H5.3 Versneld – eenparig – vertraagd

5.3 Versneld – eenparig – vertraagd
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo g, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.3 Versneld – eenparig – vertraagd

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Toets inplannen
  • Practicum ?
  • Herhaling 5.2 gemiddelde snelheid (5 min)
  • Uitleg paragraaf 5.3  (15 min)
  • Zelfstandig werken  (25 min)
  • Afsluiting/Vragen 5.3 (5 min)

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij nog van H5.2?

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen voor 
5.3Versneld – eenparig – vertraagd
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt met de snelheid bij een eenparige, versnelde en vertraagde beweging.
  • Je kunt de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging.
  • Je kunt het afstand-tijddiagram van een eenparige, versnelde en vertraagde beweging herkennen en aflezen.
  • +Je kunt snelheden schatten door ze te vergelijken met je referentiekader voor snelheden. (plusstof)

Slide 4 - Tekstslide

Natuurkundigen verdelen bewegingen in verschillende soorten. Daarbij kijken ze vooral naar de snelheid: 
wordt de snelheid steeds groter, 
blijft ze de hele tijd gelijk of 
neemt ze steeds verder af?

Slide 5 - Tekstslide

Een optrekkende scooter
In figuur 1 is te zien hoe een scooter optrekt. De tekenaar heeft de scooter vijf keer getekend: bij het begin van de beweging en na 1, 2, 3 en 4 seconden. Op de meetlat onder de tekening kun je aflezen hoe groot de afgelegde afstand is.

Slide 6 - Tekstslide

De versnelde beweging

De tussenruimtes in de tekening worden steeds groter. Dat betekent dat de scooter steeds sneller beweegt: in dezelfde tijd (een seconde) legt hij een steeds grotere afstand af. Zo’n beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt, noem je een versnelde beweging.
Met de gegevens uit de tekening kun je een grafiek van de beweging tekenen. Je krijgt dan een kromme lijn die steeds steiler omhoogloopt (figuur 2). Aan zo’n kromme lijn kun je het afstand-tijddiagram van een versnelde beweging herkennen.

Slide 7 - Tekstslide

Een wandelaar
In figuur 3 zie je een wandelaar die rustig doorloopt. De wandelaar is zes keer getekend, na 0, 1, 2, 3, 4 en 5 seconden.

Slide 8 - Tekstslide

De eenparige beweging
In deze tekening zijn de tussenruimtes steeds even groot. Daaraan zie je dat de snelheid van de wandelaar niet verandert: hij legt steeds dezelfde afstand af in dezelfde tijd. Zo’n beweging waarvan de snelheid niet verandert, noem je een eenparige beweging.
Bij een eenparige beweging is de snelheid constant. Dat betekent dat de snelheid steeds even groot is.

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeldopdracht 5

Bereken de snelheid van de wandelaar in figuur 3 (in km/h).

gegevens
Je ziet dat de wandelaar 6,8 meter aflegt in 5 seconden. Dus:
afstand = 6,8 m
tijd = 5 s
gevraagd
de snelheid
uitwerking:  snelheid = afstand / tijd = 6,8 / 5 =  1,36 m/s
De snelheid van de wandelaar is 1,36 m/s × 3,6 ≈ 4,9 km/h.
 









Slide 10 - Tekstslide

Met de gegevens uit de tekening kun je een grafiek van deze beweging tekenen. Het resultaat is een rechte lijn die omhoog loopt (figuur 4). Aan zo’n rechte lijn kun je het afstand-tijddiagram van een eenparige beweging herkennen.

Slide 11 - Tekstslide

Een afremmende fietser
In figuur 5 is getekend hoe een fietser afremt voor een verkeerslicht. Je ziet waar de fietser is na 0, 1, 2, 3 en 4 seconden.

Slide 12 - Tekstslide

De vertraagde beweging
Deze keer worden de tussenruimtes steeds kleiner. Daaraan zie je dat de fietser afremt: de afstand die hij in één seconde aflegt, wordt steeds kleiner. Ten slotte staat hij stil. Zo’n beweging waarvan de snelheid steeds kleiner wordt, noem je een vertraagde beweging.
 Je krijgt dan een kromme lijn die steeds minder steil omhoog loopt.

Aan zo’n kromme lijn kun je het afstand-tijddiagram van een vertraagde beweging herkennen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Opdrachten maken!    
Wat: lees paragraaf 5.3 op blz. 28 t/m 32 en maak de opgaven 1 t/m 7 opblz. 33
Hoe: helemaal stil! muziek mag in!
Hulp: Docent
Tijd: 20 minuten lang
Huiswerk: opgave 1 tm 13 op blz. 33 t/m 37
Klaar?: ga bezig H5.4!

timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

Een auto rijdt weg bij een verkeerslicht.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 16 - Quizvraag

Je moet op de fiets afremmen, omdat de spoorbomen dichtgaan.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 17 - Quizvraag

Een marathonloper rent met een constante snelheid.
Wat voor beweging is dit?
A
een eenparige beweging
B
een versnelde beweging
C
een vertraagde beweging

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noem je een beweging waarvan de snelheid steeds groter wordt?
een ---------- beweging?

Slide 19 - Open vraag

Hoe noem je een beweging waarvan de snelheid niet verandert?
een ----------- beweging

Slide 20 - Open vraag

Hoe noem je een beweging waarvan de snelheid steeds kleiner wordt?
een --------- beweging?

Slide 21 - Open vraag

Een parachutist springt uit een vliegtuig en opent na vijf seconden zijn parachute.
a/ Wat voor soort beweging maakt hij in de eerste vijf seconden?
een --------- beweging

Slide 22 - Open vraag

b/ Wat voor soort beweging maakt hij als de parachute open is?
een --------- beweging

Slide 23 - Open vraag

Vlak voor de landing verandert de parachutist de snelheid.
c/ Wat voor beweging maakt hij dan?
een --------- beweging

Slide 24 - Open vraag

Sommige snelheden kun je veel beter schatten dan andere.
a/ Geef een voorbeeld van een snelheid die je goed kunt schatten.

Slide 25 - Open vraag

b/ Geef een voorbeeld van een snelheid die je heel moeilijk kunt schatten.

Slide 26 - Open vraag

c/ Leg uit waarom je die tweede snelheid zo moeilijk kunt schatten.

Slide 27 - Open vraag