Herhaling H4 en H5

Wat is energie?
A
Het transformeren van energie in brandstof.
B
Het vermogen om arbeid te verrichten.
C
Het wereldwijd leveren van elektriciteit.
D
Het omzetten van voedsel in energie.
1 / 36
volgende
Slide 1: Quizvraag
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat is energie?
A
Het transformeren van energie in brandstof.
B
Het vermogen om arbeid te verrichten.
C
Het wereldwijd leveren van elektriciteit.
D
Het omzetten van voedsel in energie.

Slide 1 - Quizvraag

Wat is geen primaire energiebron?
A
Aardgas
B
Hout
C
Wind
D
Zon

Slide 2 - Quizvraag

Wat is geen secundaire energiebron?
A
Kernenergie
B
Aardgas
C
Benzine/Diesel
D
Stromend water

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste energiebron voor de aarde?
A
Wind
B
Zon
C
Water
D
Hout

Slide 4 - Quizvraag

Welke natuurlijke hulpbron wordt gebruikt bij het opwekken van kernenergie?

Slide 5 - Open vraag

Steenkool, aardgas & uranium zijn uitputbare energiebronnen, welke uitputbare energiebron dat wel staat beschreven in hoofdstuk 4 ontbreekt er in dit rijtje?

Slide 6 - Open vraag

Welke oorzaken dragen bij aan toenemende energieverbruik bij mensen?
A
Groei van welvaart in de dienstensector.
B
Monocultuur
C
Bevolkingsgroei
D
Opwarmen van de aarde

Slide 7 - Quizvraag

Wat is geen groene energie?
A
Zonne-energie
B
Windenergie
C
Biomassa
D
Aardwarmte

Slide 8 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij het omschakelen van fossiele, grijze energie naar duurzame, groene energie?
A
Geothermische energie
B
Energietransitie
C
Koolstofdioxide
D
Groene stroom

Slide 9 - Quizvraag

Waar bestaat biomassa uit?
A
Biobrandstoffen
B
Biologische producten
C
Planten en dierenresten
D
Tropische regenwouden

Slide 10 - Quizvraag

Duurzame energiebronnen zijn hernieuwbare energiebronnen!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Er zijn 2 soorten energiebronnen.
Welke zijn deze?
A
Kostbare en niet kostbare energiebronnen
B
Uitputbare en duurzame energiebronnen.
C
Fossiele en uitputbare energiebronnen
D
Groene en duurzame energiebronnen

Slide 12 - Quizvraag

Uitputbare energiebronnen kunnen opraken.
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

Welke van onderstaande energiebronnen zijn voorbeelden van duurzame energiebronnen?
A
Windenergie
B
Steenkool
C
Aardgas
D
Biomassa

Slide 14 - Quizvraag

Welke van deze energiebronnen zijn voorbeelden van fossiele energiebronnen?
A
Steenkool
B
Windenergie
C
Aardgas
D
Zonne-energie

Slide 15 - Quizvraag


Waterkracht, windenergie, bio-ethanol en aardolie zijn voorbeelden van hernieuwbare energiebronnen.
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Fossiele energiebronnen zijn er voldoende, ze vernieuwen steeds weer.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Aardolie, aardgas en steenkool zijn voorbeelden van primaire energiebronnen
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

wat is de juiste volgorde?
A
energiebron - elektriciteitscentrale- hoogspanningsmast
B
hoogspanningsmast- energie bron- energiecentrale

Slide 19 - Quizvraag

Welke functie heeft een dynamo in een thermische elektriciteitscentrale?
A
Het aandrijven van de turbine
B
Het opwekken van stroom
C
Het overbrengen van elektriciteit naar het netwerk
D
Het rondpompen van koelwater

Slide 20 - Quizvraag

Bekijk de foto van de elektriciteitscentrale met een koeltoren.

Wat is de ‘witte rook’ die je uit de koeltoren ziet komen?


A
verbrandingsgas
B
water
C
stoom (gecondenseerde waterdamp)
D
rook

Slide 21 - Quizvraag

In welke verdeling wordt elektriciteit opgewekt in Frankrijk? Sleep de tekst achter het juiste percentage
1,7% =
11%  =
12%  =
75,5%  =
Wind (en zon)
Thermische centrales
Waterkracht
Kernenergie

Slide 22 - Sleepvraag

Naar welk nadeel van kernenergie verwijst de afbeelding?
Klik op de afbeelding!
A
Er ontstaat radioactieve straling.
B
Kernafval heeft een lange halfwaardetijd.
C
Radioactief afval wordt niet altijd veilig opgeslagen.
D
Radioactieve straling is onzichtbaar.

Slide 23 - Quizvraag

Het plan voor een windmolenpark in het IJsselmeer, op zo’n anderhalve kilometer van het dorp Urk houdt de gemoederen bezig. Het rijk en de provincie zijn grote voorstanders van een windmolenpark op deze plek. In Urk denkt men daar heel anders over.

Als grote obstakels zoals windmolens of een boorinstallatie het uitzicht zoals op de foto belemmeren noemen we dat?
A
Atmosfeervervuiling
B
Luchtvervuiling
C
Hoogtevervuiling
D
Horizonvervuiling

Slide 24 - Quizvraag

Waar laat Nederland zijn kernafval?
A
In de gesloten mijn van Zuid-Limburg.
B
In de kerncentrale in Borssele.
C
In roestige vaten onder de grond.
D
In het HABOG gebouw in Vlissingen.

Slide 25 - Quizvraag

Met behulp van welke centrale wordt hier elektriciteit opgewekt?

Klik op de foto.
A
Getijdencentrale
B
Thermische centrale
C
Geothermische centrale
D
Kerncentrale

Slide 26 - Quizvraag

Klik op de afbeelding om hem groter te maken
Uit welke delen bestaat een kerncentrale? Sleep het juiste antwoord achter het nummer hieronder.
1:
2:
3:
Koelsysteem
Productie van elektriciteit
Kernreactor

Slide 27 - Sleepvraag

Het grootste deel van de aardolie die Nederland invoert wordt verwerkt in de Europoort – Rotterdam. De olie die in Frankrijk binnenkomt wordt verwerkt in Le Havre en Marseille.

Bij de -wat moet hier staan?- wordt de olie verhit en omgezet in brandstoffen zoals benzine, diesel en kerosine. Kerosine is brandstof voor vliegtuigen

Wat moet bij de vraagtekens staan?
A
Aardoliecentrale
B
LNG-productie
C
Aardolieterminal
D
Aardolieraffinage

Slide 28 - Quizvraag

Klik op de foto. Geef aan of de uitspraak juist of onjuist is:

Per hoofd van de bevolking neemt het energieverbruik sinds 1960 toe.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quizvraag

Klik op de foto. Geef aan of de uitspraak juist of onjuist is:

Alleen het verbruik van fossiele brandstoffen wordt aangegeven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 30 - Quizvraag

Klik op de foto. Geef aan of de uitspraak juist of onjuist is:

Kernenergie is evenals waterkracht een duurzame energiebron.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Noem twee oorzaken voor de enorme toename van het aardoliegebruik sinds 1960.

1 oorzaak kun je uit de afbeelding afleiden de andere oorzaak moet je zelf bedenken.

Slide 32 - Open vraag

Wat is het continentaal plat?
A
Het deel van de zeebodem dat aan een land grenst en tot dat land behoort.
B
Energie uit de ondergrond (dieper dan 500 meter).
C
Een continent dat ligt afgelegen van andere continenten.
D
Een continent met relatief weinig bergen.

Slide 33 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de omschrijving:

De tijd die de radioactiviteit van uranium nodig heeft om de helft van de oorspronkelijke intensiteit te bereiken.
A
Stralingstijd
B
Halfwaardetijd
C
Normaliseringstijd
D
Energietijd

Slide 34 - Quizvraag

Wat is geen vorm van grijze energie?
A
Aardolie
B
Steenkolen
C
Aardgas
D
Windenergie

Slide 35 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Kernenergie is meestal goedkoper dan windenergie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag