natuur en techniek groep 5/6 deel 6.2

overbevissing
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
TechnieknatuurBasisschoolGroep 5,6

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 240 min

Onderdelen in deze les

overbevissing

Slide 1 - Tekstslide

Fase van de ontwerpcyclus: confronteren

Introductie van het thema, overbevissing. 
de paling, makreel en kabeljauw 
Wordt tegengehouden door stuwen en dammen en hierdoor kan de paling zijn trekroute niet afmaken. Hun aantal is in Nederland met 90% afgenomen.
De kabeljauw uit de Noordzee is beetje bij beetje aan het herstellen, maar blijft overbevist.
De makreel wordt gevangen als de beide vleugels op hetzelfde moment aan boord worden gehesen. 
Deze techniek heeft een accidentele bijvangst van niet-doelsoorten, in het bijzonder van zeezoogdieren en haaien, en van te kleine individuen van de doelsoorten

Slide 2 - Tekstslide

Fase van de ontwerpcyclus: verkennen. 

Introductie van de drie vissoorten en welke problemen zij hebben. Hierbij is het van belang dat het voor de leerlingen duidelijk is welk probleem iedere vis heeft. 
De leerlingen krijgen onderstaande vissoorten;
Paling à wordt tegengehouden door stuwen en dammen en hierdoor kan de paling zijn trekroute niet afmaken. Hun aantal is in Nederland met 90% afgenomen.
Kabeljauw à de Stock uit de Noordzee is beetje bij beetje aan het herstellen, maar blijft overbevist.
Makreel à De vis wordt gevangen als de beide vleugels op hetzelfde moment aan boord worden gehesen. Deze techniek heeft een accidentele bijvangst van niet-doelsoorten, in het bijzonder van zeezoogdieren en haaien, en van te kleine individuen van de doelsoorten

Slide 3 - Tekstslide

Introductie van de persona, vertel het verhaal wat hieronder staat aan de leerlingen. Het is hierbij van belang dat de leerlingen echt gaan geloven dat deze persoon bestaat.

Pieter is een 32-jarige visser uit Hoek van Holland. Meerdere dagen per jaar gaat Pieter samen met zijn collega’s de zee op om vis te vangen voor viswinkels in Zuid-Holland. Wanneer hij vis aan het vangen is, is het onvermijdelijk dat er ook vissoorten in de netten belanden waar niet op wordt gevist. Deze ongewenste vissoorten, noemen ze ook wel bijvangst. De bijvangst die wordt gevangen, wordt weggegooid of opgekocht door mensen zoals Manuel. Pieter is zich ervan bewust dat bijvangst slecht is voor de zee en verschillende vissoorten maar het kost te veel geld om op een andere manier te vissen. Mocht er een goedkopere oplossing komen die Pieter niet te veel geld kost en waarbij de bijvangst minder is, zou Pieter op deze manier gaan vissen.
 

Slide 4 - Tekstslide

Introductie van de persona, vertel het verhaal wat hieronder staat aan de leerlingen. Het is hierbij van belang dat de leerlingen echt gaan geloven dat deze persoon bestaat.

Manuel is een 43-jarige restauranteigenaar uit Scheveningen. Hij heeft sinds twee jaar een eigen restaurant, waarbij er alleen gerechten worden gemaakt met vissen die per ongelijk zijn meegenomen tijdens het vissen. Manuel vindt dat bijvangst juist fijn is. Hij kan dankzij zijn deal met verschillende vissers, goedkoop aan bijvangst komen. Er belanden elke keer wel weer verschillende vissoorten in de netten, dus is zijn menu nooit hetzelfde. Manuel vindt dat deze manier van vissen prima is en dat bijvangst geen probleem is. Bijvangst is dan ook voor hem zijn grote inkomstenbron.

Slide 5 - Tekstslide

Introductie van de persona, vertel het verhaal wat hieronder staat aan de leerlingen. Het is hierbij van belang dat de leerlingen echt gaan geloven dat deze persoon bestaat.

