Methodiek les observatietechnieken

Observatiemethodes
Heb je je boek, pen en papier en telefoon bij de hand?
Observatiemethodes
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Observatiemethodes
Heb je je boek, pen en papier en telefoon bij de hand?
Observatiemethodes

Slide 1 - Tekstslide

Hoe gaat het met je op school? Geef dit aan met een foto!

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Wat gaan je doen?
Hoe je als MZ-er methodisch observeert
Kun je toelichten welke observatiemethoden je kunt inzetten om systematisch en doelgericht te observeren
Theorie: blz 147 - 155
Opdracht: Thieme Meulenhof H10 en H11
G98PS16G koppel je met mijn Thieme
(let op bij de eindtoets tellen de opdrachten van Thieme voor de helft mee als cijfer percentage gemaakte opdrachten)

Slide 4 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?  
Kijk naar dit plaatje en beantwoord de volgende vragen

Slide 5 - Tekstslide

Observatie of interpretatie: Jongetje heeft chocola gepikt
A
Interpretatie
B
Observatie

Slide 6 - Quizvraag

Objectief of subjectief: zijn mondje en handen zitten vol met chocola
A
objectief
B
subjectief

Slide 7 - Quizvraag

Welke valkuilen waren er ook alweer? Als je de termen niet kent zoek ze op!
  1. Eigen mening van de observator;
  2. Emotionele betrokkenheid; 
  3. Het halo-effect;
  4. Het horn-effect;
  5. Vooroordeel;
  6. Projectie;
  7. Stemming;
  8. Ervaring. 

Slide 8 - Tekstslide

Observatiemethoden
Bij observeren kun je verschillende methodes gebruiken:
- bestaande methodes of een eigen methode op maat

Observeren is altijd DOELGERICHT: je bent met de vraag die je wil beantwoorden
Observeren doe je PLANMATIG: je observeert systematisch volgens een plan (een observatieplan)

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan observatie
  1. De aanleiding
  2. Het observatiedoel en de onderzoeksvraag
  3. Het concreet gedrag
  4. Om welke observatie categorieën gaat het
  5. De observatiemethode
  6. Plaats, situatie, data, tijdstippen en uitvoerder van de observatie;
  7. Algemene gegevens

Slide 10 - Tekstslide

Wat zou een aanleiding
kunnen zijn voor een
observatie?

Slide 11 - Woordweb

Stap 1 de aanleiding
Redenen zijn bijvoorbeeld:
  • Als je signalen opvangt dat er iets mis gaat 
  • Als je een vraag hebt hoe je moet handelen
  • Als er problemen zijn
  • als je iemand beter wil leren kennen
  • Als je een verslag wil maken

In de aanleiding schrijf je precies waar de vraag vandaan komt, van wie en waarom.

Slide 12 - Tekstslide

Stap 2 het observatie- doel en vraagstelling
Doel: kort en duidelijk (SMART). Op welke vraag wil je een antwoord? 

Wie je gaat observeren
Welk gedrag je gaat observeren
In welke situatie je gaat observeren

Bijvoorbeeld: na de observatie weet ik hoe vaak Ciska een ander kindje slaat, ik observeer haar tijdens het speelkwartier buiten. 

Slide 13 - Tekstslide

Mw. wil 3 kilo afvallen hoe maak je hier een SMART doel van

Slide 14 - Open vraag

Katy wil op vakantie naar Spanje in de zomer en heeft 500 euro nodig hiervoor, maak hier een SMART doel van

Slide 15 - Open vraag

Opdracht
Bedenk een voorbeeld van een vraagstelling voor een observatie
Wie ga je observeren
Welk gedrag ga je observeren
In welke situatie

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht: bedenk een vraagstelling voor een observatie
Wie ga je observeren
Welk gedrag ga je observeren
In welke situatie. Bedenk iets van je stage!

Slide 17 - Open vraag

Stap 3 het concrete gedrag
Bij stap 3 omschrijf je het gedrag staat dat je wil observeren. 
 Dit doe je:
  • Concreet
  • het gedrag is waarneeembaar
  • geen interpretaties maar feiten


Slide 18 - Tekstslide

Observatiecategorie
concreet gedrag:
huilen, schreeuwen, rennen, gooien,  spullen afpakken, alleen een activiteit doen, samen een activiteit doen met kind/PM-er,  glimlach op haar gezicht, op een positieve manier communiceren


Categorieën:

- speelt samen
- speelt alleen
- vertoont negatief gedrag
- vertoont positief gedrag

Je gaat dus groeperen zodat je beter focussen



Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Stap 4 de observatie categorieen

  • Ze zijn helder en duidelijk
  • ze zijn volledig
  • Er is evenwicht tussen de categorieën. Bijv. de helft positief en de helft negatief


Slide 21 - Tekstslide

Hoe zie je stap 3 en 4 hier terug? 

