examenvragen hfst 5

Maak het schema af door de juiste woorden te kiezen.
Vul bij (1) en (2) de juiste woorden in.
Kies uit:
Banken, instellingen voor sociale zekerheden, lagere overheden.
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Maak het schema af door de juiste woorden te kiezen.
Vul bij (1) en (2) de juiste woorden in.
Kies uit:
Banken, instellingen voor sociale zekerheden, lagere overheden.

Slide 1 - Open vraag

examenvragen hfst 5

Slide 2 - Tekstslide

De collectieve uitgave waren in 2015 € 260 miljard. In het overzicht hiernaast zie je percentages.
Bereken met behulp van de tabel hoeveel miljard euro het nationaal inkomen bedroeg in 2015. Schrijf je berekening op.

Slide 3 - Open vraag

De collectieve uitgave zijn de uitgaven van de collectieve sector.
Gegeven zijn de volgende beweringen
1. Het uitbetalen van onderwijspersoneel behoort tot de collectieve uitgaven.
2. Het uitbetalen van WW-uitkeringen behoort tot de collectieve uitgaven.
A
Alleen bewering 1 is juist
B
Alleen bewering 2 is juist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Naast de collectieve sector kennen we ook de particuliere sector.
Er is een verschil tussen bedrijven in de particuliere sector en bedrijven in de collectieve sector. Welke beschrijving is juist?
A
Bedrijven uit de collectieve sector hoeven geen belasting af te dragen.
B
Bedrijven uit de collectieve sector willen voornamelijk winst maken
C
Bedrijven uit de particuliere sector hoeven geen winst af te dragen.
D
Bedrijven uit de particuliere sector willen voornamelijk winst maken.

Slide 5 - Quizvraag

Stel dat de overheid ervoor zou kiezen om de markt van drinkwater te privatiseren. Een gevolg van de privatisering kan zijn dat de prijs van het drinkwater gaat stijgen.
Als de markt van drinkwater wordt geprivatiseerd, volgt mogelijk een prijsstijging. Geef daarvoor een verklaring.

Slide 6 - Open vraag

De prijs van het drinkwater zou echter ook kunnen dalen als de drinkwatervoorziening wordt geprivatiseerd.
Als de markt van drinkwater wordt geprivatiseerd, volgt mogelijk een prijsdaling. Geef daarvoor een verklaring.

Slide 7 - Open vraag

De negatieve gevolgen van de vergrijzing voor de overheid gaan voornamelijk over de kosten van de vergrijzing, bijvoorbeeld de uitgaven van de AOW-uitkeringen.
Noem nog een ander voorbeeld van overheidsuitgave die zullen stijgen als gevolg van vergrijzing.

Slide 8 - Open vraag

In een bevolkingspiramide kun je de leeftijdsopbouw van de bevolking zien. Je ziet hiernaast drie bevolkingspiramides van drie verschillende jaren.
Zet de piramides in een zodanige volgorde dat ze de vergrijzing van de Nederlandse samenleving in de loop der jaren juist weergeven.
A
1 -> 2 -> 3
B
1 -> 3 -> 2
C
2 -> 1 -> 3
D
3 -> 1 -> 2

Slide 9 - Quizvraag

Karin bekijkt op de site van de Sociale Verzekeringsbank de tabellen van de kinderbijslag
Bereken hoeveel kinderbijslag er voor dit eerste kind ontvangen zal worden tot het kind zes jaar wordt. Ga ervan uit dat de bedragen niet veranderen. Schrijf je berekening op. De gegevens van de site staan onder het vraagteken.

Slide 10 - Open vraag

Men vergeet echter vaak dat bepaalde overheidsuitgaven in verhouding tot de totale overheidsuitgaven ook kleiner zullen worden door de vergrijzing.
Noem twee voorbeelden van overheidsuitgaven die in verhouding kleiner zullen worden door de vergrijzing. Geef ook een verklaring

Slide 11 - Open vraag

Karin en Rainier hebben beide een volledige baan. Als het kind geboren is, gaan zij beide één dag per week minder werken. De overige drie dagen gaat het kind naar de kinderopvang. Als ze straks beiden één dag in de week thuis zijn, verwachten ze dat de vaste lasten zullen stijgen.
Geef, naast de kosten van de kinderopvang, een mogelijke verklaring voor de stijging van de vaste lasten als beide ouders minder gaan werken.

Slide 12 - Open vraag

Rainier zegt: 'De kosten per kind in procenten van het besteedbaar inkomen dalen als er meer kinderen zijn in een gezin.
Laat door een berekening zien dat deze bewering van Rainier klopt. Gebruik daarvoor de grafiek hiernaast.

Slide 13 - Open vraag

Tineke, de vriendin van Karin zegt: Belachelijk dat ze die kinderopvangtoeslag afhankelijk maken van het inkomen. 'Dat ben ik niet met je eens', zegt Karin, 'ik vind het juist goed dat de overheid dat doet.'
Met wie ben jij het eens, met Tineke of met Karin? Geef een verklaring voor je mening.

Slide 14 - Open vraag

Als je alles op een rijtje zet, dan blijkt dat het krijgen van kinderen een hoop financiële gevolgen met zich meebreng. De kosten worden hoger, terwijl het inkomen vaak daalt.
Karin vindt dat het inkomenspatroon tijdens je carrière ander zou moeten lopen. Op het moment dat je hoge kosten hebt, bijvoorbeeld als je kinderen thuis wonen, zou je meer moeten verdienen en zodra ze het huis uitgaan, kun je met minder inkomen rondkomen. Rainier denkt dat werkgevers hier geen voorstanders van zullen zijn.
Geef een argument voor de mening van Rainier.

Slide 15 - Open vraag