afweer

Afweer
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Afweer

Slide 1 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een bacterie en een virus?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Noem een aantal manieren of wegen hoe ziekteverwekkers in ons lichaam kunnen komen.

Slide 4 - Tekstslide

Afweer: Hoe beschermen wij ons tegen lichaamsvreemde stoffen? 

Slide 5 - Tekstslide

Schuif de juiste beschermingsmethode naar de juiste afbeelding
Doodt bacteriën
door zuur
Barrière van dode cellen die bacteriën buiten houden
Maken bacteriën onschadelijk door ze in te sluiten
Trilharen en slijmvliezen die ziekteverwekkers buiten houden
Ontwikkeling nieuwe ziekteverwekkers wordt tegengegaan door hoge temperatuur

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Video

Barieres
  1. De huid 
  2. Slijmvliezen en zuur
  3. Het immuunsysteem 

Slide 8 - Tekstslide

Immuunsysteem
  • A-specifieke afweerfagocyten (opeten), specifieke afweer "activeren", ontstekingsreacties
  • Specifieke afweer ; B- en T-cellen, B-cellen;antistoffen produceren, T-cellen; geïnfecteerde cellen doden

Slide 9 - Tekstslide

A-specifieke afweer
  •  aangeboren afweer 
  •  de eerste lijn van verdediging tegen indringers 
  • altijd actief, zelfs voordat het lichaam wordt blootgesteld aan een specifieke ziekteverwekker
  • fysieke barrières zoals de huid en slijmvliezen, evenals cellen zoals macrofagen en neutrofielen die indringers opeten en doden.


De a-specifieke afweer is niet specifiek gericht op een bepaalde ziekteverwekker en biedt geen langdurige bescherming. Het is echter essentieel voor de bescherming van het lichaam totdat de specifieke afweer in actie kan komen.

Slide 10 - Tekstslide

Macrofagen
  •  soort witte bloedcellen die een belangrijke rol spelen in het immuunsysteem 
  • zijn onderdeel van de a-specifieke afweer en helpen bij het beschermen van het lichaam tegen indringers zoals bacteriën, virussen en andere ziekteverwekkers.
  • Macrofagen kunnen indringers opeten en doden >fagocytose
  • kunnen ook de productie van cytokines stimuleren, die helpen bij het reguleren van de immuunrespons en het aantrekken van andere immuuncellen naar de site van infectie of ontsteking.(Ze kunnen bijvoorbeeld witte bloedcellen activeren en aantrekken om infecties te bestrijden, of ze kunnen de groei van nieuwe bloedvaten stimuleren om wondgenezing te bevorderen. )
  • belangrijke rol bij de weefselreparatie en het opruimen van dode of beschadigde cellen in het lichaam. Ze kunnen ook helpen bij het presenteren van ziekteverwekkers aan de specifieke afweer, zodat deze gericht kunnen worden aangepakt.



Kortom, macrofagen zijn essentiële spelers in het immuunsysteem en dragen bij aan de bescherming en het herstel van het lichaam.


Slide 11 - Tekstslide

  • Neutrofielen (witte bloedcellen) ;zijn betrokken bij de eerste verdedigingslinie van het immuunsysteem en spelen een belangrijke rol bij het bestrijden van infecties.

     Net als macrofagen kunnen neutrofielen indringers opeten en doden door fagocytose. Ze kunnen ook een rol spelen bij het ontstekingsproces en bijdragen aan de productie van cytokines.
  • Natural killer (NK)-cellen; zijn betrokken bij de vroege afweer tegen virussen en kankercellen. 
  • Dendritische cellen ; "vangen" van ziekteverwekkers met hun lange uitlopers (dendrieten)
  • Complement (in bloedplasma opgeloste eiwitten) ;ook betrokken is bij de vroege verdediging tegen ziekteverwekkers en kan helpen bij het doden van bacteriën.

Slide 12 - Tekstslide

Specifieke afweer
- Eén type antistof werkt maar op één type antigeen.