Slide 22 - Tekstslide

Stappenplan observatie
  1. De aanleiding
  2. Het observatiedoel en de vraagstelling
  3. Concreet gedrag 
  4. Observatie categorieën
  5. Observatiemethode
  6. Plaats en tijd
  7. Algemene gegevens

Slide 23 - Tekstslide

Observatiemethode (stap 5)
Een manier om planmatig en doelgericht te observeren

4 hoofdgroepen:
1. Participerend/gestructureerd
2. Participerend/ongestructureerd
3. Niet-participerend/gestructureerd
4. Niet-participerend/ongestructureerd

Slide 24 - Tekstslide

hoe observeer je als je 1. Participerend/gestructureerd observeert geef een voorbeeld

Slide 25 - Open vraag

hoe observeer je als je 2. Participerend/ongestructureerd
observeert geef een voorbeeld

Slide 26 - Open vraag

Hoe observeer je als je niet-participerend/gestructureerd observeert, geef een voorbeeld.

Slide 27 - Open vraag

Hoe observeer je als je niet-participerend/ongestructureerd observeert, geef een voorbeeld

Slide 28 - Open vraag

Wat betekent dit?
Participerend:  je neemt zelf deel aan de situatie
Niet-participerend:  je bent toeschouwer (onopvallend aanwezig)
Gestructureerd: je weet precies wat je gaat observeren en volgens welk systeem
Niet-gestructureerd: er ligt niet vast hoe je gaat observeren, je maakt van je aantekeningen later een verslag

Slide 29 - Tekstslide

Welke vorm van
observeren zie je in
de afbeelding hiernaast?
A
Niet-participerend
B
Participerend

Slide 30 - Quizvraag

Welke vorm van observeren
zie je in de afbeelding
hiernaast?
A
Participerend
B
Niet-participerend

Slide 31 - Quizvraag

Opdracht
Bedenk bij elk van deze 4 methodes een voordeel en een nadeel, 
Je krijgt ongeveer 10 min. Op de vlg blz kan je een foto maken van je opdracht en uploaden.


Voordeel
Nadeel
Participerend
Niet- participerend
Gestructureerd
Ongestructureerd
timer
10:00

Slide 32 - Tekstslide

maak een foto van je uitwerking en plaats die hier!

Slide 33 - Open vraag

Het is belangrijk om zo onopvallend mogelijk aanwezig te zijn
A
participerend
B
niet participerend

Slide 34 - Quizvraag

je kunt direct waarnemingen registreren
A
participerend
B
niet participerend

Slide 35 - Quizvraag

je doet zelf mee in de situatie die je wil observeren
A
participerend
B
niet participerend

Slide 36 - Quizvraag

Je krijgt een behoorlijk compleet beeld van wat er gebeurt
A
gestructureerd
B
ongestructureerd

Slide 37 - Quizvraag

je weet precies wat je gaat observeren
A
gestructureerd
B
ongestructureerd

Slide 38 - Quizvraag

Je observeert systematisch en doelgericht
A
gestructureerd
B
ongestructureerd

Slide 39 - Quizvraag

Wat voor hulpmiddelen zijn er voor een observatie?

Slide 40 - Woordweb

Hulpmiddelen (stap 5)
  • Onewayscreen  of observatiescherm
  • Pen en papier
  • Camera
  • Spel/speelgoed
  • Stopwatch/ telefoon

Slide 41 - Tekstslide

Het tijdstip
  • Continue observeren
  • Bepaalde gebeurtenissen observeren (Event sampling/ turfsysteem)
  • Op bepaalde momenten observeren (Time sampling /interval systeem)
  • Een combinatie van bovengenoemde

Slide 42 - Tekstslide

Stappenplan observatie
  1. De aanleiding
  2. Het observatiedoel en de vraagstelling
  3. Concreet gedrag 
  4. Observatie categorieën
  5. Observatiemethode
  6. Plaats en tijd
  7. Algemene gegevens

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

casus 
Bij de volgende les bespreken we de lessonUp en ook de casus van Fahri.

Slide 45 - Tekstslide

Evaluatie lesdoelen
Na afloop van de les:
  • Hoe je als MZ-er methodisch observeert
  • Kun je toelichten welke observatiemethoden je kunt inzetten om systematisch en doelgericht te observeren
  • kan je de observatiemethoden inzetten tijdens je examens op stage?

Slide 46 - Tekstslide

Huiswerk
vergeet niet de opdrachten in Thieme te maken!

Opdracht: Thieme Meulenhof H10 en H11
G98PS16G koppel je met mijn Thieme

Slide 47 - Tekstslide

Wat vond je van deze lessonUp
😒🙁😐🙂😃

Slide 48 - Poll

Tot donderdag
en vergeet niet vrijdag en maandag vrij!!

Slide 49 - Tekstslide