Sarah is een 21-jarige milieukunde student uit Vlaardingen. Zij is regelmatig te vinden tijdens klimaatprotesten op verschillende plekken in Nederland. Waarom zij hierbij aanwezig is? Sarah vindt dat er te veel gebruik wordt gemaakt van schadelijke vistechnieken. De manier die vissers nu gebruiken om vis te vangen is zo efficiënt dat er superveel vis wordt gevangen. Ook vissen waar zij niet specifiek op vissen belanden in de netten. Hierdoor worden veel vissen en andere dieren ‘per ongeluk’ gedood. Door de bijvangst zijn haaien, zeeschildpadden, walvissen en dolfijnen nu bedreigde diersoorten geworden. Als het aan Sarah ligt, moet er een nieuwe techniek voor het vissen komen, of beter nog, moet het vissen helemaal gestopt worden.
groepjes 
groepje 1:

groepje 2: 
groepje 3:
groepje 4:
groepje 5:
groepje 6: 
visserman
visserman 
restaurant eigenaar
restaurant eigenaar
klimaat activist
klimaat activist

Slide 6 - Tekstslide

Maak bij deze slide bekent welke groepjes er gevormd zijn. 

In de ideale verdeling bestaat ieder groepje uit 4 a 5 leerlingen. 
Maak een weloverwogen beslissing bij het maken van de groepjes. 
Door middel van de teken tool kan je een lijn trekken bij ieder groepje en welke persoon ze kiezen, ook kan je de nummers van de groepjes in het vakje zetten. 
Ontwerp schetsen
Uitwerkkaarten
Selecteer: bekijk de kaarten en selecteer welke je nodig hebt. 
Deel de kaarten in: 
  • taak verdeling 
  • planning
Houd bij: ben je klaar met een taak, draai het kaartje om, of verplaats het kaartje 
timer
15:00000

Slide 7 - Tekstslide

De leerlingen gaan aan de hand van uitwerkkaarten, een plan maken om de uitwerkingen te realiseren. 
Hierdoor kunnen de leerlingen gemakkelijk een planning en taakverdeling maken en hebben ze dit overzichtelijk bij de hand. 

Selecteer: Leerlingen pakken bij het uitwerken de uitwerkkaarten erbij.
Ze bekijken de kaarten en kiezen de kaarten die voor hen belangrijk
zijn.
Deel in: Ze kunnen deze kaarten behalve selecteren ook indelen en in
schema’s neerleggen, bijvoorbeeld om:
• Taken te verdelen
• Planning te maken
• Overzicht van sterke kanten en verbeterpunten te maken
Overzicht: Ze hebben nu een visueel overzicht van hun plan. Aan de
hand van deze indeling en selectie van kaarten kunnen ze beginnen
met uitwerken.
Houd bij: Leerlingen kunnen de kaarten tijdens het uitwerken
verplaatsen of omdraaien. Zo kunnen ze onder meer aangeven wat
veranderd is en wat af is.
Brainstorm!
timer
5:00000

Slide 8 - Tekstslide

Brainstorm sessie.

De leerlingen verdelen het blad in delen, zodat ieder lid van het groepje een stuk heeft. In het midden komt een cirkel te staan dit is om het uiteindelijke idee neer te zetten. 
Na 5 minuten brainstormen gaan de leerlingen aan de hand van stickers stemmen op hun favoriete idee. 
snelle prototype 
timer
30:00
Maak je idee op een snelle manier! 
Gebruik simpele knutsel en kosteloze materialen 

Waarom maken we snelle prototype's? 
• om een beter beeld van je eigen idee te krijgen
• om je idee met anderen te delen
• om te leren wat er nog uitgewerkt of verbeterd moet worden
• om uit te proberen of te testen
• om de sterke kanten te ontdekken

Slide 9 - Tekstslide

De leerlingen gaan snelle prototypes maken. 
Maak snel: Maak je idee op een snelle manier. Gebruik simpele
knutsel- en kosteloze materialen. Denk aan:
• papier en karton
• post-its en stiften
• satéprikkers, rietjes, paperclips, elastiek, touw, schilderstape,
ijzerdraad
• kosteloos materiaal
• piepschuim, foam, isolatieschuim
• bestaande, oude producten
• (technisch) lego, k’nex, constructiemateriaal

2. Gebruik prototype: Gebruik het snelle prototype, bijvoorbeeld:
• om een beter beeld van je eigen idee te krijgen
• om je idee met anderen te delen
• om te leren wat er nog uitgewerkt of verbeterd moet worden
• om uit te proberen of te testen
• om de sterke kanten te ontdekken
feedback ronde 
Tijdens iedere ronde vertel je: 
  • Jullie probleem.
  • in het kort jullie oplossing.
  • Problemen waar je tegen aan loopt. 

