4.3 F Afronden op ronde getallen

Hoofdstuk 4 Getallen
4.3 F Afronden op ronde getallen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4 Getallen
4.3 F Afronden op ronde getallen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Huiswerk bespreken.
  • Terugblikken.
  • 4.3 F Afronden op ronde getallen.
  • Aan de slag! 

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Opgave 14 op blz. 199




Zet op volgorde van klein naar groot.
1,98
2,104
1,907
2,02
2
1
2,3
1,95
2,007
1,009

Slide 3 - Tekstslide


Tip! Maak overal evenveel decimalen van.
Kijk dan naar de laatste 3 cijfers.

1,000 - 1,009 - 1,907 - 1,950 - 1,980 - 2,000 - 2,007 - 2,020 - 2,104 - 2,300
1,980
2,104
1,907
2,020
2,000
1,000
2,300
1,950
2,007
1,009

Slide 4 - Tekstslide

Terugblikken
Afronden decimale getallen:
  • Afronden op 2 decimalen: je laat 2 decimalen staan.
  • Kijk naar de 3e decimaal en rond dan de 2e af naar boven of onder.
  • Dit geldt natuurlijk ook voor afronden op 1, 3, 4 etc. decimalen.


Voorbeeld:
Rond 10,627 af op 2 decimalen.
1. Kijk naar de 3e decimaal -> 7.
2. 7 is groter dan 5, dus afronden naar boven -> 10,63

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoel van vandaag
Je kunt afronden op hele getallen.

Slide 6 - Tekstslide

Afronden ronde getallen deel 1
In een krant staat "Sponsorloop brengt 12 000 euro op." Dit hoeft niet precies 12 000 euro te zijn. Het kan ook € 12 114 zijn. Soms is het makkelijk om ronde getallen te gebruiken.
Afronden naar boven:
Rond 867 af op honderdtallen.
867 ligt dichter bij 900 dan bij 800, dus afronden op 900

Afronden naar beneden:
Rond 45 497af op duizendtallen.
45 497 ligt dichter bij 45 000 dan bij 46 000, dus afronden naar 45 000

Slide 7 - Tekstslide

Afronden ronde getallen deel 2
Afronden grote getallen:
  • Afronden op bv. duizendtallen -> alles achter het duizendtal wordt 0.
  • Kijk naar het cijfer van de honderdtallen en rond af naar boven of onder.
  • Dit geldt natuurlijk ook voor afronden op honderdtallen, tienduizendtallen etc. .


Voorbeeld:
Rond 3 785 263 af op duizendtallen.
1. Kijk naar de honderdtallen -> 2.
2. 2 is kleiner dan 5, dus afronden naar beneden -> 3 785 000

Slide 8 - Tekstslide

Rond 76 520 af op duizendtallen
Denk aan de spaties!

Slide 9 - Open vraag

Rond 1432 af op honderdtallen
Denk aan de spaties!

Slide 10 - Open vraag

Rond 478 126 af op tienduizendtallen
Denk aan de spaties!

Slide 11 - Open vraag

Video Afronden grote getallen

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
Leren:
Theorie F op blz. 211.

Maken:
opg. 56, 57, 58, 59, 61, 62 op blz. 212 en verder.



Klaar? Kijk je werk na!
Dit is huiswerk voor dinsdag 19 december.




timer
5:00

Slide 13 - Tekstslide

Naar het werkplein mag groep 1:
Irem, Malak, Damian, Niels, Yağmur, Isa,
Lasse, Hasan, Ahmad, Lars

Naar het werkplein mag groep 2:
Jeremiah, Levi, Yara, Evi, Biko, Sil, 
Noor, Demi, Sem, Louise   

Naar het werkplein mag groep 3:
Reyyan, Ivy, Meyra, Lily, Suzy, Annabelle, Colin, Cis, Thomas, Lars

Slide 14 - Tekstslide

Weektaak:
din: 4.3 F 56 t/m 59, 61, 62
woe: 4.4 G 64 t/m 67, 69, 70, 72, 76
vrij: 4.5 H 79 t/m 82, 84, 87, 89

Slide 15 - Tekstslide