12.3 Hormonen recyclen botten

12.3 Hormonen recylen botten
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

12.3 Hormonen recylen botten

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les:
- Uitleg 12.3 Hormonen recyclen botten
- Voorbereiden practicum Amylase
- Maken opdrachten 12.3

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regeling Calcium concentratie
Ca2+ is o.a. nodig voor impulsoverdracht, samentrekking spieren, bloedstolling en als secundaire boodschapper. 

Wanneer de concentratie Ca2+ stijgt tot boven de norm:
Schildkliercellen nemen stijging waar en geven calcitonine af. 
→ Calcitocine stimuleert opname van Ca2+ door botcellen en minder resorptie van Ca2+ in nieren.
→ Ca2+ concentratie daalt. 


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

nu de tekening op het bord
Regeling Calcium concentratie
Wanneer concentratie Ca2+ daalt onder de norm:
→ Scheiden bijschildklieren parathormoon (PTH) af 
→ Botten geven Ca2+- ionen af
→ Er vindt meer resorptie van Ca2+ in nieren plaats.
→ Niercellen vormen actief vitamine D, dit stimuleert de darmcellen tot extra opname van Ca2+ uit voedsel.
→ de Ca2+ concentratie stijgt. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

nu de tekening op het bord
Antagonisten
PTH en calcitonine zijn antagonisten. Ze hebben een tegengestelde werking -> negatieve terugkoppeling

Calcitonine zorg voor Ca2+ opname/daling concentratie. 
PTH zorgt voor Ca2+ afgifte/stijging concentratie
[Ca2+] schommelt hierdoor rond de norm

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botvorming en botafbraak
Om bot sterker te maken moet eerst een deel van het bestaande bot afgebroken worden. Osteoclasten scheiden zuren af die botweefsel afbreken. Ca2+ komt hierbij vrij.

Osteoblasten vormen daarna nieuw botweefsel (collageen met calciumfosfaat). Zij worden geactiveerd door groeihormoon (GH) en groeifactoren.
Na een tijd komt de osteoblast in het bot te liggen, omringd door het botmateriaal. Dit is een osteocyt

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Botvorming en botafbraak
PTH stimuleert indirect de botafbraak (Ca2+ afgifte), 
Oestrogenen en testosteron remmen deze juist.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose
Oestrogenen remmen de activiteit van osteoclasten. 
Een tekort aan oestrogenen (vrouwen op leeftijd) kan leiden tot osteoporose (botontkalking), het bot verzwakt en risico op botbreuk wordt groter. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Practicum Enzymwerking: Amylase
- Maak groepsindeling, 4 personen per groep
- Lees practicum voorschrift door
- Maak vragen vooraf

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen vooraf
1. Wat is het substraat voor amylase?
2. Welke eindproducten ontstaan door de werking van enzym amylase? (BINAS)
3. Als indicator voor zetmeel gebruiken we lugol. Welke kleur ontstaat er in een zetmeeloplossing? En welke kleur als zetmeel afgebroken wordt? (zie wikipedia)
4. Welke invloed heeft een verhoging van 15o C naar 30o C op de reactiesnelheid van de amylase-reactie? En van 30o C naar 60o C? Licht dit toe.
5. Wat is de optimale pH voor de werking van menselijk amylase?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten (huiswerk
- Maken 12.3 opdr. 1  t/m 6

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies