3.4 Christendom in Europa

3.4 Christendom in Europa
De verspreiding van het christendom in geheel Europa

Spullen dicht op tafel: boeken + aantekeningenschrift 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

3.4 Christendom in Europa
De verspreiding van het christendom in geheel Europa

Spullen dicht op tafel: boeken + aantekeningenschrift 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je kan aan het einde van de les uitleggen: 

  • hoe het christendom werd verspreid in Europa
  • wie daarin een belangrijke rol speelden 
  • op wat voor manier zij dit deden en waarom

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Kerken 
alleen al in Kampen

Slide 4 - Tekstslide

Kerken 
alleen al in Kampen

Slide 5 - Tekstslide

Byzantijnse rijk
  • In 395 christendom staatsgodsdienst Romeinse rijk.
  • Strijd wie hoogste macht
  • Keizer Justinianus (533) machtigst in het Byzantijnse rijk
  • Hij benoemt de hoogste bisschop van de Oosters orthodoxe kerk (patriarch van Constantinopel)
  • Hij trekt dus aan de touwtjes!




  •  



Slide 6 - Tekstslide

Tweezwaardenleer
  • Anders in het Westen: geen keizer, paus een belangrijke rol
  • Paus: 'wereld is verdeeld in twee machten' (de tweezwaardenleer)
    - de geestelijke macht (paus)
    - de wereldlijke macht (koningen/keizers)
  • Uiteindelijk leidt dat tot scheuring kerkstromingen west en oost
    - westen: Rooms-katholiek
    - oosten: Oosters-orthodox

Slide 7 - Tekstslide

Monniken

  • Waar denk je aan? 
  • Kloosters, abt, strikte regels, wél bidden en werken, denk aan: missiewerk, ziekenverzorging en onderwijs
  • Belangrijke rol overschrijven en bewaren klassieke werken!



Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Verspreiding
Belangrijk keerpunt: doop van Clovis (496) --> Frankische koningen hielpen het christendom vanaf dit moment te verspreiden

Waarom liet Clovis zich dopen?
  • Geloofde hij écht?
  • Of vooral politiek handig?



Slide 10 - Tekstslide

Vergelijk Constantijn

Slide 11 - Tekstslide

Verspreiding
Voordeel koningen: 
  • machtige kerk achter zich staan (politiek handig)
  • plaatsje in de hemel (echt geloof)

Voordeel monniken: 
  • verspreiding van het geloof (steun koningen, hele bevolking ineens christelijk)

Slide 12 - Tekstslide

Verspreiding
  • Missionarissen: wilden het geloof zonder geweld en dwang verspreiden onder de heidenen 
  • Maar vaak bekeerd door geweld
  • Kerstening: bekering tot het christendom
  • Twee bekende missionarissen: Willibrord en Bonifatius, maar Liudger bekeerde de Friezen

Slide 13 - Tekstslide

Samensmelting
  • De kerstening ging niet makkelijk Veel bleven in de eigen goden/gebruiken geloven. 
  • Om heidenen te bekeren sloot de kerk aan bij heidense gebruiken




Slide 14 - Tekstslide

Opdracht
Wat: bedenk voorbeelden van samensmelting tussen heidense en christelijke cultuur die wij nu nog kennen (denk bijv. aan feesten)

Hoe: samen
Hulp: boek blz 39 onderdeel 'samensmelting'
Tijd: 5 minuten
Uitkomst: bespreken we kort gezamenlijk

Slide 15 - Tekstslide

Samensmelting
Om heidenen te bekeren sloot de kerk aan bij heidense gebruiken, 25 december was het feest van het licht.

Constantijn bepaalde ook dat zondag de rustdag moest worden ipv de zaterdag

Slide 16 - Tekstslide





Pasen wordt gevierd op de dag van het Germaanse lentefeest

Slide 17 - Tekstslide

Wodan
Sinterklaas
Heidense goden leefden voort in christelijke heiligen

Slide 18 - Tekstslide

Maria
Dit was de vrouw van Odin (symbool van opperste macht en wijsheid)
Maria verving vruchtbaarheidsgodinnen

Slide 19 - Tekstslide

Relikwieën ipv dierenhoofden
Doel: onheil afwenden of voorspoed brengen

Slide 20 - Tekstslide

Germaanse goden
Germaanse god Thingsus = Dinsdag
Germaanse god Wodan = Woensdag
Germaanse god Donar = Donderdag
Germaanse goden Freja = Vrijdag




Slide 21 - Tekstslide

Welk woord weg?
Wat: 4 woorden, een hoort er niet bij (niet per se 1 antw goed)
Waarom: Redeneren, discussiëren, beargumenteren, onderlinge samenhang (antwoorden zijn niet altijd eenduidig)
Hoe: in duo's, opschrijven op uitgedeelde blad
Tijd: 10-15 minuten
Uitkomst: Klassikaal kort bespreken
Klaar / moeilijker? Vraag 11-15 / bedenk twee redeneringen

Slide 22 - Tekstslide

Welk woord weg

Bespreken aantal vragen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video