behandeling diabetes

Behandeling diabetes
Behandeling van diabetes
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
farmacotherapieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Behandeling diabetes
Behandeling van diabetes

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Opfrissen inleiding diabetes 
  • Geneesmiddel(groepen) bij diabetes type I en II
  • Werking en bijwerkingen 
  • Afsluiting en vooruitblik

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Je weet welke geneesmiddelen worden gebruikt om de glucosestofwisseling te regelen.
  • Je weet hoe de middelen bij diabetes werken en welke groepen er onderscheiden worden

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glucose is te ....
Glucose is te ....
hoog
laag
aanmaak insuline
glucagon aanmaak

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekst
Insuline
Glucagon

Opslag van glucose als glycogeen in spier en lever
Zet glucose om in glycogeen
Omzetting in de lever van glycogeen in glucose
Zorgt ervoor dat glucose in de cellen kan komen

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling -niet medicamenteus
Voeding: 
  • geen snel opneembare suikers
  • geen grote hoeveelheid voedsel tegelijk
  • beperking van vet voedsel
Lichaamsbeweging
  • cel gevoeliger maken voor insuline 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behandeling-medicameneteus
Bloedglucose verlagende middelen
  • oraal en parenteraal
  • insuline (=parenteraal)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes type-1
Diabetes type 2
Insuline
metformine
Voeding
lichaamsbeweging
GLP-1 agonisten
Orale bloedglucose verlagende middelen

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1:
stap 2
stap 3
stap 4
Metformine
metformine + SUD
Metformine + SUD+ insuline (alternatief op indicatie ddp-4 remmers of glp-1 agonist
intensiveren insulinebehandeling 
alternatief op indicatie : ddp4-remmer of GLP-1 agonist

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan behandeling

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Orale antidiabetica
  • Biguaniden
  • SUD's
  • Thiazolidinedionen
  • DPP-4 remmers
  • GLP1-agonisten
  • SGLT2-remmers

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vermindert de glucoseproductie in de lever;
verhoogt de insulinegevoeligheid in de spieren
Stimuleren insuline productie
verhogen de gevoeligheid van lichaamscellen voor insuline
Remmen darmenzym waardoor incretines minder snel worden afgebroken
Biguaniden
SUD''s
thiazolidinedionen

DPP4-remmers

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Biguaniden 
  • Geneesmiddel: metformine
  • innemen tijdens of na de maaltijd
  • belangrijkste bijwerkingen; maag-darm klachten, verminderde eetlust (voordeel) en smaakstoornis (metaal smaak)
  • verminderde nierfunctie <50 ml/min

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sulfonylureumderivaten (SUD's)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SUD's
  • Stap 2 in het behandelplan (toegevoegd aan metformine)
  • gliclazide, glimepiride 

bijwerkingen: gewichtstoename (2-5 kg), en hypoglykemie en maagdarmklachten

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe is de bijwerking hypoglykemie bij SUD's te verklaren?
A
Doordat ze de glucoseproductie verminderen in de lever
B
door invloed van SUD op insulineproductie
C
door het verhogen van de insulinegevoeligheid in de spieren

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een hypoglykemie en wat zijn de symptomen ervan?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hypoglykemie 
  • Hongergevoel
  • Zenuwachtigheid
  • Rusteloosheid
  • Hartkloppingen
  • Trillen
  • Zweten
  • Bleekheid
  • -->  iets eten !!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Thiazolidinedionen
  • verminderen insulineresistentie --> glucose kan beter worden opgenomen in de cel --> glucose in bloed daalt 
  • bijwerkingen: gewichtstoename, verhoogde eetlust, vocht vasthouden

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overige middelen
  • Acarbose 
 werking; Het remt de afbraak van koolhydraten in de darm, waardoor de glucose langzaam vrijkomt en dus langzamer in het bloed terechtkomt.
bijwerking: maagdarmklachten

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incretines (1)
Nieuwe groep middelen
Incretines: natuurlijke kleine hormonen (GLP1)
Worden afgescheiden als voedsel darmen passeert
-->alvleesklier gaat insuline maken

Als ze hun werk hebben gedaan, worden ze afgebroken door darmenzymen (DPP-4)

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Incretines (2)
DM2 – minder incretines

Geneesmiddelen
1. GLP1-agonisten
2. DPP-4-remmers

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GLP1-agonisten

  • Middelen: exenatide en liraglutide
  • Doen de werking na van menselijk incretine
  • Worden parenteraal toegediend
  • bijwerking: gastro-intestinale klachten, zoals misselijkheid, braken en diarree; hypoglykemie, gewichtsverlies!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

GLP1-agonisten

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

DPP-4 Remmers
  • Middelen: Sitagliptine, vildagliptine
  • Tabletten
  • remmen darmenzym DPP-4 waardoor incretines minder snel worden afgebroken -> meer incretines
  • Incretines zorgen ervoor dat de alvleesklier insuline gaat produceren
  • Bijwerkingen: misselijkheid en verminderde eetlust

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Alvleesklier maakt ....
Alvleesklier maakt ....
insuline
glucagon

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Diabetes patiënten hebben een
A
tekort aan insuline
B
teveel insuline

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Werking insuline
  •  glucose => glycogeen
  • verhoogt de doorlaatbaarheid van de cellen voor insuline
  • insuline zorgt ervoor dat glucose als glycogeen (=voorraadsuiker) wordt opgeslagen in de spieren en lever.      

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kun je insuline slikken?

Slide 32 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Insuline toedienen
*Insuline zul je moeten spuiten of in je bloedbaan moeten brengen met een pompje.
*Maagzuur maakt het hormoon insuline onwerkzaam.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dosering insuline
  • Sterkte uitgedrukt in internationale eenheden (IE) 
  • 100 IE/ml, 200 IE/ml of 300 IE/ml
  • Geen vaste dosering. Individueel ingesteld op basis van glucosewaarde
  • Frequentie hangt af van werkingsduur insuline

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten insulines
  • Ultra-kortwerkende insulines
  • Kort-werkende insulines
  • Middellangwerekende insulines
  • Langwerkende insulines

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ultra-kortwerkende insulines

  • insuline aspart (novorapid) , insuline glulisine (Apidra) en insuline lispro (Humalog)
  • het effect treedt in binnen 10-20 min, is maximaal na 1-3 uur en houdt 2-5 aan.
  • Kort voor de maaltijd ingespoten
  • Meerdere injecties per dag nodig

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortwerkende insulines

  • Insuline, gewoon – Actrapid, Humuline Regular
  • het effect treedt in binnen 30 min, is maximaal na 1-4 uur en houdt 7-9 aan.
  • halfuur tot kwartier vóór de maaltijd geinjecteerd

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Middellangwerkende insuline

Gebonden aan bepaalde moleculen waardoor ze langer werken
Middellangwerkend:
  • werkt 10–24 uur
  • insuline isofaan -Insulatard 

Slide 39 - Tekstslide

insuline heeft tijd nodig voordat het actief wordt, daarom vlak voor de maaltijd toedienen (30 min tot 15 min)
Langwerkende insuline

Gebruikt om de nacht te overbruggen
Gebonden aan bepaalde moleculen waardoor ze langer werken
  • werkt  24–36 uur
  • Insuline detemir – Levemir
  • Insuline glargine – Abasaglar, Lantus, Toujeo
  • Insuline degludec – Tresiba

Slide 40 - Tekstslide

insuline heeft tijd nodig voordat het actief wordt, daarom vlak voor de maaltijd toedienen (30 min tot 15 min)

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Combinatie insuline
  • Combinatie van langwerkende en kortwerkende insuline
  • novomix, humalog mix
  • Cijfer geeft verhouding weer tussen kort- en langwerkend
  • 100ie/ml --> 30ie kortwerkend en 70 eenheden langwerkend

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn mogelijke bijwerkingen van insuline?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen (1)
Hypoglykemie
  • Door teveel spuiten
  • Te weinig eten
  • Teveel activiteiten
  • Gelijktijdig met andere geneesmiddelen of alcohol

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijwerkingen (2)
Allergische reacties op injectieplaats
  • jeuk, erytheem en zwelling op de plaats van injectie. Verdwijnt binnen 1-3 weken
spuitplekken:
  •  een verkeerde injectietechniek en het frequent injecteren op dezelfde plek, lokaal effect insuline

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies