5.2, 5.3 en 6.1 Democratie en economische crisis

H3 Interbellum
5.2, 5.3, 6.1

1919-1939

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

H3 Interbellum
5.2, 5.3, 6.1

1919-1939

Slide 1 - Tekstslide

Het interbellum
1918-1939

 Democratie en economische crisis


Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie herkennen en uitleggen welke problemen Duitsland na de Eerste Wereldoorlog had, welke hulp zij hierbij kregen en wat de oorzaken en gevolgen van de economische crisis vanaf 1929 waren. 

Slide 3 - Tekstslide



 Duitsland in de problemen

Slide 4 - Tekstslide


Interbellum


Een interbellum (van het Latijn inter, tussen en bellum, oorlog) is een periode tussen twee oorlogen.

Het interbellum is de periode tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog (1918-1939)

Slide 5 - Tekstslide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog (1)
Eerste democratie in Duitsland: Republiek van Weimar (1919)

Verlies van de oorlog komt hard aan, zowel emotioneel als economisch. 

De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

Slide 6 - Tekstslide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog (2)

  • Het vertrouwen in de de regering van de democratische republiek is laag.

  • Verschillende groepen (extreemlinks /extreemrechts) proberen de macht te grijpen en er is veel politiek geweld (o.a. moorden op politici)

Slide 7 - Tekstslide

Dolkstootlegende






Ontstaan dolkstootlegende (de oorlog was verloren doordat de regering de militairen in de steek hadden gelaten)


Slide 8 - Tekstslide

Economische problemen
  • De herstelbetalingen drukten zwaar op de Duitse economie
  • In 1923 kon de Weimar regering niet betalen
  • Frankrijk en België bezetten daarop het Ruhrgebied (industriegebied) => dit mocht volgens het Verdrag van Versailles

Slide 9 - Tekstslide


Bezetting van het Ruhrgebied
1923-1924




Duitse reactie: Arbeiders staken met doorbetaling.

Hoe kan er worden doorbetaald als ze niet meer werken?
De Duitse regering drukte geldbiljetten bij..
Dit veroorzaakt waardevermindering en automatisch inflatie.

Slide 10 - Tekstslide

Hyperinflatie
  • Als reactie op de bezetting van het Ruhrgebied liet de Duitse regering geld bijdrukken....
  • Dezelfde hoeveelheid goud werd nu vertegenwoordigd door meer bankbiljetten => het geld werd daardoor snel heel veel minder waard => hyperinflatie

Slide 11 - Tekstslide

Prijzen voor 1 kilo brood (1923)
December 1921:                        4 Mark 
December 1922:                       163 Mark 
Januari 1923:                              250 Mark 
April 1923:                                   474 Mark 
Augustus 1923:                          69.000 Mark 
November 1923:                        201.000.000.000 Mark

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide


 Hulp voor Duitsland

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Duitsland 
1924-1929

Politiek en economisch gaat het beter met het land.

De Amerikanen steunen Duitsland met het Dawesplan.
Mensen hebben weer vertrouwen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Beurskrach
1929

De aandelenmarkt stortte in, veel aandelen waren meer waard dan het bedrijf zelf.

Slide 18 - Tekstslide

Beurskrach
Kort fimpje

Slide 19 - Tekstslide


Crisis in de wereld 
vanaf 1929


De Amerikaanse economie stort in en Amerika wil zijn geld terug.
Dit is het begin van een wereldwijde economische crisis.

Slide 20 - Tekstslide

Economische crisis
Oorzaak: te veel uitgaven -> hoe? -> geld lenen

1. Boeren en bedrijven om te kunnen investeren -> meer productie
2. Consumenten om producten te kopen
3. Aandeelhouders om aandelen in bedrijven te kopen.

-> Beurskrach

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Ik 'hoover' niets aan te doen
  • President Hoover was een Republikein: de VS zou zichzelf redden. 
  • Door gebrek aan ingrijpen verergerde de situatie juist.
  • De economische crisis werd nu de Great Depression genoemd.


