(mavo/havo) H5 (klimaat en) landschappen in Europa paragraaf 1 deel 1

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 1 H5  van warm naar koud + B38/ de zee in Europa en hoogteverschillen
  • maken opdracht 1 t/m 4
  • nabespreken paragraaf 1
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • de invloed van de breedteligging op de temperatuur van Europa
  • in welke luchtstreek Europa ligt
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 1 H5  van warm naar koud + B38/ de zee in Europa en hoogteverschillen
  • maken opdracht 1 t/m 4
  • nabespreken paragraaf 1
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • de invloed van de breedteligging op de temperatuur van Europa
  • in welke luchtstreek Europa ligt

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 3 - Tekstslide

uitleg kgt:

Slide 4 - Tekstslide

De zee in Europa
Veel landen in Europa grenzen aan zee, dit komt door de bijzondere vorm van Europa, bekijk de kaart maar eens goed. 
Hoeveel landen tel je die aan zee liggen?


Schiereilanden
Een schiereiland is een land dat aan drie kanten wordt begrenst door water. Bijvoorbeeld Italië. 

Welke landen nog meer?

Slide 5 - Tekstslide



Hoogte verschil = Reliëf

Slide 6 - Tekstslide

Hoogteverschillen Europa
Europa kent veel hoogteverschillen, dit wordt ook wel reliëf genoemd. Bekijk de afbeelding maar eens, hoe bruiner de kleur, hoe hoger het hoogteverschil. 

Hoeveel gebergtes tel je in Europa?
Heuvelland
Gebieden met heuvels tussen de 200 en 500 meter, worden ook wel heuvelland genoemd. Heuvelland komt bijvoorbeeld voor in Zuid-Limburg.
Laagland
Heuvels zijn lager dan 200 meter, je spreekt hier ook wel over laagland. Nederland is een voorbeeld van een laagland.
Middelgebergten
Gebieden met gebergten tussen de 500-1500 meter worden middelgebergten genoemd. Voorbeelden zijn: de Eifel en het Zwarte woud in Duitsland.
Hooggebergten
Gebieden met gebergten boven de 1500 meter, worden hooggebergten genoemd. Bijvoorbeeld: de Alpen in Frankrijk.

Slide 7 - Tekstslide

uitleg m/h:

Slide 8 - Tekstslide

Europa ligt in de gematigde zone -> wat houdt dat in?
  • niet heel warm, niet heel koud
  • op hoge breedte is het kouder dan op lage breedte
  • Zuid-Europa ligt in de subtropen -> het ligt dicht bij de tropische zone, warm!
  • groot deel van Noord-Europa ligt boven de poolcirkel, koud!


Binnen de gematigde zone zijn dus grote temperatuurverschillen => breedteligging bepaalt de temperauur.

Slide 9 - Tekstslide

Breedteligging en temperatuur
Weet je het nog? De aarde is verdeeld in breedtegraden.
Er zijn twee helften vanaf de evenaar: noorderbreedte ten noorden van de evenaar, zuiderbreedte ten zuiden van de evenaar.
Breedtegraden drukken we uit in graden van 0 tot 90 graden.

=> Onthouden:
  • Hoge breedte = dichtbij de Noord/Zuidpool (90 graden) = koud 
  • Lage breedte = dichtbij de evenaar (0 graden) = warm

Slide 10 - Tekstslide

Invloed van de zon speelt bij de breedteligging een grote rol. 

Ook de  windrichting in een gebied is van belang.
De invalshoek van de zon en de breedteligging op aarde zijn van invloed op de temperatuur.
Ligt een gebied dicht bij de evenaar, dan ligt het op lage breedte.
De zon schijnt hier loodrecht op aarde => het is warm
Ligt een gebied dichter bij de Noord- of Zuidpool, dan ligt het op hoge breedte. De zon schijnt hier schuin op aarde, moet met dezelfde warmte een groter gebied opwarmen => het is koud.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Poolnacht en midzomernacht
Plaatsen rond de poolcirkel hebben te maken met lange periodes dat het donker is of juist altijd licht.
In de winter komt de zon (bijna) niet op: poolnacht (nov.-jan.)
In de zomer gaat de zon (bijna) niet onder: midzomernacht (mei-juli)

In de zomer kun je een bijzonder verschijnsel zien: Het Noorderlicht. In het volgende filmpje wordt dit uitgelegd...

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video



lezen paragraaf 1 H5 de zee in Europa en hoogteverschillen
maken opdracht 1 t/m 4
gebruik hierbij:
tekstboek blz. 72/73
werkboek blz. 6/7
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken


lezen paragraaf 1 H5 van warm naar koud + B38
maken opdracht 1 t/m 4
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 72/73
  • werkboek blz. 5/6
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00
kgt: zelfstandig werken
m/h: zelfstandig werken

Slide 16 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 17 - Tekstslide

Breedteligging en temperatuur hebben niks met elkaar te maken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Hoe lager de breedteligging van ee plaats, hoe kouder het is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Waardoor is het op hoge breedte kouder dan op lage breedte?
A
Door de schuine instralend van de zon
B
Door de schuine instralend van de zon en de korte afstand
C
Schuine instralend van zon en lange afstand door de dampkring
D
Zonnestralen moeten een lange weg afleggen door de dampkring

Slide 20 - Quizvraag

Poolnacht en midzomernacht bestaan niet op het zuidelijk halfrond.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 21 - Quizvraag

In de poolnacht wordt het overdag niet licht.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 22 - Quizvraag

Midzomernacht betekent dat het dag en nacht donker blijft.
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 23 - Quizvraag

Wat is een schiereiland?
A
land/eiland dat grenst aan 3 zeeën
B
land/eiland dat grenst aan 4 zeeën
C
land/eiland dat grenst aan 2 zeeën
D
waddeneilanden

Slide 24 - Quizvraag

Welke reliëf vormen heeft Nederland?
A
heuvelland en laagland
B
middelgebergte, heuvelland en laagland
C
alleen laagland
D
heuvelland en middelgebergte

Slide 25 - Quizvraag

Hoe noem je deze vorm van een gebied?
A
Eiland
B
Continent
C
Gelede kust
D
Schiereiland

Slide 26 - Quizvraag

De Alpen is een ....
A
Middelgebergte
B
Laagland
C
Hoogvlakte
D
Hooggebergte

Slide 27 - Quizvraag

Welke categorie in hoogteligging hoort bij 500-1500 meter?
A
Laagland
B
Heuvelland
C
Middelgebergte
D
Hooggebergte

Slide 28 - Quizvraag