zouten

9.1 Oplossen en indampen van zouten
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 55 min

Onderdelen in deze les

9.1 Oplossen en indampen van zouten

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • herhaling
  • Doelen
  • Kenmerken Zouten.
  • Oplossen of niet?
  • Vergelijkingen oefenen.
  • Zelfstandig werken .
  • Evaluatie 

Slide 2 - Tekstslide

herhaling
Doelen
Kenmerken Zouten.
Oplossen of niet?
Vergelijkingen oefenen.
Zelfstandig werken .
Evaluatie 

Slide 3 - Tekstslide

sulfaat
fosfaat
calcium-ion
kalium-ion
nitraat
ijzer(II)-ion
NO3-
Ca2+
SO42-
K+
PO43-
CO32-
Hg+
Fe2+

Slide 4 - Sleepvraag

Sleep de juiste naam naar het ion. 
Let op: Er blijven antwoorden over.
IJzeride-ion
Zilver-ion
Zilver(I)-ion
IJzer(III)-ion
Jood-ion
zuurstofide-ion
oxide-ion
zwavel-ion
Sulfide(II)ion
Sulfide-ion
Jodide-ion
Zilverode-Ion

Slide 5 - Sleepvraag

Doel  aan einde van de les
Je kan een oplos-/indamp vergelijking opstellen. 
Je kan bepalen hoe (goed, matig of slecht) oplost
Je weet bij welke ionen een zout altijd goed oplost.
Je bent bekent met eigenschappen van zouten

herhaling
Doelen
Kenmerken Zouten.
Oplossen of niet?
Vergelijkingen oefenen.
Zelfstandig werken .
Evaluatie 

Slide 6 - Tekstslide

gemeenschappelijke kenmerken zouten
 
  1. formule begint met positief metaal- (of amonium)ion gevolgd door negatief niet-metaal ion (totale lading altijd 0) 
  2. geleiden stroom in opgeloste of gesmolten toestand  
  3. vast bij kamertemperatuur (=hoog smeltpunt)
  4. hebben een kristalstructuur
herhaling
Doelen
Kenmerken Zouten.
Oplossen of niet?
Vergelijkingen oefenen.
Zelfstandig werken .
Evaluatie 

Slide 7 - Tekstslide

Oplossen van zout 
  • ionbinding laat los, elektronen blijven bij het negatieve-ion
  • watermoleculen zijn neutraal maar er is wel ladingsverschil in molecuul 
  • ->negatieve ionen trekken naar meest positieve deel van H2O (H atomen), positieve ionen naar het meest negatieve deel (het O atoom)
Hiernaast oplossen van natriumchloride (=keukenzout) er ontstaat een vloeistof met ladingverschillen ->  
zoutoplossingen geleiden stroom 
herhaling
Doelen
Kenmerken Zouten.
Oplossen of niet?
Vergelijkingen oefenen.
Zelfstandig werken .
Evaluatie 

Slide 8 - Tekstslide

Oplosbaarheidstabel (BINAS 35)
In de oplosbaarheidstabel zoek je op welke letter op het kruispunt staat. 
s    slecht oplosbaar
m   matig oplosbaar
g    goed oplosbaar
-      bestaat niet of reageert met water

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

notatie van oplossen van een zout

Het oplossen van aluminiumsulfaat:

Slide 12 - Tekstslide

opgave 10
Stappenplan:
lost de zout op? tabel 35.
Uit welke ionen bestaat het zout? denk aan lading!
hoe van elk ion?

herhaling
Doelen
Kenmerken Zouten.
Oplossen of niet?
Vergelijkingen oefenen.
Zelfstandig werken .
Evaluatie 

Slide 13 - Tekstslide

Indampvergelijkingen
Omgekeerde van oplosvergelijkingen
2 NO3- (aq) + Ca2+ (aq) -->                      (s)

Schrijf in je schrift de indampvergelijking van een oplossing van calciumchloride 
Ca(NO3)2

Slide 14 - Tekstslide

opgave 11
Stappenplan:
lost de zout op? tabel 35.
Uit welke ionen bestaat het zout? denk aan lading!
hoe van elk ion?

herhaling
Doelen
Kenmerken Zouten.
Oplossen of niet?
Vergelijkingen oefenen.
Zelfstandig werken .
Evaluatie 

Slide 15 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
AAN DE SLAG en HUISWERK

Opgaves 1-9 en 11-18
Tabel 42 en 35!!
9.1 oplossen en indampen van zouten

Slide 16 - Tekstslide