Islam
Welke godsdienst komt het meest voor in Turkije?
A
Christendom
B
Islam
C
Jodendom
D
Boeddhisme
1 / 17
Onderdelen in deze les
Welke godsdienst komt het meest voor in Turkije?
A
Christendom
B
Islam
C
Jodendom
D
Boeddhisme
Slide 1 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waar denk je aan bij de islam?
Slide 2 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Vertel: Straks lees ik het ontstaansverhaal van de Islam voor. Hierna volgen een paar vragen over de tekst. Je mag je KOO-schrift pakken en woorden noteren om je straks te helpen bij de vragen.
Lees bijlage 1 'Mohammed'
Begin bij alinea 3 en lees tot het einde.
'Mohammed groeit op.... boek heet de Koran.'
Een profeet is
A
Een ander woord voor God
B
Iemand die in een nieuwe godsdienst begint te geloven
C
De boodschapper van God
Slide 5 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Het boek van de islam heet
A
Koran
B
Bijbel
C
Thora
D
Veda
Slide 6 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie aanbidden de islamieten?
A
Boeddha
B
God
C
Jezus
D
Allah
Slide 7 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Nu gaan we naar de 5 zuilen van het islamitische geloof. Ook hier mag je weer aantekeningen bij maken om de vragen die straks komen goed te beantwoorden.
Slide 9 - Tekstslide
Een moslim is iemand die het islamitische geloof aanhangt. De regel 'Allah is.... boodschapper.' is een belangrijke zin in het geloof en wordt direct in het oor gefluisterd van een moslim-baby wanneer deze geboren wordt.
Slide 10 - Tekstslide
Moslims moeten 5 x per dag bidden. Dit doen zij in de richting van Mekka, waar het geloof is ontstaan. Ze bidden op hun knieën op een kleedje en ze wassen zich voor ze bidden.
Slide 11 - Tekstslide
Aalmoezen zijn de giften die moslims geven aan de arme. Zo geven ze de arme geld of eten. Hiermee doen de moslims goed, wat ze kan helpen in het hiernamaals.
Slide 12 - Tekstslide
Gedurende een maand per jaar mogen de moslims overdag niet eten of drinken. Dit wordt de Ramadan genoemd. Het vasten leert moslims zelfbeheersing, zorg voor anderen en zich kunnen inleven in andere mensen. Het is belangrijk om tijdens het vasten niet oneerlijk te zijn, geen beloften te breken en niet te roddelen.
Slide 13 - Tekstslide
Eens in het leven moet een moslim een bedevaart maken naar Mekka, als hij of zij zich dat kan veroorloven. Een moslim die de tocht naar Mekka maakt, wordt een pelgrim genoemd.
Hoe heten de giften die de moslims geven aan de arme?
A
Cadeau's
B
Almoet
C
Aalmoezen
D
Aalmuud
Slide 14 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Waarom is Mekka een belangrijke stad voor moslims?
A
Mohammed is hier geboren
B
Daar staat de eerste moskee
C
Allah is daar ooit gezien
D
Jezus ging daar preken
Slide 15 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Hoe vaak moeten moslims per dag bidden?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 16 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 17 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
