§4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken

§4.3 reactievergelijkingen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

§4.3 reactievergelijkingen

Slide 1 - Tekstslide

LEERDOELEN §4.3
4.3.1 Je kunt het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking beschrijven.
4.3.2 Je kunt de molecuulformule en naam van enkele veelvoorkomende stoffen noteren.
4.3.3 Je kunt reactievergelijkingen kloppend maken.

Slide 2 - Tekstslide

Reactieschema

Een reactieschema is in woorden. 
Reactievergelijking

Een reactievergelijking is in formules

Slide 3 - Tekstslide

Reactieschema
Als we het hebben over "het verbranden van methaan met zuurstof waarbij koolstofdioxide en water ontstaan" dan kunnen we dat in een reactieschema zetten:
methaan      +          zuurstof       ->      koolstofdioxide    +     water
In een reactieschema staan dus alle beginstoffen voor de reactiepijl en alle reactieproducten na de pijl.
De stoffen worden in woorden opgeschreven.

Slide 4 - Tekstslide

Reactieschema
In een reactieschema staan ook de fases van de stoffen:
vaste stof                                 krijgt als symbool              (s)
vloeistof                                    krijgt als symbool              (l)
gas                                               krijgt als symbool              (g)
opgeloste stof in water  krijgt als symbool               (aq)
Dus met faseaanduidingen wordt het reactieschema dan:
methaan (g)   +   zuurstof (g)   ->   koolstofdioxide (g) +  water (g)

Slide 5 - Tekstslide

Reactievergelijking
Maar in scheikunde gebruiken we niet het reactieschema:
methaan      +          zuurstof       ->      koolstofdioxide    +     water

Maar de stoffen worden geschreven in molecuulformules en dan noemen we het een reactievergelijking.
De reactievergelijking van de reactie wordt dan:
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)

Slide 6 - Tekstslide

Reactievergelijking kloppend maken
Maar dan zijn we nog niet helemaal klaar met de reactievergelijking.
In §3.1 heb je geleerd over de WET van BEHOUD van MASSA
Dit betekent dat er vóór de pijl en na de pijl van elke atoomsoort hetzelfde aantal moet zijn:
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)
(zie vervolg volgende slide)

Slide 7 - Tekstslide

Reactievergelijking kloppend maken
Dit betekent dat er vóór de pijl en na de pijl van elke atoomsoort hetzelfde aantal moet zijn:
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)
En nu is dat nog niet het geval:
Voor de pijl staat nu in totaal: 1x C , 4x H en 2x O
Na de pijl staat nu in totaal: 1x C , 2x H en 3x O
Je moet dit nog "kloppend maken"

Slide 8 - Tekstslide

Reactievergelijking kloppend maken
In de vorige slide zag je dat de atomen niet in dezelfde aantallen vóór en na de pijl aanwezig zijn. Je moet nog puzzelen om dit "kloppend te maken". Dus aantal moleculen veranderen zodat alles klopt.
                   CH4         +       2 O2       ->                                   CO2           +            2 H2O
C-atoom:  1                                                       C-atoom:      1
H-atoom:  4*1 = 4                                          H-atoom:                                      2*2        = 4
O-atoom:                         2*2 = 4                   O-atoom:     2                +            2*1         = 4                                  

Slide 9 - Tekstslide

Tips voor het kloppend maken
1) Voordat je begint schrijf je de atoomsoorten die voorkomen in de reactievergelijking onder elkaar en tel je de aantallen die je nu al hebt.
2) Begin met een atoomsoort die maar in 1 stof vóór de pijl en in 1 stof na de pijl voorkomt en maak deze gelijk.
3) Als er een stof is met maar 1 atoomsoort in de stof, dan maak je die als laatste kloppend (bijv O2 in het vorige voorbeeld)
4) Controleer op het einde ALTIJD of alles klopt.

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen met kloppend maken
Je gaat aan de slag met de Phet-app:
Reactievergelijkingen doen kloppen
Je gaat eerst met de INLEIDING aan de slag om te oefenen.
Om het in het begin makkelijker te maken kan je gebruik maken van hulpmiddelen.
Maak de 3 voorbeelden nu kloppend.

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen kloppend maken
Als je de 3 voorbeelden kloppend hebt gemaakt, dan ga je naar het SPEL van deze app.
Voltooi de 3 niveau's en maak een
screenshot van je resultaat. De foto van 
het resultaat lever je in via de opdracht die 
in Peppels klaar staat.
4 sterren in elke module levert je een bonus deel voor de toets.

Slide 12 - Tekstslide

Oefenen kloppend maken
Als je nog meer wil oefenen met kloppend maken, kan je extra werkbladen aan je docent vragen.

Het kloppend maken van reactievergelijkingen is BELANGRIJK voor de toets en het je dus goed beheersen.

Slide 13 - Tekstslide

Weektaak
§4.3
Opdrachten 4 t/m 16

Slide 14 - Tekstslide