Formatieve test 1.1 & 1.2 &1.3

Formatieve test 1.1 & 1.2 & 1.3
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Formatieve test 1.1 & 1.2 & 1.3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maas
Rijn
Waterscheiding
Middenloop
Benedenloop
Bovenloop
Gemengde rivier
Regenrivier

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het verval in de bovenloop is .... en in de benedenloop ....
A
klein, groot
B
groot, gemiddeld,
C
klein, gemiddeld
D
groot, klein

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef voor de volgende uitspraken aan of deze juist of onjuist zijn.
1. Door het kanaliseren van rivieren neemt het overstromingsrisico toe.
2. Kanaliseren van een rivier is voornamelijk gedaan voor de scheepvaart
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gemengde rivier bestaat uit......
A
zoet water en zout water
B
oppervlaktewater en grondwater
C
water van een gletsjerrivier en van een regenrivier
D
water van beken, sloten en meren samen

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De Maas is een regenrivier/gemengde rivier.
A
regenrivier
B
gemengde rivier

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is het debiet het hoogst?
A
Bovenloop
B
Middenloop
C
Benedenloop

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leg uit met behulp van een oorzaak en gevolg waarom in de benedenloop het debiet van een rivier het hoogst is.

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn stuwen nodig om de Maas bevaarbaar te houden?
A
Het regiem van de Maas is onregelmatig omdat het een regenrivier is.
B
Het debiet van de Maas is erg klein omdat het een regenrivier is.
C
Het regiem van de Maas is onregelmatig omdat het een gemengde rivier is.
D
Het debiet van de maas is erg klein omdat het een gemengde rivier is.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de bron. Welke situatie (A of B) is van vóór de verstedelijking en waarom?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke regel kun je afleiden? Denk aan de hoe-hoe-zin.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De vertragingstijd in stedelijke gebieden kan worden verlengd. Geef hier een voorbeeld van.

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Noem twee redenen waarom klimaatverandering kan zorgen voor meer wateroverlast in het rivierengebied

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bevaarbaarheid van een rivier 
stuwen
kribben
kanalisering
helpt verhang te overbruggen
voorkomt meanderen
reguleert debiet
Kortere relatieve afstand tussen plekken
doet het verhang toenemen
helpt vaargeul op diepte houden

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stuwen moeten volledig open
A
bij (te) veel water in de rivier
B
bij weinig water in de rivier
C
wanneer er schepen aankomen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bovenloop
Debiet
Dijkverlegging
Dijkverzwaring
Versterking van een dijk door hem te verbreden, te verhogen of te verstevigen.
Hoeveelheid water die op een bepaald punt door een rivier of beek stroomt, uitgedrukt in m³ per seconde. .
Deel van een rivier of beek vanaf de bron of oorsprong tot de middenloop, waar het verval, de stroomsnelheid en de uitschuring (erosie) over het algemeen groot zijn.
Het landinwaarts verplaatsen van de winterdijk om een grotere waterafvoer mogelijk te maken.

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vaargeul
Zomerdijk
Winterdijk
Uiterwaard
Retentiebekken

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ruimte voor de Rivier:
Sleep de maatregel naar de juiste tekening.
Dijkverhoging
Dijkverlegging
Hoogwatergeul
Uiterwaardafgraving
Kribverlaging

Slide 18 - Sleepvraag

Nederland AB
Par. 1:
Par. 2:
Dit leerdoel beheers ik
Hier wil ik graag extra uitleg over
Ik kan kenmerken van de stroomgebieden van Rijn en Maas beschrijven.
Ik kan uitleggen hoe het veranderende klimaat de waterafvoer van de Nederlandse rivieren Rijn en Maas beïnvloedt.
Ik kan verklaren hoe klimaatverandering zorgt voor een hoger overstromingsrisico, wateroverlast en watertekorten.
Ik kan een dwarsprofiel van de benedenloop van een rivier beschrijven.
Ik kan uitleggen hoe de ruimtelijke inrichting zowel binnen- als buitendijks overstromingsrisico’s beïnvloedt.
Ik kan uitleggen welke invloed menselijk handelen in het stroomgebied heeft op de vertragingstijd, het regiem van rivieren en de waterafvoer.

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies