a1b - woordsoorten - bijvoeglijke naamwoorden

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Wat weet je nog van een zelfstandig naamwoord?             (5 min.)
Opdracht 2 (blz. 31) van het huiswerk nakijken.                    (5 min.)

Uitleg woordsoorten (taalkundig ontleden) - 
het bijvoeglijke naamwoord (blz. 60)                                          (5 min.)
Zelf oefening 1, 2 en 3 blz. 60 en 61 maken                              (10 min.

Kahoot!                                                                                                      (10 min.)


Slide 2 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 1 - blz.31

Slide 3 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 1 - blz.31

Slide 4 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 2 - blz.31

Slide 5 - Tekstslide

vervolg uitwerking opdracht 2 - blz. 31

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Doel van vandaag is
leren over (stoffelijkebijvoeglijke naamwoorden en deze kunnen herkennen.

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden (bn) blz. 60
Bijvoeglijke naamwoorden (bn) zeggen iets over het zelfstandig naamwoord. 

Vb. Sylvester Stallone is een stoere filmster. 
de stoere -> filmster

Slide 9 - Tekstslide

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
 (st.bn) blz. 60
Bijvoeglijke naamwoorden (bn) zeggen iets over de stof van het  zelfstandig naamwoord en staat altijd voor het zelfst. nw. en eindigt op -en, maar niet altijd!
Deze vorm (st.bn.) kent geen trappen van vergelijking!

Vb. een gouden horloge, een plastic mand.

Slide 10 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord kan ook zowel voor als achter een zelfstandig naamwoord staan. 

vb. Die zangeres is heel goed.
vb. Dat is echt een goede zangeres.

Slide 11 - Tekstslide

Hoe schrijf je een bn?
Een gewoon bn. schrijf je zo kort mogelijk. Maar kan verschillen door het lidwoord dat ervoor staat.
het beroemde museum, een beroemd museum

Een st.bn. eindigt meestal op -en.

Een bn. kent ook de trappen van vergelijking.

Slide 12 - Tekstslide

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden niet op -en:
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden wel op -en:

Slide 13 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoord gemaakt van een werkwoord
Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn gemaakt van een werkwoord. 
Vb. spelen - gespeeld (vd) - spelend (ovd)


Slide 14 - Tekstslide

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt dat wordt het bijvoeglijke naamwoord lang met -en geschreven.

Het voltooid deelwoord eindigt op -en -> bn. dan ook. 


Slide 15 - Tekstslide

Zelf aan de slag



Maak opdracht 1, 2 en 3 blz. 61
Wat niet klaar is, is huiswerk voor maandag 14 februari.
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide