5.2, 5.3 en 6.1 Democratie en economische crisis

Het interbellum
1918-1939

 Democratie en economische crisis


1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Het interbellum
1918-1939

 Democratie en economische crisis


Slide 1 - Tekstslide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog 
Eerste democratie in Duitsland: Republiek van Weimar (1919)

Verlies van de oorlog komt hard aan, zowel emotioneel als economisch. 

De herstelbetalingen zijn niet op te brengen door de regering, en de inflatie is groot.

Slide 2 - Tekstslide

Economische problemen
  • De herstelbetalingen drukten zwaar op de Duitse economie
  • In 1923 kon de Weimar regering niet betalen
  • Frankrijk en België bezetten daarop het Ruhrgebied (industriegebied) => dit mocht volgens het Verdrag van Versailles

Slide 3 - Tekstslide


Bezetting van het Ruhrgebied
1923-1924




Duitse reactie: Arbeiders staken met doorbetaling.

Hoe kan er worden doorbetaald als ze niet meer werken?
De Duitse regering drukte geldbiljetten bij..
Dit veroorzaakt waardevermindering en automatisch inflatie.

Slide 4 - Tekstslide

Hyperinflatie
  • Als reactie op de bezetting van het Ruhrgebied liet de Duitse regering geld bijdrukken....
  • Dezelfde hoeveelheid goud werd nu vertegenwoordigd door meer bankbiljetten => het geld werd daardoor snel heel veel minder waard => hyperinflatie

Slide 5 - Tekstslide

Prijzen voor 1 kilo brood (1923)
December 1921:                        4 Mark 
December 1922:                       163 Mark 
Januari 1923:                              250 Mark 
April 1923:                                   474 Mark 
Augustus 1923:                          69.000 Mark 
November 1923:                        201.000.000.000 Mark

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide


 Hulp voor Duitsland

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Beurskrach
1929

De aandelenmarkt stortte in, veel aandelen waren meer waard dan het bedrijf zelf.

Slide 11 - Tekstslide


Crisis in de wereld 
vanaf 1929


De Amerikaanse economie stort in en Amerika wil zijn geld terug.
Dit is het begin van een wereldwijde economische crisis.

Slide 12 - Tekstslide

Economische crisis
Oorzaak: te veel uitgaven -> hoe? -> geld lenen

1. Boeren en bedrijven om te kunnen investeren -> meer productie
2. Consumenten om producten te kopen
3. Aandeelhouders om aandelen in bedrijven te kopen.

-> Beurskrach

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Ik 'hoover' niets aan te doen
  • President Hoover was een Republikein: de VS zou zichzelf redden. 
  • Door gebrek aan ingrijpen verergerde de situatie juist.
  • De economische crisis werd nu de Great Depression genoemd.


Slide 16 - Tekstslide

Gevolgen
  • Overal in de wereld te merken 
  • De VS kocht niks meer in het buitenland 
  • Het Dawesplan werd direct gestopt
  • Ineenstorting internationale geldmarkt 
  • Wereldwijde werkloosheid 

Slide 17 - Tekstslide

Een crisis is moeilijk om uit te komen...

Slide 18 - Tekstslide

New Deal, new hope?

Vanaf 1933
  • In 1932 wordt de Democratische Franklin Roosevelt gekozen als president van de Verenigde Staten. 

  • Roosevelt vergelijkt de Amerikaanse economie met een kaartspel. De kaarten moesten opnieuw worden geschud.

Slide 19 - Tekstslide

De New Deal
President Roosevelt (1933-1945) greep wel in, in de economie. Zijn politiek noemen we de New Deal. 

Hij bestreed werkeloosheid met o.a.:
  • Verhoging overheidsuitgaven
  • Werkverschaffingsprojecten
  • Afspraken over minimumlonen
  • Sociale wetgeving



Slide 20 - Tekstslide

Gevolgen  van de 'New Deal'
1 de werkloosheid daalde
2 de lonen stegen weer
3 Minder bedrijven gingen failliet
4 Stijgende belastingen (om de overheidsuitgaven te betalen)




Slide 21 - Tekstslide

Belangrijke begrippen
  • interbellum
  • Republiek van Weimar
  • dolkstootlegende
  • (hyper)inflatie
  • Volkenbond
  • Dawesplan
  • economische crisis
  • beurskrach

Slide 22 - Tekstslide