2.1 het communisme

Leerdoelen
  • Je kunt de belangrijkste ideeën van Karl Marx uitleggen.
  • Je kunt enkele indirecte oorzaken benoemen van de Russische revolutie.
  • Je kunt uitleggen hoe de Russische revolutie verliep. 

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
  • Je kunt de belangrijkste ideeën van Karl Marx uitleggen.
  • Je kunt enkele indirecte oorzaken benoemen van de Russische revolutie.
  • Je kunt uitleggen hoe de Russische revolutie verliep. 

Slide 1 - Tekstslide

Karl Marx en het communisme
  • Arbeiders aan de macht

  • Alle rijkdommen (ook de fabrieken en de machines) naar de arbeiders. 

  • Einde aan de klassenmaatschappij (indeling van de maatschappij naar economische positie)

  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 

  • Toen Marx in 1883 stierf was er nog nergens een revolutie van arbeiders geweest en bestond het communisme alleen op papier.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Oorzaken Russische Revolutie 
  • Russische tsaar leefden als alleenheersers en wilden geen kritiek. 
  • De geheime politie onderdrukte de bevolking.
  • Grond was in bezit van de adel (boeren waren niet vrij). 
    - Lange werkdagen. 
    - Weinig voedsel. 
  • 1905 Rusland verloor de oorlog met Japan. 

Slide 4 - Tekstslide

Onrust in Rusland
  • 1905 ongewapende burgers demonstreren bij Winterpaleis. Ze willen korte werkdagen en algemeen kiesrecht. (bloody sunday).
  • > Landelijke protesten nemen toe. 
  • Tsaar moet hervormingen doorvoeren. 
  • Rusland krijgt een parlement (doema).
    - Verkiesbare kamers.
  • Maar Doema heeft geen recht om wetten te maken, beslissen over buitenlands beleid. 
    Tsaar ontbindt doema meerdere malen. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Lenin en de bolsjewieken (1) 
  • VladimirI Iljitsj Oeljanov: schuilnaam Lenin (naar rivier de Lena).  

  • Van oorsprong middenklasse, onbezorgde jeugd. 

  • Studeerde rechten, maar raakt in ongenade nadat zijn broer betrokken is bij aanslag op de tsaar. 

  • Lenin sluit zich aan bij de revolutionairen. 

Slide 7 - Tekstslide

Lenin en de bolsjewieken (2)
  • Lenin, verbannen naar Siberië keert terug naar Rusland om mee te doen met de opstand van 1905.
  • Na oprichting Doema keert de 'rust terug'.  Revolutionairen moeten weer ondergronds.  Lenin moet weer vluchtten naar Zwitserland. 
  • Ideeën van de bolsjewieken (bolsjewieken betekent meerderheid). 
  • De Russische samenleving moet gezuiverd worden van mensen met andere idealen.
  • Rusland moet geregeerd worden door een revolutionaire elite.

Slide 8 - Tekstslide

Februarirevolutie (1)
  • Veel onvrede over de Eerste Wereldoorlog, vooral boeren vochten mee. Veel soldaten deserteren en trekken naar huis. 
    - Te weinig voedsel, bescherming, wapens en kogels. 
  •  Geen boeren die het land bewerkten daardoor misoogsten en hoge voedselprijzen. 
    - Alleen de adel had genoeg te eten. 
  • Tsaar was naar het 'front' daardoor slecht beleid van Tsarina en Raspoetin. 
  • Uitbreken van stakingen: Russische vrouwen trokken naar het Winterpaleis.

Slide 9 - Tekstslide

Februarirevolutie (2)
  • Het leger kiest de kant van de demonstranten.

  • De Doema kiest de kant voor de demonstranten. 

  • Nicolaas II wordt afgezet en getransporteerd naar Siberië.  

  • Doema moet tijdelijke regering installeren. 

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video


Oktoberrevolutie

  • Nieuwe regering is niet succesvol, oorlog gaat nog steeds slecht. Duitsers smokkelen Lenin vanuit Zwitserland naar Rusland. 
  • Lenin roept de aprilstellingen uit:
    - Alle grond naar de boeren, macht aan de Sovjets (arbeiders),  fabrieken naar de arbeiders en vrede met Duitsland
  • Bolsjewieken bezetten belangrijke gebouwen en zetten de voorlopige regering af.  

Slide 12 - Tekstslide

Lenin aan de macht 
  • Strijd tussen bolsjewieken  (roden)  en mensjewieken (witten). 

  • Oprichting Sovjet-Unie. 

  • Sovjet-Unie werd éénpartijstaat. 

  • Lenin bestuurde Sovjet-Unie samen met andere leden via het Centraal Comité. 

Slide 13 - Tekstslide


De Romanovs


  • Worden ondergebracht in 'het huis met het speciale doel'. 
  • Zij dachten de revolutie te overleven. 
  • Maar door oorlog tussen de Roden en de Witten worden zij toch geëxecuteerd. 

Slide 14 - Tekstslide

Zet de gebeurtenissen in de juiste volgorde 
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10

De SU wordt uitgeroepen.

De Russisch-Japanse oorlog
De Oktoberrevolutie vindt plaats.

Rusland leidt zware verliezen tijdens WOI

De februarirevolutie vindt plaats.

Karl Marx schrijft het communistisch manifest

Boeren moeten samen leven in communes.

De doema wordt opgericht

Bloody Sunday vindt plaats.

Lenin roept de aprilstellingen uit

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Video

Leerdoelen
  • Je kunt de belangrijkste ideeën van Karl Marx uitleggen.
  • Je kunt enkele indirecte oorzaken benoemen van de Russische revolutie.
  • Je kunt uitleggen hoe de Russische revolutie verliep. 

Slide 17 - Tekstslide