- Antigen: Eiwitten op een cel (signaaleiwit).

- Antistof: Herkennen antigen en maken 
ziekteverwekker onschadelijk.

- Immuun: Bij een mogelijke 2e infectie maakt 
   afweersysteem bijna direct antistoffen. Je wordt dan vaak ook niet ziek.

Slide 13 - Tekstslide

B-cellen
  • produceren antilichamen> specifieke pathogenen herkennen + neutraliseren
  • B-cel herkent antigen (op oppervlak pathogeen)> receptoren (oppervlak B-cel ) specifiek voor betreffende antigen
  • begint zich te delen> groot aantal
  • gaan allemaal antilichamen produceren> bloedbaan

Dit noemen we ook wel de humorale respons.


Slide 14 - Tekstslide

T-cellen
  • rol in de Aangeboren en adaptieve immuunrespons
  • soorten T-cellen
  1. helper t-cellen(cytokines af te scheiden die de immuunrespons stimuleren),
  2. cytotoxische T-cellen( cellen detecteren die besmet zijn met een virus of kankercellen en deze specifiek vernietigen), 
  3. geheugen T-cellen (na de eerste infectie achterblijven in het lichaam en snel kunnen reageren bij een volgende infectie. Ze kunnen zich snel vermenigvuldigen en differentiëren in cytotoxische T-cellen en helper-T-cellen om de ziekteverwekker snel en effectief te bestrijden)

Slide 15 - Tekstslide

Specifieke afweer immunologisch geheugen !
Snel en effectief,
langdurige bescherming !

Slide 16 - Tekstslide

Nadat je de 1e keer besmet bent geraakt met het coronavirus wordt er gezegd dat je er de 2e keer niet meer heel ziek van zal worden. Je bent immuun
Hoe kan dat?
A
Doordat er nog steeds antistoffen aanwezig zijn in je bloed. Die dan direct kunnen werken
B
Omdat een bepaalde witte bloedcel onthoudt welke antistoffen gemaakt moeten worden tegen een bepaalde antigen
C
Je lichaam weet hoe de ziekteverwekker eruit ziet en zorgt dat hij niet meer je lichaam binnen kan komen.
D
De witte bloedcellen die het virus onschadelijk maken, wachten op de plek waar het virus het lichaam binnenkomt. Hier maken ze het virus direct onschadelijk

Slide 17 - Quizvraag

Wanneer je immuun bent voor het coronavirus maakt je lichaam de eerst volgende keer, wanneer het virus je lichaam binnendringt, meteen heel veel antistoffen om het virus uit te schakelen.
Zullen je witte bloedcellen dit ook doen als er een mutant van het virus met andere antigenen je lichaam binnendringt?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Hoe werkt een vaccin nu eigenlijk?

Slide 19 - Tekstslide

Natuurlijke en kunstmatige immuniteit

Natuurlijke immuniteit:
- Lichaam maakt zelf antistoffen tegen binnengedrongen ziekteverwekkers.
- Deel witte bloedcellen onthouden gemaakte antistof (geheugencel, immuun) 

Kunstmatige immuniteit: 
- Actieve immuniteit: inbrengen verzwakte ziekteverwekker (vaccineren). Lichaam maakt zelf           antistof (geheugencel onthoudt antistof, immuun)

- Passieve immuniteit: Antistoffen worden ingebracht (serum). Lichaam maakt zelf 
   geen antistoffen en onthouden de antistoffen ook niet (tijdelijke immuniteit)

Slide 20 - Tekstslide

Sleep de gegeven voorbeelden naar de juiste vorm van immunisatie
Actieve immuniteit
Passieve immuniteit
zelf antistoffen maken
antistoffen ingespoten krijgen
Vaccin
Serum
Tijdelijk immuun
Blijvend immuun
Ziekten voorkomen

Slide 21 - Sleepvraag

Vragen??

Slide 22 - Tekstslide