Les 3 prikkeloverdracht

Sarin gas
  • wereldwijd verboden
  • remt acetylcholine-esterase

Leg uit welke effecten Sarin gas heeft op de werking van het menselijk lichaam.

BRON: BINAS 88 GHI
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Sarin gas
  • wereldwijd verboden
  • remt acetylcholine-esterase

Leg uit welke effecten Sarin gas heeft op de werking van het menselijk lichaam.

BRON: BINAS 88 GHI

Slide 1 - Tekstslide

Doel 
  • Je kunt uitleggen hoe de impulsoverdracht tussen twee neuronen plaats vindt.
  • Je kunt uitleggen hoe inhiberende en exciterende neurotransmitters uit verschillende neuronen de impulsfrequentie van het pos synaptisch neuron beïnvloeden. 
  • Je kunt op basis van informatie over specifieke neurotransmitters de werking van verschillende toxines, medicijnen en drugs verklaren
theorie 18.2.4 en 18.2.5 + BINAS GHI

Slide 2 - Tekstslide

programma
overzichtsvideo
stap voor stap uitleg
overzichtsvideo
werking Sarin gas verklaren
Zelf toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

BINAS 88G

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht
kijk nu in de overzichtsvideo of je de verschillende stappen van de impulsoverdracht kunt herkennen. Let op:

Hoe wordt een impuls zichtbaar gemaakt?
Welke kleur hebben calcium-ionen in deze video?
welke kleur hebben de neurotransmitters?
Welke kleur heeft natrium?
Welke stap mist nog?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

-Hoe wordt een impuls zichtbaar gemaakt?
-Welke kleur hebben calcium-ionen in deze video?
-welke kleur hebben de neurotransmitters?
-Welke kleur heeft natrium?
-Welke stap mist nog?

Slide 9 - Open vraag

Sarin gas
  • wereldwijd verboden
  • remt acetylcholine-esterase

Leg uit welke effecten Sarin gas heeft op de werking van het menselijk lichaam.

BRON: BINAS 88 GHI

Slide 10 - Tekstslide

Ritalin bevat de stof methylfenidaat. Deze stof heeft een remmende werking op de opname van Dopamine uit de synapsspleet. Verklaar op welk orgaan ritalin werkt. Lijdt dit tot meer of minder impulsen in dit orgaan?

Slide 11 - Open vraag

Het uiteinde van een motorische zenuwcel (motorisch eindplaatje) geeft de neurotransmitter acethylcholine af, dat voor een reactie van de spiervezel zorgt. Bij de spierziekte myasthenia gravis, een vorm van spierzwakte, is een deel van de acetylcholinereceptoren bezet door antistofmoleculen, waardoor zich onvoldoende acetylcholine kan binden. Bij lijders aan deze ziekte leidt toediening van acetylcholinesterase-remmende stoffen tot vermindering van de spierzwakte. Waardoor verminderen acetylcholinesterase-remmers de spierzwakte?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

samengevat
alle neuronen
  • 1 neuron maakt verbindingen met meerdere andere neuronen
  • impulsen verplaatsen zich maar in 1 richting langs een zenuwcel
presynaptisch neuron
  • Ieder neuron maakt aan alle uiteinden dezelfde neurotransmitter
  • De synapsen zijn dus allemaal exciterend, of allemaal inhiberend.
postsynaptisch neuron
  • kan impulsen ontvangen van verschillende neuronen
  • exciterende en inhiberende impulsen kunnen bij elkaar opgeteld worden.

Slide 15 - Tekstslide

Zet in de goede volgorde:
a. De neurotransmitter wordt afgegeven.
b. De synaptische blaasjes gaan naar het celmembraan.
c. De impuls komt aan bij de synaps.
d. De synaptische blaasjes openen.
e. De neurotransmitter wordt afgebroken.
f. De impuls gaat verder over de tweede cel.

Slide 16 - Open vraag

Onder normale omstandigheden verdwijnt het acetylcholine na het opwekken van een actiepotentiaal, onder andere doordat het wordt omgezet met behulp van het enzym acetylcholinesterase. Bepaalde zenuwgassen remmen de werking van acetylcholinesterase. Het is mogelijk het effect van deze zenuwgassen teniet te doen door toediening van een juiste hoeveelheid curare. Curare is een stof die de werking van de acetylcholinereceptoren blokkeert.
Leg uit, met behulp van bovenstaande informatie op welke wijze curare de werking van dergelijke zenuwgassen teniet doet.

Slide 17 - Open vraag

toetsvragen 18.2
5. Welke van deze beweringen is juist?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

In de synaps tussen neuron p en neuron q wordt een neurotransmitter afgegeven. De potentiaal van neuron q is links afgebeeld.

Heeft deze neurotransmitter een inhiberend of een exciterend effect op neuron q of is dat niet te bepalen?

Slide 20 - Open vraag

Huiswerk
Maak de toetsopgaven bij 18.2 die je niet herkent uit de les

Slide 21 - Tekstslide