Behalve de Y en X chromosomen zijn de paren gelijk aan elkaar.
Slide 2 - Tekstslide
Chromosomen
In een eicel zitten 23 chromosomen.
In een zaadcel zitten 23 chromosomen.
Eicel + zaadcel = een bevruchte cel met
chromosomen.
Die bevruchte cel deelt zichzelf op en ook de chromosomen.
Slide 3 - Tekstslide
Wat is een gen?
- Gen is een stukje uit je chromosoom dat bestaat uit DNA.
- Stukje DNA heet een gen.
- Gen bevat informatie over een specifiek
eigenschap. Bijvoorbeeld een gen voor
rood haar.
Slide 4 - Tekstslide
Genenpaar
Het gen van de vader en het gen van de moeder vormen samen het genenpaar. Ieder genenpaar is verantwoordelijk voor 1 erfelijke eigenschap. Bijvoorbeeld: oogkleur.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Ontstaan mutaties
Een verandering in het DNA heet een mutatie
voorbeelden:
albino
kanker
mutagene invloeden:
Schadelijke stoffen als asbest en sigarettenrook, giftige stoffen
straling: Uv straling
röntgen en radioactieve straling
Slide 7 - Tekstslide
Vier uitgangspunten evolutie
Veranderingen over miljoenen jaren
Veranderingen in genotypen
Natuurlijke selectie
Ontstaan van nieuwe soorten
Slide 8 - Tekstslide
natuurlijke selectie
betere overlevingskans
bijvoorbeeld door schutkleur
natuurlijke selectie
Slide 9 - Tekstslide
Hoe ontstaat erfelijke variatie?
Veranderingen in het DNA
zijn Mutaties
Gunstige mutaties
->
Beter aangepast aan hun omgeving
->
Vergroten de overlevingskans
Slide 10 - Tekstslide
Evolutie
zonder evolutie geen leven
zonder evolutie geen biodiversiteit
Slide 11 - Tekstslide
Ontstaan van leven op aarde?
Evolutionair onderzoek heeft wetenschappelijk bewezen dat:
- Alle levensvormen op aarde zijn ontstaan uit een simpele vooroudersoort (eencellig organisme).
- Soorten veranderen en nieuwe soorten ontstaan: Door natuurlijke selectie zullen de best aangepaste dieren het meest succesvol zijn in overleven en voortplanten.
Slide 12 - Tekstslide
Ontstaan van leven op aarde
In een geologische tijdschaal kunnen we de geschiedenis van de aarde in tijdperken verdelen, deze tijdperken kunnen we verder verdelen in periodes.