6.4 Massamedia

Welkom!
Stop je telefoon in de telefoontas
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Stop je telefoon in de telefoontas

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Uitleg mediahypothesen
Oefenen 


Lesdoel: 
Na deze les kan je de vier mediahypothesen uitleggen en herkennen in een bron


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Massa-media
De functies van media zijn o.a. vermaak, verbinding en informeren

De media zijn door de jaren heen veranderd:
  • Mediabestel is commercieel en concurrerend geworden
  • Er is meer sprake van mediahypes
  • Berichtgeving over de politiek is meer gepersonaliseerd, wat leidt tot actieve mediastrategieën onder politici.

Slide 4 - Tekstslide

De laatste tijd hebben ook politici TikTok ontdekt. Wat vind jij daarvan?
De laatste tijd hebben ook politici TikTok ontdekt. Wat vind jij daarvan?

Slide 5 - Woordweb

Cultivatie
hypothese
Opinieleiders
hypothese
Ons beeld van de werkelijkheid verandert door de mediawerkelijkheid. Iemand die veel programma's over criminaliteit bekijken, zal denken dat er in de echte wereld veel criminaliteit plaatsvindt en zich daarom dus onveiliger voelen.
Ons beeld van de werkelijkheid verandert door de mening of visie van onze idolen of opinieleiders op de werkelijkheid. Zo kan iemand die vaak naar Arjen Lubach kijkt een meer linkse politieke opvatting krijgen.

Two-step-flow
Media framing theorie
Ons beeld van de werkelijkheid verandert door het frame waardoor media het onderwerp weergeven. De manier waarop een onderwerp in de media komt (framing) bepaalt hoe ontvangers over het onderwerp gaan denken.

Niet 'wie' , maar 'hoe'
Selectiviteits
hypothese
Onze werkelijkheid verandert weinig door de media. Mensen zijn selectief in hun keuzes voor wat zij kijken en lezen (selectieve blootstelling) en zijn geneigd alleen hetgene te bekijken en onthouden wat bevestigt wat zij denken (selectieve waarneming). De invloed van de media als socialisator is dus beperkt.

Slide 6 - Tekstslide

Cultivatiehypothese
De cultivatiehypothese gaat in op de socialiserende werking van de media en stelt dat de groep mensen die veel naar bepaalde soorten programma’s kijkt, daardoor meer beïnvloed wordt in het beeld dat zij van de werkelijkheid heeft dan de groep die dit niet doet.

Slide 7 - Tekstslide

Opinieleidershypothese
De opinieleidershypothese gaat in op de invloed die opinieleiders/idolen direct of indirect hebben op mediagebruikers.

Slide 8 - Tekstslide

Mediaframing hypothese
De mediaframing hypothese stelt dat 
de manier waarop media een onderwerp 
belichten (frame), van invloed is op de wijze 
waarop de ontvangers van die boodschap 
over het onderwerp gaan nadenken en praten.

Slide 9 - Tekstslide

Selectiviteitshypothese
De selectiviteitshypothese stelt dat de invloed van de media beperkt is. 
Er wordt benadrukt dat mensen zelf bewust 
keuzes maken uit het media-aanbod 
zowel door selectieve blootstelling, 
selectieve perceptie als selectief
onthouden. 
Hangt af van jouw referentiekader


Slide 10 - Tekstslide

Cultivatiehypothese
Media framing hypothese
Opinieleidershypothese
Selectiviteitshypothese
"De invloed van tv-boodschappen gebeurt via via."
"De tv bepaalt het perspectief waarmee wij naar het actuele nieuws kijken."
"Mensen die veel tv kijken zijn niet in staat de vertekening van de werkelijkheid door de media te doorzien."
"Iedereen kijkt tv vanuit zijn eigen referentiekader."

Slide 11 - Sleepvraag

Een journalist van de Volkskrant schrijft over de sluiting van een kolencentrale. Hij heeft het in dit artikel over hoe goed dit is voor het milieu en niet over de banen die hierdoor verloren gaan.
A
Cultivatiehypothese
B
Opinieleidershypothese
C
Media framing hypothese
D
Selectiviteitshypothese

Slide 12 - Quizvraag

Een item van Nieuwsuur had als titel: 'Ik volg via sociale media nieuws dat ik vertrouw.'
A
Cultivatiehypothese
B
Opinieleidershypothese
C
Media framing hypothese
D
Selectiviteitshypothese

Slide 13 - Quizvraag

Rosanne kijkt veel naar programma’s als “De gouden kooi” en “Get the f*ck out of my house”. Hierdoor heeft ze het idee dat veel mensen in de wereld er op uit zijn om andere mensen het leven zuur te maken. Wouter heeft geen tv, kijkt dus nooit naar zulke programma’s en heeft dat idee helemaal niet.
A
Cultivatiehypothese
B
Opinieleidershypothese
C
Media framing hypothese
D
Selectiviteitshypothese

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag!
Maak opdr 16 (blz 26)

Deze gaan we zometeen bespreken
Klaar? Dan ga je verder met opdr 18





Slide 15 - Tekstslide

Afsluiting
Morgen: terugblik mediahypothesen
Uitleg laatste begrippen 
Waar gaat de toets over? 
 

Slide 16 - Tekstslide