behandeling diabetes

Behandeling diabetes
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
farmacotherapieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Behandeling diabetes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de behandelingen van diabetes mellitus?
A
Alleen insuline
B
Tabletten en insuline
C
voedingsadvies, tabletten en insuline
D
voedingsadvies en tabletten

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1:
stap 2
stap 3
stap 4
Metformine
metformine + SUD
Metformine + SUD+ insuline (alternatief op indicatie ddp-4 remmers of glp-1 agonist
intensiveren insulinebehandeling 
alternatief op indicatie : ddp4-remmer of GLP-1 agonist

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan behandeling insuline

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orale antidiabetica

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Biguaniden 
  • 1ste keus: Metformine
  •  verlaagt glucosegehalte in het bloed
  • bijwerking: maag-darm klachten, verminderde eetlust en smaakstoornis (metaal smaak)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sulfonylureumderivaten

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SUD's
2de keus bij de behandeling. 
 Glibenclamide, glimepiride, gliclazide, tolbutamide
  • kortwerkend: tobutamide, glimepiride en gliclazide
  • langwerkend: glibenclamide

bijwerkingen: gewichtstoename (2-5 kg), en hypoglykemie en maagdarm klachten

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een hypoglykemie en wat zijn de symptomen ervan?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hypoglykemie 
  • Hongergevoel
  • Zenuwachtigheid
  • Rusteloosheid
  • Hartkloppingen
  • Trillen
  • Zweten
  • Bleekheid
  • -->  iets eten !!

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interacties
  • beta blokkers:  hart-vaat middelen. Hypo voelt men minder snel. Signalen als trillen, hartklopping wordt onderdrukt. Men moet meer letten op honger, een wisselend humeur, verwardheid, hoofdpijn, vermoeidheid, duizeligheid, bleek gezicht en wazig zien. 
  • combinatie van andere bloedglucose verlagende middelen ---> hoger risico op een hypo

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de bijwerking hypoglyekmie bij SUD's te verklaren?
A
Doordat ze de glucoseproductie verminderen in de lever
B
door invloed van SUD op insulineproductie
C
door het verhogen van de insulinegevoeligheid in de spieren?

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thiazolidinedionen
  • verminderen insulineresistentie --> glucose kan beter worden opgenomen in de cel --> glucose in bloed daalt 
  • gecontra-indiceerd bij patiënten met hartfalen
  • bijwerkingen: gewichtstoename, verhoogde eetlust, vocht vasthouden
  • interactie; met andere bloedglucose verlagende middelen, geldt niet voor metformine

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige middelen
  • Acarbose (glucbay)
 werking; Het remt de afbraak van koolhydraten in de darm, waardoor de glucose langzaam vrijkomt en dus langzamer in het bloed terechtkomt.
bijwerking: maagdarmklachten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vermindert de glucoseproductie in de lever;
verhoogt de insulinegevoeligheid in de spieren
Stimuleren insuline productie
verminderen insulineresistentie
Verminderen absorptie van glucose
metformine
gliclazide
glibenclamide
pioglitazon

acarbose

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incretines (1)
Nieuw
Incretines (GLP-1 en GIP) : natuurlijke kleine hormonen
Worden afgescheiden als voedsel darmen passeert
-->alvleesklier gaat insuline maken
Afgebroken door darmenzymen (DPP-4)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incretines (2)
DM2 – minder incretines
Geneesmiddelen
1. incretinemimetica
2. DPP-4-remmers

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking DPP-4 remmers en GLP-1-analogen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incretinemimetica
  • Bootsen werking na van menselijk incretine
  • Exenatide (Byetta®, Bydureon®) en liraglutide (Victoza®)
  • bijwerking: gastro-intestinale klachten, zoals misselijkheid, braken en diarree; hypoglykemie (icm sud of insuline)

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DPP-4 Remmers
  • Verhogen eigen concentraties incretine
  • Sitagliptine (Januvia®), vildagliptine (Galvus®), saxagliptine (Onglyza®), linagliptine (Trajenta®)
  • Tabletten
  • Plaats in therapie?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SGLT-2 remmers

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SGLT-2 remmers
  • Remmen heropname glucose in nieren
  • Remmen natriumglucosetransporter 2 (SGLT2)
  • Meer glucose in urine
  • Dapagliflozine (Forxiga®), canagliflozine (Invokana®), empagliflozine (Jardiance®)
  • Bijwerkingen:Hypoglykemie, Genitale infecties, urineweginfecties

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes patiënten hebben een
A
tekort aan insuline
B
teveel insuline

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kun je insuline slikken?

