Blok 8 les 5 Communicatie en reflectie

Blok 8 PDO les 5
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 8 PDO les 5

Slide 1 - Tekstslide

                                      Reminder



Aankomende vrijdag moeten de vragen van hoofdstuk 7 zijn ingeleverd in Cumlaude.

Slide 2 - Tekstslide

7.1 Communiceren kun je leren (les 3)
7.2 Ken jezelf: reflecteren (les 3)

7.3 Omgaan met reacties van anderen (les 4)
7.4 In gesprek gaan (les 4)

7.5 Verslag uitbrengen (les 5)
7.6 Jezelf laten zien (les 5)
Wat wordt er in dit hoofdstuk behandeld?

Slide 3 - Tekstslide

- Terugblik op de vorige les  (paragrafen 7.3 & 7.4)
- Doelen van deze les
- 7.5 + 7.6
- Huiswerk
Wat gaan we vandaag behandelen?

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik op het vorige hoofdstuk. 
                Wat weet je nog? 
                      Drie vragen.

Slide 5 - Tekstslide

In welk niveau communiceer je over het communiceren?
A
Inhoudsniveau
B
betrekkingsniveau
C
metacommunicatie

Slide 6 - Quizvraag

Hebben ouders altijd informatierecht over hun kind?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quizvraag

In een zorggesprek kun je beter geen stiltes laten vallen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

                         Doelen van deze les:
-Je kent verschillende vormen van verslaglegging.
-Je kent het verschil tussen jouw houding in een informele en professionele situatie.

Slide 9 - Tekstslide

7.5 Verslag uitbrengen

Slide 10 - Tekstslide

Wat doe je als je gaat evalueren?

Slide 11 - Open vraag

Pak je boek er bij. Blz. 259.
Waar staat de afkorting PDCA-model voor?
A
Plan-Do-Chat-Archive
B
Plan-Do-Check-Act

Slide 12 - Quizvraag

Lees de stappen van het PDCA-model door. In welk stap zit je als je het voorblad van het voorbereidingsformulier invult?
A
Plan
B
Do
C
Check
D
Act

Slide 13 - Quizvraag

7.5 Verslag uitbrengen
Kijk naar dit deel van de afronding en beantwoord de vraag op de volgende sheet.

Slide 14 - Tekstslide


In welk stap zit je als je het bovenste gedeelte van de afronding invult?
A
Plan
B
Do
C
Check
D
Act

Slide 15 - Quizvraag

7.5 Verslag uitbrengen
Kijk naar dit deel van de afronding en beantwoord de vraag op de volgende sheet.

Slide 16 - Tekstslide


In welk stap zit je als je het onderste gedeelte van de afronding invult?
A
Plan
B
Do
C
Check
D
Act

Slide 17 - Quizvraag

7.5 Verslag uitbrengen
Lees 'Product- en procesevaluatie' op blz. 260.


Vraag: wat is het verschil?
             Het rad bepaalt wie het
             antwoord geeft.

Slide 18 - Tekstslide

7.6 Jezelf laten zien

Slide 19 - Tekstslide

7.6 Jezelf laten zien
Hoe jij jezelf presenteert op stage bepaalt wat mensen van jou denken, maar ook van de school waar je werkt.

Hoe kun je daar op stage rekening mee houden?
3 studenten krijgen een beurt.

Slide 20 - Tekstslide

7.6 Jezelf laten zien
Pak blz. 262 voor je. Lees de drie kopjes 'Meningsverschil, Discussie en Conflict'.

Schrijf op wat het verschil tussen deze drie is.
2,5 min. de tijd.


Het rad bepaalt wie het antwoord geeft.
timer
2:30

Slide 21 - Tekstslide

7.6 Jezelf laten zien
                                                               Conflicthantering

Conflicthantering is een manier om met een conflict om te gaan. In het boek staan er vijf. 

