Rapporteren

Hoe rapporteren?
Rapporteren is nuttig omdat het aangeeft wat je hebt gedaan en ook of je vervolgacties van je collega’s verwacht. Het is daarom belangrijk om consequent, duidelijk en feitelijk te rapporteren. Waar je verschil maakt in objectieve en subjectieve rapportages 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoe rapporteren?
Rapporteren is nuttig omdat het aangeeft wat je hebt gedaan en ook of je vervolgacties van je collega’s verwacht. Het is daarom belangrijk om consequent, duidelijk en feitelijk te rapporteren. Waar je verschil maakt in objectieve en subjectieve rapportages 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips bij rapporteren 
• Schrijf respectvol over de cliënt en zijn/haar naaste(n);
• Vermeld wat je hebt afgesproken met de cliënt en/of naaste(n);
• Beschrijf alleen feiten en geef niet je eigen mening. Wil je
toch je mening geven, geef dan duidelijk aan dat het om
jouw mening gaat;
• Heeft een situatie je aangegrepen of ben je nog emotioneel
over een situatie, wacht dan even met rapporteren of spreek
een collega, zodat je wat later objectief kunt rapporteren;

• Schrijf kort, krachtig en volledig zodat navraag niet nodig is;

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips bij rapporteren vervolg 1
• Trek geen conclusie/stel geen diagnose als je daartoe niet
bevoegd bent;
• Reageer op eerdere rapportages of op Tussentijdse
Wijzigingen;
• Gebruik geen afkortingen die niet gangbaar zijn in de
Nederlandse taal en vermijd vaktaal. Schrijf zodat iedereen
het kan begrijpen;
• Let op taal-, schrijf en typefouten. De automatische
correctie kan onbedoeld voor vreemde zinnen zorgen. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectief en subjectief 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Objectief 
  • op feiten gebaseerd
  • iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel
Subjectief 
  • op eigen mening gebaseerd
  • iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan:
Objectief of subjectief

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het is het mooiste huis van de straat.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw reageerde vandaag heel vervelend naar meneer. Is dit objectief of subjectief?
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lees jij, voordat je zorg verleent, de rapportage van cliënt?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ben jij bekend met de SOAP rapportage methode?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Waarvoor wordt dit gebruikt? 
Wat betekend het ?
SOAP/SOEP methode
De SOAP/SOEP methode kan zorgen voor eenduidigheid
en kwaliteit in onze rapportages. Niet alle rapportages hoeven of kunnen volgens de SOAP/SOEP uitgeschreven worden. Het kan ook voorkomen in een situatie dat niet alle letters ingevuld kunnen worden. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent elke letter?
Subjectief: Informatie afkomstig van de cliënt zelf: Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?
Objectief: Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
Analyse/Evaluatie: Conclusie getrokken uit subjectieve (S) en objectieve (O)
 gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is?
Plan: Plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mevrouw was vervelend vandaag. Ze deed irritant bij mevr. B door de hele tijd door haar heen te praten. Hoe kun je deze zin objectief verwoorden?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Rapportage
Jantje Pietersen gedroeg zich vandaag als een ongeleid projectiel. We waren allemaal verbaasd toen hij met de mooie zijden lange jurk van mevrouw Jansen verscheen. Deze had hij stiekem aangetrokken. Hij heeft ons de hele dag voor rotte vis uitgemaakt. Hij gooide met het het eten dat onze lieve kokkin met veel aandacht had gemaakt. Er was vandaag geen land met Jantje te bezeilen. We werden er hopeloos van. 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf een rapportage van 300 woorden over een anonieme cliënt.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies