§4.3 - Reactievergelijkingen kloppend maken

§4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken
Je leert:
  • het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking maken
  • de namen en formules van enkele veel voorkomende stoffen
  • een reactievergelijking kloppend maken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§4.3 Reactievergelijkingen kloppend maken
Je leert:
  • het verschil tussen een reactieschema en een reactievergelijking maken
  • de namen en formules van enkele veel voorkomende stoffen
  • een reactievergelijking kloppend maken

Slide 1 - Tekstslide

Reactieschema
Als we het hebben over "het verbranden van methaan met zuurstof waarbij koolstofdioxide en water ontstaan" dan kunnen we dat in een reactieschema zetten:
methaan      +          zuurstof       ->      koolstofdioxide    +     water
In een reactieschema staan dus alle beginstoffen voor de reactiepijl en alle reactieproducten na de pijl.
De stoffen worden in woorden opgeschreven.

Slide 2 - Tekstslide

Reactieschema
In een reactieschema staan ook de fases van de stoffen:
vaste stof                                 krijgt als symbool              (s)
vloeistof                                    krijgt als symbool              (l)
gas                                               krijgt als symbool              (g)
opgeloste stof in water  krijgt als symbool               (aq)
Dus met faseaanduidingen wordt het reactieschema dan:
methaan (g)   +   zuurstof (g)   ->   koolstofdioxide (g) +  water (g)

Slide 3 - Tekstslide

Reactievergelijking
Maar in scheikunde gebruiken we niet het reactieschema:
methaan      +          zuurstof       ->      koolstofdioxide    +     water

Maar de stoffen worden geschreven in molecuulformules en dan noemen we het een reactievergelijking.
De reactievergelijking van de reactie wordt dan:
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)

Slide 4 - Tekstslide

Reactievergelijking
Om van een reactieschema in woorden naar een reactievergelijking in formules te kunnen gaan, moet je van een aantal stoffen de naam en de formule leren. Dit zijn de belangrijkste stoffen die je moet kennen (pag 27 van je boek):

Slide 5 - Tekstslide

Reactievergelijking kloppend maken
Terug naar de verbranding van methaan.
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)

We zijn nu nog niet helemaal klaar met de reactievergelijking.
Het aantal C, H en O atomen zijn niet hetzelfde voor en na de pijl
(zie vervolg volgende slide)

Slide 6 - Tekstslide

Reactievergelijking kloppend maken
     CH4 (g)   +      O2 (g)     ->     CO2 (g)     +     H2O (g)

Voor de pijl staat nu in totaal: 1x C , 4x H en 2x O
Na de pijl staat nu in totaal: 1x C , 2x H en 3x O
Je moet dit nog "kloppend maken"

Slide 7 - Tekstslide

Reactievergelijking kloppend maken
In de vorige slide zag je dat de atomen niet in dezelfde aantallen vóór en na de pijl aanwezig zijn. Je moet nog puzzelen om dit "kloppend te maken". Dus aantal moleculen veranderen zodat alles klopt.
                   CH4         +       2 O2       ->                                   CO2           +            2 H2O
C-atoom:  1                                                       C-atoom:      1
H-atoom:  4*1 = 4                                          H-atoom:                                      2*2        = 4
O-atoom:                         2*2 = 4                   O-atoom:     2                +            2*1         = 4                                  

Slide 8 - Tekstslide

Tips voor het kloppend maken
1) Voordat je begint schrijf je de atoomsoorten die voorkomen in de reactievergelijking onder elkaar en tel je de aantallen die je nu al hebt.
2) Begin met een atoomsoort die maar in 1 stof vóór de pijl en in 1 stof na de pijl voorkomt en maak deze gelijk.
3) Als er een stof is met maar 1 atoomsoort in de stof, dan maak je die als laatste kloppend (bijv O2 in het vorige voorbeeld)
4) Controleer op het einde ALTIJD of alles klopt.

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen met kloppend maken
Je gaat aan de slag met de Phet-app:
Reactievergelijkingen doen kloppen
Je gaat eerst met de INLEIDING aan de slag om te oefenen.
Om het in het begin makkelijker te maken kan je gebruik maken van hulpmiddelen.
Maak de 3 voorbeelden nu kloppend.

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen kloppend maken
Als je de 3 voorbeelden kloppend hebt gemaakt, dan ga je naar het SPEL van deze app.
Voltooi de 3 niveau's en maak een
screenshot van je resultaat. De foto van 
het resultaat lever je in via de opdracht die 
in Peppels klaar staat.
4 sterren in elke module levert je een bonus deel voor de toets.

Slide 11 - Tekstslide

Oefenen kloppend maken
Als je nog meer wil oefenen met kloppend maken, kan je extra oefentoets maken in Test-Correct (vraag om klaar te zetten).

Het kloppend maken van reactievergelijkingen is BELANGRIJK voor de toets en moet je dus goed beheersen.

Slide 12 - Tekstslide

Weektaak
Lezen §4.3
Maken van de opgaven

Slide 13 - Tekstslide