4.4 Migratie naar Nederland










4.4 Migratie naar Nederland
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 37 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les










4.4 Migratie naar Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen?
H4A donderdag 22 mei 
  1. Huiswerk: maken van 4.3 opdrachten 2, 3, 5, 6, 8 en 13
  2. PO: hoe ver zijn jullie?
  3. Klassikaal nakijken
  4. Uitleg 4.4 Migratie naar Nederland
  5. Aan de slag!

Slide 2 - Tekstslide

PO Pluriforme samenleving
  • Wie is er al gestart met het maken van foto's?
  • Zijn er vragen over de opdracht?
  • Zijn er al afspraken gemaakt binnen je groep?

Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk 4.3
2. 
- Oudere werknemers leren minder snel nieuwe dingen.
- Oudere werknemers zijn vaker ziek.
- Oudere werknemers zijn minder handig met ict.

3.
Voordeel: Je hebt snel een beeld van iets, iemand of een situatie.
Nadeel: Je beeld kan onjuist zijn waardoor je iemand onheus behandelt of onterecht negatief beoordeelt.


Slide 4 - Tekstslide

5.
Bij wij-zij-denken zetten de leden van de wij-groep zich af tegen de zij-groep. Hiermee versterken ze het gevoel dat ze bij elkaar horen en dat ze onderling verbonden zijn. Ze versterken zo dus de sociale cohesie in de groep.


6.
Wanneer mensen met een migratieachtergrond niet worden uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek vanwege die achtergrond, is het moeilijker om een baan te vinden dan voor mensen zonder migratieachtergrond. Een migratieachtergrond leidt zo dus tot sociale ongelijkheid; in dit voorbeeld een ongelijke verdeling van maatschappelijke kansen.

Slide 5 - Tekstslide

8
8






Slide 6 - Tekstslide

13 
a. Het gaat hier om discriminatie op straat. Het voorval gebeurde na de voetbalwedstrijd en is gericht op belediging.
b. De racistische beledigingen worden openlijk besproken en afgekeurd door de voetbalclubs en de KNVB. Ook de veroordeling krijgt veel aandacht, bij de clubs en in de media. Dat draagt bij aan de erkenning van het probleem.
c. Discriminatie is slecht voor de sociale cohesie, omdat het mensen verdeelt. Maar als veel mensen samen opstaan tegen onrecht (in dit geval discriminatie), kan dat ook juist zorgen voor een gevoel van saamhorigheid en gedeelde waarden en normen.
d. Bijvoorbeeld: het stadion van Ajax schoonmaken, een publieke schuldbetuiging op sociale media, een gesprek met Brobbey.


Slide 7 - Tekstslide










4.4 Migratie naar Nederland

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 4.4
In deze paragraaf leer je:
  • wat er met migratie wordt bedoeld.
  • Welke motieven mensen hebben om te migreren.
  • Welke migranten mogen blijven en welke niet. 
  • Hoe open Nederland is en hoe open vind jij dat Nederland moet zijn?

Slide 9 - Tekstslide

Jaarlijks vestigen zich vanuit de hele wereld mensen in Nederland. Zij brengen allemaal hun eigen gewoonten en gebruiken mee. 












Deze paragraaf gaat over de redenen dat mensen naar Nederland komen en wie hier mogen blijven en wie niet.

Slide 10 - Tekstslide

Hoe open vind jij dat Nederland moet zijn?
  • De komst van immigranten leidt al jaren tot discussie of Nederland de grenzen verder open of dicht moet doen.
  • Er is zelfs een kabinet door gevallen.
  • Hierbij gaat het onder andere om een afweging tussen 2 verplichtingen
      - zorgen voor het welzijn van de eigen bevolking
      - zorg voor vluchtelingen van buiten de grenzen.
  • Hoe open vind jij dat Nederland moet zijn?


Slide 11 - Tekstslide

Is het onze plicht om vluchtelingen op te vangen? Leg je antwoord uit.
JA, omdat ... / NEE, omdat ...

Slide 12 - Tekstslide

NEE, want:
  • als Nederland de opvang niet aankan, moeten we vluchtelingen weren.
  • je moet eerst bekijken of opvang in de regio mogelijk is.
  • Nederland wordt opgezadeld met een probleem 
  • met zo’n opvangplicht komen er alleen maar meer vluchtelingen naar Nederland.


Slide 13 - Tekstslide

JA, want:
  • als ik vluchteling was, zou ik hetzelfde wensen.
  • Nederland heeft het VN-Vluchtelingenverdrag ondertekend.
  • het is inhumaan om mensen in nood weg te sturen.
  • we hebben als rijk land voldoende mogelijkheden om opvang te bieden.

Slide 14 - Tekstslide

Kijken: Jano en Shiro
  • Vind jij dat Jano en Shiro in Nederland mogen blijven?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Is het onze plicht om vluchtelingen op te vangen? Leg je antwoord uit.
JA, omdat ... / NEE, omdat ...

Slide 17 - Tekstslide

Het migratiebeleid in 2025
  • Restrictief toelatingsbeleid: strenge voorwaarden om toegelaten te  worden als  immigrant
  • Of de arbeidsmigrant voegt iets toe aan NL 
  • Of de vluchteling loopt gevaar op als zij teruggestuurd wordt
  • Hierbij moet NL zich houden aan internationale verdragen 

Slide 18 - Tekstslide

bron 12 op blz. 133 in je boek

Slide 19 - Tekstslide

Al deze mensen willen naar Nederland komen.
Mag het van jou? 

  1. Naima uit Egypte, omdat ze net getrouwd is met een Nederlander met goede baan.
  2. Berna uit Brazilië, omdat ze net getrouwd is met een Nederlander die bijstand krijgt.
  3. De minderjarige broers Jano en Shiro uit Syrië, omdat zij gevlucht zijn van een oorlog.
  4. Fatima uit Afghanistan, omdat zij niet meer verplicht een hoofdoek wil dragen.
  5. Bashar uit Bangladesh, omdat zij hier als schoonmaker wil werken.
  6. Korab uit Polen, omdat hij hier in de tuinbouw wil werken.
  7. Kendo uit Japan, omdat hij hier als chirurg wil komen werken.
  8. Paulo uit Argentinië, omdat hij geen verblijfsvergunning heeft gekregen in België.





Slide 20 - Tekstslide

  1. Naima uit Egypte, omdat ze net getrouwd is met een Nederlander met goede baan.
  2. Berna uit Brazilië, omdat ze net getrouwd is met een Nederlander die bijstand krijgt.
  3. De minderjarige broers Jano en Shiro uit Syrië, omdat zij gevlucht zijn van een oorlog.
  4. Fatima uit Afghanistan, omdat zij niet meer verplicht een hoofdoek wil dragen.
  5. Bashar uit Bangladesh, omdat zij hier als schoonmaker wil werken.
  6. Korab uit Polen, omdat hij hier in de tuinbouw wil werken.
  7. Kendo uit Japan, omdat hij hier als chirurg wil komen werken.
  8. Paulo uit Argentinië, omdat hij geen verblijfsvergunning heeft gekregen in België.

Slide 21 - Tekstslide

Motieven voor migratie

Slide 22 - Tekstslide

Migratie in het verleden
  • Verhuizen van het ene naar het andere land is van alle tijden. 
  • Ook naar Nederland komen al eeuwen groepen mensen. 
  • De nieuwkomers na de Tweede Wereldoorlog kunnen we indelen in:




Slide 23 - Tekstslide

Migratie uit de koloniën

Slide 24 - Tekstslide

Gastarbeiders jaren '60
  • In de jaren zestig kwamen er gastarbeiders uit Spanje, Italië en Griekenland. 
  • Niet lang daarna ook uit Turkije en Marokko.
  • Tegenwoordig komen de meeste arbeidsmigranten uit de Europese Unie.

Slide 25 - Tekstslide

Vluchtelingen

Slide 26 - Tekstslide

Arbeidsmigranten anno 2025

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Kennismigranten
Sinds eind jaren zeventig worden migranten die hier komen werken (en niet uit de EU komen) alleen toegelaten als zij een beroep hebben waar behoefte aan is.

Slide 29 - Tekstslide

Volgmigranten

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Wie mogen niet blijven?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
In deze paragraaf leer je:
  • wat er met migratie wordt bedoeld.
  • Welke motieven mensen hebben om te migreren.
  • Welke migranten mogen blijven en welke niet. 
  • Hoe open Nederland is en hoe open vind jij dat Nederland moet zijn?

Slide 34 - Tekstslide

Aan het werk!
  • Huiswerk: maken van 4.4 opdrachten 3, 4, 5, 6, 8 en 10
  • Bekijk elkaars post-it!
  • Sleutelwoorden: wat neem je mee uit deze les?

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

Slide 37 - Link