les verbes en 'er'

Kennen en kunnen
Kennen:
- Ik ken een aantal regelmatige ww'en op 'er' in het Frans.
-Ik ken de regel voor het vervoegen van de regelmatige werkwoorden op 'er' in het Frans.
Kunnen:
-Ik kan de regelmatige werkwoorden op 'er' vervoegen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare school

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Kennen en kunnen
Kennen:
- Ik ken een aantal regelmatige ww'en op 'er' in het Frans.
-Ik ken de regel voor het vervoegen van de regelmatige werkwoorden op 'er' in het Frans.
Kunnen:
-Ik kan de regelmatige werkwoorden op 'er' vervoegen

Slide 1 - Tekstslide

les verbes en 'er'. Wat valt je op?
donner
aimer
chercher
commencer
danser
détester
écouter
habiter
oublier
parler
regarder
travailler
trouver

Slide 2 - Tekstslide

een grote groep
Veel werkwoorden in het Frans eindigen op 'er'.
Dit is een grote groep.
Vervoegen gaat met alle werkwoorden uit deze groep hetzelfde. 

Slide 3 - Tekstslide

Kijk naar de voorbeelden, kun je ontdekken hoe de werkwoorden vervoegd worden?

Slide 4 - Tekstslide

Het werkwoord 'habiter'
Wat betekent dit werkwoord ook al weer? 

Slide 5 - Tekstslide

J'habite dans la maison.

Slide 6 - Tekstslide

Tu habites aux Pays-Bas.

Slide 7 - Tekstslide

Il habite en Espagne.
Elle habite en Espagne.
On habite en Espagne. 

Slide 8 - Tekstslide

Nous habitons à Paris.

Slide 9 - Tekstslide

Vous habitez à Amsterdam.

Slide 10 - Tekstslide

Ils habitent à Londres.
Elles habitent à Londres.

Slide 11 - Tekstslide

Wat kun jij concluderen/ wat heb jij ontdekt?

Slide 12 - Open vraag

Hoe kun je dit leren?
-de boom
-rijtje

Slide 13 - Tekstslide

Vous avez compris? 
14b werkboek

 1. Nous (aimer)__________la gym.
2. On (danser)_________souvent
                        3. J' (écouter)_____________bien la musique

Slide 14 - Tekstslide

Au travail: maak eerst een aantekening.
Wat? maken 13, 14
Hoe? Alleen, fluisteren en probeer zoveel mogelijk zonder je tekstboek.
Hulp? Steek je vinger op.
Tijd? Tot ongeveer 12:00
Uitkomst? Geoefend met de werkwoorden op er.
Klaar? Leren voor het SO.

Slide 15 - Tekstslide