H5.4 afstand-tijddiagram

H5.4 afstand-tijddiagram
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H5.4 afstand-tijddiagram

Slide 1 - Tekstslide

Een versnelde beweging herken je in een afstand-tijddiagram aan een KROMME/RECHTE lijn
A
KROMME
B
RECHTE

Slide 2 - Quizvraag

Een versnelde beweging herken je in een afstand-tijddiagram aan een kromme lijn lijn die steeds steiler OMHOOG/OMLAAG loopt
A
OMHOOG
B
OMLAAG

Slide 3 - Quizvraag

Hiernaast staat een afstand-tijddiagram
(blz 109, vraag 4)

Na 1,2 seconden heeft de fietser ....... m afgelegd
A
2 m
B
2,4 m
C
3m
D
1,7 m

Slide 4 - Quizvraag

Maak opdracht 5 uit je boek
(blz 116)
teken de meetpunten.
Klaar: typ gedaan

Slide 5 - Open vraag

De afstand van de bal bij de vorige vraag verandert WEL/NIET
A
WEL
B
NIET

Slide 6 - Quizvraag

Omar heeft de meting gedaan aan een bal die BEWEEGT/STILSTAAT
A
BEWEEGT
B
STILSTAAT

Slide 7 - Quizvraag

. Je kunt dit zien aan de grafiek, omdat de grafiek
HORIZONTAAL/VERTICAAL
loopt.
A
HORIZONTAAL
B
VERTICAAL

Slide 8 - Quizvraag

Koppel iedere beschrijving aan het juiste diagram.
vertraagde beweging

stilstaan


beweging met constante snelheid
versnelde beweging

Slide 9 - Sleepvraag

Welke beweging maken beide wandelaars?
A
Versnelde beweging
B
Vertraagde beweging
C
Constante beweging
D
Stilstaande beweging

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel meter heeft Salim na 3 seconden afgelegd?
A
2m
B
3m
C
4m
D
6m

Slide 11 - Quizvraag

Wie heeft de grootste afstand afgelegd?
A
Salim
B
Chris

Slide 12 - Quizvraag

Hoe groter de snelheid, hoe de STEILER/VLAKKER de grafiek.
A
STEILER
B
VLAKKER

Slide 13 - Quizvraag

Geef aan welke omschrijving bij welk deel van de grafiek hoort.
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 6
Deel 7
Ze remt af als een verkeerslicht op rood springt.



Ze remt en stapt af als ze bij school aankomt.
Ze rijdt met een snelheid van 4 m/s.
Ze rijdt met een snelheid van 6 m/s
Ze rijdt weg als het stoplicht op groen springt.
Ze staat stil voor een rood stoplicht.
Ze stapt op de fiets en rijdt bij huis weg.

Slide 14 - Sleepvraag