Slide 24 - Tekstslide

Gevolgen
  • Overal in de wereld te merken 
  • De VS kocht niks meer in het buitenland 
  • Het Dawesplan werd direct gestopt
  • Ineenstorting internationale geldmarkt 
  • Wereldwijde werkloosheid 

Slide 25 - Tekstslide

Een crisis is moeilijk om uit te komen...

Slide 26 - Tekstslide

Duitsland extra zwaar getroffen
  • Leningen van het Dawesplan aan Duitsland komen stil te liggen
  • Hierdoor steeg de werkloosheid met name in de grote Duitse steden (Bijna 30%) 
  • Hierdoor kreeg de NSDAP van Hitler de kans om aan de macht te komen 

Slide 27 - Tekstslide

New Deal, new hope?

Vanaf 1933
  • In 1932 wordt de Democratische Franklin Roosevelt gekozen als president van de Verenigde Staten. 

  • Roosevelt vergelijkt de Amerikaanse economie met een kaartspel. De kaarten moesten opnieuw worden geschud.

Slide 28 - Tekstslide

De New Deal
President Roosevelt (1933-1945) greep wel in, in de economie. Zijn politiek noemen we de New Deal. 

Hij bestreed werkeloosheid met o.a.:
  • Verhoging overheidsuitgaven
  • Werkverschaffingsprojecten
  • Afspraken over minimumlonen
  • Sociale wetgeving



Slide 29 - Tekstslide

Gevolgen  van de 'New Deal'
1 de werkloosheid daalde
2 de lonen stegen weer
3 Minder bedrijven gingen failliet
4 Stijgende belastingen (om de overheidsuitgaven te betalen)




Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Belangrijke begrippen
  • interbellum
  • Republiek van Weimar
  • dolkstootlegende
  • (hyper)inflatie
  • Volkenbond
  • Dawesplan
  • economische crisis
  • beurskrach

Slide 32 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie herkennen en uitleggen welke problemen Duitsland na de Eerste Wereldoorlog had, welke hulp zij hierbij kregen en wat de oorzaken en gevolgen van de economische crisis vanaf 1929 waren. 

Slide 33 - Tekstslide

Een vrouw laat haar kachel branden op papiergeld. Waar en wanneer is deze foto gemaakt?

A
in de Verenigde Staten, kort na de beurskrach van 1929
B
in Duitsland, tussen 1921 en 1924, toen de inflatie extreem hoog was
C
in Italië, kort nadat Mussolini aan de macht kwam.
D
in de Republiek van Weimar, direct nadat de keizer naar Nederland was gevlucht

Slide 34 - Quizvraag

Na de Eerste Wereldoorlog verloren veel Duitse burgers het vertrouwen in hun regering. Kies de antwoorden die uitleggen hoe dat komt.
A
De regering had het voor Duitsland vernederende Verdrag van Versailles getekend. Veel Duitse burgers waren daar kwaad om.
B
De regering legde de bevolking erg strenge wetten op. Toen Duitsland nog een keizer had, had de bevolking veel meer vrijheid.
C
De regering had de Republiek van Weimar veroverd. Dat was volgens veel Duitsers onverstandig, omdat het waarschijnlijk tot wraak van de geallieerden zou leiden.
D
De regering nam weinig effectieve maatregelen tegen de economische crisis.

Slide 35 - Quizvraag

Waarom werd Duitsland extra zwaar getroffen door de wereldwijde economische crisis?

A
Het Dawesplan werd stopgezet.
B
Duitsland had geld uitgeleend aan andere landen om de economie weer op te bouwen.
C
Hitler had enorme schulden gemaakt om het leger weer op te bouwen.
D
De Amerikaanse president had opdracht gegeven om alle Duitse producten uit Amerikaanse winkels te halen.

Slide 36 - Quizvraag