H2 Bijvoeglijk naamwoord

Wat gaan we doen?
- Planning doornemen

- Wat weet je nog van een zelfstandig naamwoord?          
Opdracht 2 (blz. 31) van het huiswerk nakijken.                

- Uitleg woordsoorten (taalkundig ontleden) - het bijvoeglijke naamwoord (blz. 60)                                      
- Zelf oefening 2 en 3 blz. 60 en 61 (maken) bespreken.                       

                                                                                            


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen?
- Planning doornemen

- Wat weet je nog van een zelfstandig naamwoord?          
Opdracht 2 (blz. 31) van het huiswerk nakijken.                

- Uitleg woordsoorten (taalkundig ontleden) - het bijvoeglijke naamwoord (blz. 60)                                      
- Zelf oefening 2 en 3 blz. 60 en 61 (maken) bespreken.                       

                                                                                            


Slide 1 - Tekstslide

Planning t/m toetsweek
Deze week:
- Proefwerk 'creatief schrijven' over je gelezen boek.
- Herhalen grammatica woordsoorten: zelfstandig en bijvoeglijk naamwoord.
- Nieuwe stof: persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord (blz. 90) én
- zelfstandig, hulp- en koppelwerkwoord (blz. 120).



Slide 2 - Tekstslide

Lesstof toetsweek
Het proefwerk in de toetsweek gaat over: grammatica - woordsoorten
- De Brug - blz. 255 tot en met blz. 260
- zelfstandig naamwoord - blz. 30
- bijvoeglijk naamwoord - blz. 60
- persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord - blz. 90
- zelfstandig, hulp- en koppelwerkwoord - blz. 120
- aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord - blz. 150
- voorzetsels en bijwoord - blz. 180

Slide 3 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 2 - blz.31

Slide 4 - Tekstslide

vervolg uitwerking opdracht 2 - blz. 31

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Doel van vandaag is
leren over (stoffelijkebijvoeglijke naamwoorden en deze kunnen herkennen.

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoorden (bn) blz. 60
Bijvoeglijke naamwoorden (bn) zeggen iets over het zelfstandig naamwoord. 

Vb. Sylvester Stallone is een stoere filmster. 
de stoere -> filmster

Slide 8 - Tekstslide

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden
 (st.bn) blz. 60
Bijvoeglijke naamwoorden (bn) zeggen iets over de stof van het  zelfstandig naamwoord en staat altijd voor het zelfst. nw. en eindigt op -en, maar niet altijd!
Deze vorm (st.bn.) kent geen trappen van vergelijking!

Vb. een gouden horloge, een plastic mand.

Slide 9 - Tekstslide

Een bijvoeglijk naamwoord kan ook zowel voor als achter een zelfstandig naamwoord staan. 

vb. Die zangeres is heel goed.
vb. Dat is echt een goede zangeres.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe schrijf je een bn?
Een gewoon bn. schrijf je zo kort mogelijk. Maar kan verschillen door het lidwoord dat ervoor staat.
het beroemde museum, een beroemd museum

Een st.bn. eindigt meestal op -en.

Een bn. kent ook de trappen van vergelijking.

Slide 11 - Tekstslide

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden niet op -en:
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden wel op -en:

Slide 12 - Tekstslide

Bijvoeglijke naamwoord gemaakt van een werkwoord
Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn gemaakt van een werkwoord. 
Vb. spelen - gespeeld (vd) - spelend (ovd)


Slide 13 - Tekstslide

Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt
Voltooid deelwoord bijvoeglijk gebruikt dat wordt het bijvoeglijke naamwoord lang met -en geschreven.

Het voltooid deelwoord eindigt op -en -> bn. dan ook. 


Slide 14 - Tekstslide

Zelf aan de slag


Maak opdracht 2 en 3 blz. 61
Na 12 minuten bespreken we de opdrachten. 
Klaar? Dan pak je je leesboek of je vergelijkt jouw antwoorden alvast met die van je buur.
timer
12:00

Slide 15 - Tekstslide

Antwoorden opdracht 1



Maak opdracht 1, 2 en 3 blz. 61
Wat niet klaar is, is huiswerk.

Slide 16 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 1 (blz. 60)

Slide 17 - Tekstslide

Vervolg opdracht 1 (blz. 60)

Slide 18 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 2 (blz. 61)

Slide 19 - Tekstslide

Uitwerking opdracht 3 (blz. 61)

Slide 20 - Tekstslide

vervolg opdracht 3 (blz. 61)

Slide 21 - Tekstslide

vervolg opdracht 3 (blz. 61)

Slide 22 - Tekstslide

Je kunt en weet nu...



... wat een bijvoeglijk naamwoord is en hoe je ze correct schrijft.

Slide 23 - Tekstslide