Als Luisteraar geef je: 
  • Een tip, wat kan er beter.
  • Een top, wat vind je dat er al goed gaat. 

timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

Tijdens de feedback ronde gaan de leerlingen bij de andere groepjes kijken. 
De leerlingen kunnen dan elkaar tips en  tops geven

De bedoeling van deze ronde is dat de leerlingen problemen samen kunnen oplossen, zo heb je als leerkracht een meer sturende rol. Plus leerlingen kunnen zelf wellicht met hele creatieve oplossingen komen. 
presentatie voorbereiden
timer
30:00
Onderdelen presentatie:
  1. Snelle Prototype.
  2. Jullie probleem.
  3. Jullie oplossing. 
  4. Zorg ervoor dat jullie oplossing duidelijk is, je gaat dalijk namelijk niet zelf vertellen!


Slide 11 - Tekstslide

De leerlingen krijgen na de feedback ronde nog tijd om hun snelle prototypes aan te passen en om hun presentatie voor te bereiden.
De presentatie ronde gaat in een tournee vorm gebeuren, het is dus belangrijk voor de leerlingen om hun verhaal duidelijk voor zich te hebben. Het opschrijven van hun verhaal is hierbij essentieel. 
Geef de leerlingen de volle 30 minuten de tijd om hun presentatie voor te bereiden, zelfs als de leerlingen eerder klaar zijn. 
Dit geeft hen alle tijd om alles rustig op te schrijven en neer te zetten.  
Tournee
Je gaat zo met je hele team, naar de oplossing kijken van een ander team, als je daar bent: 
  • geef je 2 tips, wat kan er beter?
  • geef je 2 tops, wat is goed aan deze oplossing?
Tips:
  • lees rustig de oplossing van het andere team, wat is jouw mening over hun idee?
  • Laat alle materialen staan, dit geeft de andere teams ook de ruimte om goed te kijken naar de oplossing. 
timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

De presentaties worden gedaan in de vorm van een tournee. 
Het is van belang dat de leerlingen hun verhaal goed hebben opgeschreven en dat hun concept duidelijk is. 
Iedere ronde duurt 5 minuten, de leerlingen schrijven op een apart blaadje de tips en tops die ze voor elkaar hebben. 
Aan het eind van de tournee heeft ieder team dus een feedback formulier. 
Bestaande oplossingen. 
Zeereservaten: alle dieren in een zeereservaat worden met rust gelaten, zo kunnen dus bedreigde diersoorten zich goed herstellen!

vangstquotum: ieder jaar wordt er voor iedere vissoort bepaald hoeveel er gevangen mogen worden. Op deze manier kunnen de vissen niet uitsterven!

Slide 13 - Tekstslide

Link voor de zeereservaten: 
https://www.greenpeace.org/nl/oceanen/oplossingen-voor-onze-oceanen/?gclid=CjwKCAjw47eFBhA9EiwAy8kzNB2N80IhUOXuOwBBgRje_tI5KQ7e55IpLjtBWn-5NuPYhoACS4_ByBoCUoMQAvD_BwE

Vangstquotum:
Dit geeft aan hoeveel elk land van een bepaalde vissoort mag vangen. De internationale naam hiervoor is TAC (Total Allowable Cath). Wanneer deze visquota worden vastgesteld spelen er meerdere belangen mij: korte en lange termijn, politiek, milieu en inkomen. Het vaststellen van de visquota gebeurt ieder jaar opnieuw in Brussel. Alle ministers die over visserij gaan uit verschillende EU landen komen dan bij elkaar. Verschillende biologen geven dan advies over hoeveel vis van een bepaalde soort dat jaar mag worden gevangen. Meestal worden deze adviezen ook opgevolgd, maar iedere visserij minister probeert voor zijn land een zo hoog mogelijke hoeveelheid af te spreken. Nederland kreeg een hoog percentage platvis, Duitsland kreeg bijna de gehele TAC voor koolvis en België kreeg de belangrijke quota voor tong in de Ierse en Keltische zee. Dit is dus afhankelijk van de vis waarop vooral wordt gevist in dat land.