In de volgende drie vragen wordt er een manier beschreven. Geef aan om welke manier het gaat.

Slide 22 - Tekstslide

Sem wijkt niet van zijn standpunt af. Hij wil zijn gelijk krijgen en zet alles op alles om dat te krijgen.
A
Doordrukken
B
Onderhandelen
C
Vermijden
D
Aanpassen

Slide 23 - Quizvraag

Je hebt een eigen mening over iets.
Om het conflict uit de weg te gaan, geef je toch iets toe.
A
Samenwerken
B
Onderhandelen
C
Vermijden
D
Aanpassen

Slide 24 - Quizvraag

Je kijkt samen wat er aan de hand is en komt tot een oplossing waar je het beiden mee eens bent.
A
Samenwerken
B
Onderhandelen
C
Vermijden
D
Aanpassen

Slide 25 - Quizvraag

    Wat weet je nog van dit hoofdstuk? 
                    acht vragen voor jou.

Slide 26 - Tekstslide

Jij legt iets uit aan je stagegroep.
Er rijdt een ambulance met sirene langs en de groep verstaat je niet. Waar is dan sprake van?
A
Miscommunicatie
B
Metacommunicatie
C
Ruis
D
Intonatie

Slide 27 - Quizvraag

Jij vertelt aan een vriend wat je dit weekend gaat doen. Van welke vorm van communicatie is dan sprake?
Verbale of non-verbale communicatie?
A
Verbaal
B
Non-verbaal

Slide 28 - Quizvraag

Als je stemmetjes gebruikt in een verhaal. Over welk begrip hebben we het dan?
A
Articulatie
B
Intonatie
C
Volume
D
Tempo

Slide 29 - Quizvraag

Als je op het schoolplein in gesprek raakt met een ouder over het schoolreisje. Over wat voor een gesprek hebben we het dan?
A
Half open gesprek
B
Gesloten gesprek
C
Opbouwend gesprek
D
Open gesprek

Slide 30 - Quizvraag

Uit welke fasen bestaat het PDCA- model?
A
Plan-Didactiek-Check-Act
B
Plan-Do-Change-Act
C
Plan-Do-Check-Act
D
Play-Do-Check-Answer

Slide 31 - Quizvraag

Welke vraag is een gesloten vraag?
A
Wat zullen we gaan doen?
B
Heb jij je fiets al opgehaald?
C
Wat zou jij doen met 1 miljoen?
D
Hoe zou jij dat probleem oplossen?

Slide 32 - Quizvraag

Als je in je pedagogisch dossier reflecteert op je eigen leerdoelen. Wat voor een evaluatie is dan gaande?
A
Productevaluatie
B
Procesevaluatie

Slide 33 - Quizvraag

Beide ouders van Johnny hebben gezag. Hij woont twee weken bij zijn moeder en gaat dan een weekend en de maandag daarop naar vader. Heeft vader dan recht op informatie over zijn ontwikkeling?
A
Ja, want de ouders hebben beiden gezag
B
Nee, want Johnny woont voornamelijk bij moeder.
C
Nee, want vader is nauwelijks in beeld.
D
Ja, maar alleen op de maandag dat hij bij zijn vader is.

Slide 34 - Quizvraag

                 
                              Huiswerk voor komende week/periode:
-maak de opdrachten van 7.5 en 7.6 in je werkboek. 

Alle opdrachten van dit hoofdstuk moeten uiterlijk vrijdag 11 juni 2021 zijn ingeleverd in Cumlaude


Tip ter voorbereiding van de toets:
-Maak een stapel kaartjes van stevig papier. 
-Maak van elke paragraaf zelf minimaal 2 toetsvragen met antwoorden. 
-Zet de vraag op de ene kant van het kaartje en het antwoord op de andere kant.
-Oefen op deze manier de theorie. Dit kan alleen, met klasgenoten of anderen.

                                                                      ~Succes~

Slide 35 - Tekstslide