Middeleeuwen en Walewein

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Middeleeuwen en Walewein

Middeleeuwse literatuur

Leerdoel

• Je weet hoe literatuur in de middeleeuwen tot stand is gekomen
• Je kent een middeleeuwse roman: Walewein
• Je kunt het plaatsen in zijn eigen tijd en in de moderne tijd

Middeleeuwen:  theorie

Samenleving

Literatuutuur

samenleving

• Christendom: theocentrisch, memento mori, macht van de kerk
• Standenmaatschappij, feodaal stelsel: drie standen
• De vierde stand Opkomst burgerij
• Wetenschap en onderwijs

Literatuur

• Schrijver zonder naam
• Mondelinge overlevering
• Ridderromans: karelromans, arthurromans
• Dierenverhalen (fabels) Van den vos Reynearde: parodiën, satire op de samenleving
• Lyrische poëzie: hoofse minnelied
• Middeleeuws toneel (Marieken van Nieumeghen)
• Geestelijke verhalen
• Rederijkerskamers

Karelromans: voorhoofs

 (deels) verzonnen verhalen op rijm over Karel de Grote

 verhouding tussen leenheer (Karel) en zijn ridders (leenmannen) staat centraal

 belangrijke deugden zijn moed, kracht en trouw (aan keizer én God)

 vrouwen spelen nauwelijks een rol

Arthurromans: hoofsheid

• deels) verzonnen verhalen op rijm over koning Arthur en zijn ridders van de ronde tafel
  
• meestal maken de ridders een queeste; vaak goede afloop
  
• belangrijke deugd is, naast moed, kracht en trouw, hoofsheid
  
• hoofse liefde en vrouwen spelen een belangrijke rol
  

Walewein

0

In de samenleving staat God centraal

1. Waar
2. Niet waar

Welke standen zijn er?
En wat is de juiste volgorde?

1. geestelijken, adel, horigen
2. adel, horigen, geestelijken, burgerij
3. geestelijken, adel, horigen, burgerij( apart)
4. burgerij, geestelijken, adel,

Wat is juist

1. Karelromans zijn hoofs
2. Arthurromans zijn hoofs

Welke literatuursoort is satirisch bedoeld?

1. Geestelijk verhaal
2. Ridderoman
3. Middeleeuws toneel
4. Fabel

Walewein is een karelroman

1. waar
2. niet waar

Walewein is een hoofse roman

1. waar
2. niet waar

Opdracht presentatie

• Wat
• Hoe
• Wie
• Tijd
• doelgroep
• Inleveren
• Hulpbronnen
• ZIek 

Toets

• Vooraf
• Aantekeningen maken
• zelf goed uitleggen tijdens de presentatie

Vragen?