Slide 30 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Insuline toedienen
*Insuline zul je moeten spuiten of in je bloedbaan moeten brengen met een pompje.
*Maagzuur maakt het hormoon insuline onwerkzaam.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dosering insuline
  • Sterkte uitgedrukt in internationale eenheden (IE) 
  • 100 IE/ml, 200 IE/ml of 300 IE/ml
  • Geen vaste dosering. Individueel ingesteld op basis van glucosewaarde
  • Frequentie hangt af van werkingsduur insuline

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten insulines
  • Ultra-kortwerkende insulines
  • Kort-werkende insulines
  • middellangwerekende insulines
  • langwerkende insulines

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ultra-kortwerkende insulines

  • insuline aspart (novorapid) , insuline glulisine (Apidra) en insuline lispro (Humalog)
  • het effect treedt in binnen 10-20 min, is maximaal na 1-3 uur en houdt 2-5 aan.
  • Kort voor de maaltijd ingespoten
  • Meerdere injecties per dag nodig

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortwerkende insulines

  • Insuline – Actrapid, Humuline Regular
  • het effect treedt in binnen 30 min, is maximaal na 1-4 uur en houdt 7-9 aan.
  • halfuur tot kwartier vóór de maaltijd geinjecteerd

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middellangwerkende insuline

Gebonden aan bepaalde moleculen waardoor ze langer werken
Middellangwerkend:
  • werkt 10–24 uur
  • Isofaan insuline
  • insulatard 

Slide 37 - Tekstslide

insuline heeft tijd nodig voordat het actief wordt, daarom vlak voor de maaltijd toedienen (30 min tot 15 min)
Langwerkende insuline

Gebruikt om de nacht te overbruggen
Gebonden aan bepaalde moleculen waardoor ze langer werken
  • werkt  24–36 uur
  • Insuline detemir – Levemir
  • Insuline glargine – Abasaglar, Lantus, Toujeo
  • Insuline degludec – Tresiba

Slide 38 - Tekstslide

insuline heeft tijd nodig voordat het actief wordt, daarom vlak voor de maaltijd toedienen (30 min tot 15 min)

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Combinatie insuline
  • Combinatie van langwerkende en kortwerkende insuline
  • novomix, humalog mix
  • Cijfer geeft verhouding weer tussen kort- en langwerkend
  • 100ie/ml --> 30ie kortwerkend en 70 eenheden langwerkend

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Penvullingen voor insulinepen

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorgevulde wegwerppennen (ouderen)

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn mogelijke bijwerkingen van insuline?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen (1)
Hypoglykemie
  • Door teveel spuiten
  • Te weinig eten
  • teveel activiteiten
  • gelijktijdig met andere geneesmiddelen of alcohol

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen (2)
Allergische reacties op injectieplaats
  • jeuk, erytheem en zwelling op de plaats van injectie. Verdwijnt binnen 1-3 weken
spuitplekken:
  •  een verkeerde injectietechniek en het frequent injecteren op dezelfde plek, lokaal effect insuline

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloedglucosemeters
Apotheek is ook betrokken bij leveren van testmateriaal
  • meter
  • teststrips
  • prikpen
  • naalden 
Ideale waarde: 4 en 7 mmol. 

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke medicatiebewakingssignalen zijn jullie tegengekomen in de apotheek?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Medicatiebewaking
  • Diabetes invoeren als contra-indicatie
  •  Geneesmiddelen die de glucose kunnen ontregelen (corticosteroiden) --> extra controle bloedglucose
  • suikerhoudende dranken

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke informatie geef je mee bij eerste keer?

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afleverinformatie
  • Uitleg belang therapietrouw
  • Uitleg werking en bijwerkingen
  • Gebruikersinstructie
  • Insuline omschudden voor gebruik ( pen heen en weer rollen en op en neer bewegen)
  • Pen die gebruikt wordt mag buiten koelkast; voorraad in de koelkast
  • Vervoer en bewaring tijdens vakantie

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies