien als erg aardig, lief en behulpzaam. Meningsverschillen gaan ze het liefst uit de weg, want het uiten van een eigen mening kan ertoe leiden dat je ruzie krijgt, of erger nog, dat de ander je verlaat.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
  • Moeite met nemen van alledaagse beslissingen
  • Neemt geen eigen verantwoordelijkheid
  • Uit eigen mening niet
  • Komt zelf niet tot initiatief
  • Doet alles voor steun
  • Vervangt snel een relatie


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afhankelijke persoonlijkheidsstoornis
Pas op voor pleasen!

Zorg voor een veilige omgeving

Zelfredzaamheid bevorderen

Stimuleer eigen keuze maken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwangmatige persoonlijkheidsstoornis
Mensen met een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis hebben een obsessieve behoefte aan controle en perfectionisme.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit wat de symptomen van een dwangmatige persoonlijkheidsstoornis zijn en bespreek hoe deze stoornis kan worden behandeld.

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Disney prinsessen en hun problematiek
Elsa


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Vermijdend
B
Afhankelijk
C
Dwangmatig
D
Geen van allen

Slide 19 - Quizvraag

Elsa: Vermijdend.
Ze duwt iedereen weg die te dicht bij haar komen. Ze loopt weg om alleen te zijn. Ze vlucht naar haar ijspaleis. Ze wilt alles alleen doen en stippelt haar eigen pad uit bij frozen 2.
Assepoester

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Vermijdend
B
Afhankelijk
C
Dwangmatig
D
Geen van allen

Slide 21 - Quizvraag

Assepoester: Afhankelijk. Ze houdt zich afhankelijk en klein. Wachten op de prins.
Ariël

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Vermijdend
B
Afhankelijk
C
Dwangmatig
D
Geen van allen

Slide 23 - Quizvraag

Ariël: Dwangmatig, een obsessie voor mensen en hun spullen wat ze in een grot verzameld.
Prinsessen
Elsa: Vermijdend. 
Ze duwt iedereen weg die te dicht bij haar komen. Ze loopt weg om alleen te zijn.  Ze vlucht naar haar ijspaleis. Ze wilt alles alleen doen en stippelt haar eigen pad uit bij frozen 2.

 
Assepoester: Afhankelijk. Ze houdt zich afhankelijk en klein. Wachten op de prins.

Ariël: Dwangmatig, een obsessie  voor mensen en hun spullen wat ze in een grot verzameld.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandelingen persoonlijkheidsstoornissen
Schematherapie: je eigen schema's, overtuigingen en denkpatronen leren kennen.
Dialectische gedragstherapie: eerst anders doen, dan ga je anders denken.
Korte termijn groepspsychotherapie: doel is afname van angst voor emoties.
MBT = Mentalization-based Treatment (borderline): je leert je eigen emoties, gevoelens, acties én die van anderen begrijpen en verklaren vanuit achterliggende gevoelens, gedachten, behoeften en motivatie. Dat leren begrijpen wordt mentaliseren genoemd.
Ondersteuningsgroep borderline persoonlijkheidsstoornis: ondersteuningsgroep familieleden
VERS-training (borderline) = Vaardigheidstraining EmotieRegulatieStoornis: Hierbij worden emoties voorgesteld als pannen waarin de oplopende emoties steeds meer gaan borrelen en uiteindelijk overkoken. Je leert wat jij zelf en wat je naasten kunnen doen, om oplopende emoties beter te hanteren. 


Slide 25 - Tekstslide

Korte termijngroepstherapie: Doel is te leren om lastige gevoelens zoals angst, schaamte, pijn en schuld niet langer te vermijden en zo ruimte te maken voor verborgen, adaptieve gevoelens. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Het opsporen, beïnvloeden en veranderen van de schema’s en valkuilen. 

Het uitgangspunt bij schemagerichte therapie is dat bepaalde (vroege) ervaringen in combinatie met iemands temperament hebben geleid tot bepaalde schema’s. Schema’s bepalen hoe je kijkt naar jezelf, naar anderen en naar de wereld om je heen. 

18 schema's 

Slide 29 - Video

Eerst anders doen, dan ga je anders denken.

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot: mini quiz

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cluster A
Cluster B
Cluster C
Excentriek, vreemd
Dramatisch, emotioneel, labiel
Angstig, nerveus
Paranoïde/Schizoïde/
Schizotypische 
persoonlijkheidsstoornis
Borderline/Antisociale/ Narcistische/
Theatrale/Histrionische persoonlijkheidsstoornis
Afhankelijke/Vermijdende
Dwangmatige (obsessief-compulsieve) 
persoonlijkheidsstoornis

Slide 32 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een obsessieve-compulsieve stoornis?
A
Last van claustrofobie
B
Langere tijd overdreven angstig en bezorgd
C
Extreem bang zijn bij lichamelijke klachten
D
Last van dwanggedachten of dwanghandelingen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Welke kenmerken horen bij cluster B persoonlijkheidsstoornissen?
A
vreemd of excentriek
B
moeite met beheersen van impulsen en emoties
C
angstige of gespannen, grote mate van controle
D
geen flauw idee

Slide 34 - Quizvraag

Wat is cluster A persoonlijkheidsstoornis?
De persoonlijkheidsstoornissen die vallen onder Cluster A hebben kenmerken die vaak worden omschreven als 'vreemd' of 'excentriek'. Tot dit cluster horen 3 typen: de paranoïde, schizoïde en schizotypische persoonlijkheidsstoornis.

Tot cluster B behoren mensen die zeer verhit kunnen reageren, impulsief zijn en het moeilijk vinden om met hun emoties om te gaan.
borderline persoonlijkheidsstoornis.
antisociale persoonlijkheidsstoornis.
theatrale persoonlijkheidsstoornis.
narcistische persoonlijkheidsstoornis.

Wat betekent cluster C?
De persoonlijkheidsstoornissen die vallen onder cluster C hebben vaak kenmerken die worden omschreven als angstig, gespannen en grote mate van controle. Tot dit cluster behoren 3 typen: de afhankelijke, vermijdende en dwangmatige (obsessief-compulsieve) persoonlijkheidsstoornis.

Tom is het liefst alleen. Is achterdochtig als zijn zus hem op zoekt. Zijn zus begrijpt niet wat hij zegt. Er is geen touw aan vast te knopen. Hij is excentriek gekleed.
A
Borderline
B
Vermijdende persoonlijkheidsstoornis
C
Antisociale persoonlijkheidsstoornis
D
Schizotypische persoonlijkheidsstoornis

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de kenmerken bij een borderline persoonlijkheidsstoornis?
A
Weinig contact met anderen en leven vaak geïsoleerd
B
Moeite met aangaan en in stand houden van relaties en zijn vaak impulsief
C
Dwangmatig handelen en onzelfstandig

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vragen?

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie
In deze les..
heb ik actief meegedaan en heb ik iets geleerd
heb ik actief meegedaan, maar had ik meer kunnen leren
had ik actiever mee kunnen doen, ik heb niets geleerd

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies