nn6 TL3 hfd 3 Lezen verbanden en signaalwoorden (zelfstandig 1)

Samenvatting van Hfd. 2 t/m 4 Lezen
- Verbanden en signaalwoorden 
- Tekstdoelen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Samenvatting van Hfd. 2 t/m 4 Lezen
- Verbanden en signaalwoorden 
- Tekstdoelen

Slide 1 - Tekstslide

Even checken...
Welke signaalwoorden ken jij?

Slide 2 - Woordweb

Doelen van deze les
  1. Je weet wat het woord tekstverband betekent.
  2. Je weet wat het woord signaalwoord betekent.
  3. Je kunt in een tekst enkele signaalwoorden aanwijzen.
  4. Je herkent tekstverbanden door het gebruik van signaalwoorden.  

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden en verbanden - theorie

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Checken of je de uitleg hebt begrepen

Op de volgende dia's zie je vragen over de theorie en vragen 
waarbij je de theorie moet toepassen.
Beantwoord de vragen zo goed mogelijk.
De resultaten van je LessonUp worden gecheckt. 

Slide 7 - Tekstslide


 Welk woord hoort op het stippellijntje?
 In een tekst zijn er ...... tussen woorden,  
 zinnen en alinea’s.
 

 Vraag 1 van 12
A
leestekens
B
teksten
C
verbanden
D
regels

Slide 8 - Quizvraag


 Hoe noem je woorden die wijzen op een 
 verband tussen zinnen of alinea’s?
 Vraag 2 van 12
A
trefwoorden
B
synoniemen
C
signaalwoorden
D
uitdrukkingen

Slide 9 - Quizvraag


 Hoe mag je signaalwoorden ook noemen?
 Vraag 3 van 12
A
verbindingswoorden
B
verwijswoorden
C
synoniemen
D
werkwoorden

Slide 10 - Quizvraag


 Op welk tekstverband wijzen de   
 signaalwoorden maar, toch en echter?
 Vraag 4 van 12
A
opsomming
B
tegenstelling
C
reden
D
conclusie

Slide 11 - Quizvraag


 Op welk tekstverband wijzen de  
 signaalwoorden daardoor en zodat?
 Vraag 5 van 12
A
oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
conclusie
D
tegenstelling

Slide 12 - Quizvraag


 Om welk tekstverband gaat het hier?
 Ik kreeg een hapje en een drankje. 
 Vraag 6 van 12
A
reden
B
opsomming
C
oorzaak-gevolg
D
tegenstelling

Slide 13 - Quizvraag


 lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 14 - Tekstslide


Om welk tekstverband gaat het in zin 2?
 Vraag 8 van 12
A
volgorde van tijd
B
opsomming
C
reden
D
conclusie

Slide 15 - Quizvraag

Zoek ontbrekende verbanden en signaalwoorden uit tekst 3 en vul deze in het schema in. Zie volgende 2 dia's.

Slide 16 - Open vraag

verbanden
signaalwoorden
1.
1. waardoor
2. voorbeeld
2. 
3. 
3. maar
In de tekst van de vorige dia staan veel verbanden en signaalwoorden. Sommige van deze verbanden en signaalwoorden zijn al hierboven ingevuld, andere nog niet.
Zoek de ontbrekende verbanden en signaalwoorden uit tekst 3 en vul deze in het schema op de volgende dia op de juiste plaats in.

Slide 17 - Tekstslide


verbanden   
1. 
signaalwoorden  
1. waardoor
2.   voorbeeld
2. 
3. 
3.   maar

Slide 18 - Open vraag

In de teksten staan veel verbanden en signaalwoorden. Sommige van deze verbanden en signaalwoorden zijn al in dit schema ingevuld, andere nog niet.
Zoek de ontbrekende verbanden en signaalwoorden uit tekst 4 en vul deze in het schema op de juiste plaats in. Zie volgende 2 dia's. 

Slide 19 - Tekstslide

verbanden
signaalwoorden
1. oorzaak - gevolg
1. 
2.
2. eerst + vervolgens
In de teksten staan veel verbanden en signaalwoorden. Sommige van deze verbanden en signaalwoorden zijn al in dit schema ingevuld, andere nog niet.
Zoek de ontbrekende verbanden en signaalwoorden uit tekst 4 en vul deze in het schema op de volgende dia op de juiste plaats in.

Slide 20 - Tekstslide


verbanden   
signaalwoorden 
1. oorzaak - gevolg
1. 
2. 
2. eerst + vervolgens

Slide 21 - Open vraag

In de teksten staan veel verbanden en signaalwoorden. Sommige van deze verbanden en signaalwoorden zijn al in dit schema ingevuld, andere nog niet.
Zoek de ontbrekende verbanden en signaalwoorden uit tekst 5 en vul deze in het schema op de juiste plaats in.

Slide 22 - Tekstslide

verbanden
signaalwoorden
1. 
1. als - dan
2. voorwaarde
2. 
3. opsomming
3a.
3b.
3c.
4. tegenstelling
In de teksten staan veel verbanden en signaalwoorden. Sommige van deze verbanden en signaalwoorden zijn al in dit schema ingevuld, andere nog niet.

Zoek de ontbrekende verbanden en signaalwoorden uit tekst 5 en vul deze in het schema op de volgende blz. op de juiste plaats in.

Slide 23 - Tekstslide


verbanden
signaalwoorden
verbanden
signaalwoorden
1.
als - dan
3. opsomming
1.           3. 
2.
2. voorwaarde
4. tegenstelling

Slide 24 - Open vraag


 Welke twee signaalwoorden zitten er in zin 2?
 Vraag 9 van 13
A
ze - aan
B
aan - met
C
toen - haal
D
eerst - toen

Slide 25 - Quizvraag


Lees de tekst en beantwoord daarna vragen

Slide 26 - Tekstslide

 Vraag 12 van 13
Wel signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 27 - Sleepvraag

 Vraag 13 van 13
Tekstverband = uitleg
Tekstverband = opsomming
Tekstverband = tegenstelling
 
   ook

  bijvoorbeeld

    zo

    maar

Slide 28 - Sleepvraag

Welke vragen/opmerkingen heb je nog over de lesstof?

Slide 29 - Open vraag

1. Ga naar: Elo / Bronnen / Kennisnet / Eindexamensite
2. Klascode invullen:      FVJLD
3.  De volgende oefening lijkt op de VT Leesvaardigheid die je krijgt. Dus maken:  
 T3 oefening voor VT Leesvaardigheid tekstdoel/verbanden/signaalwoorden

Slide 30 - Tekstslide