rapporteren

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Rapporteren

Slide 2 - Woordweb

Hoe rapporteren?

Rapporteren is nuttig omdat het aangeeft wat je hebt gedaan en ook of je vervolgacties van je collega’s verwacht. Het is daarom belangrijk om consequent, duidelijk en feitelijk te rapporteren. 

Slide 3 - Tekstslide

Tips bij rapporteren 
• Schrijf respectvol over de cliënt en zijn/haar naaste(n);
• Vermeld wat je hebt afgesproken met de cliënt en/of naaste(n);
• Beschrijf alleen feiten en geef niet je eigen mening. Wil je
toch je mening geven, geef dan duidelijk aan dat het om
jouw mening gaat;
• Heeft een situatie je aangegrepen of ben je nog emotioneel
over een situatie, wacht dan even met rapporteren of spreek
een collega, zodat je wat later objectief kunt rapporteren;

• Schrijf kort, krachtig en volledig zodat navraag niet nodig is;

Slide 4 - Tekstslide

Tips bij rapporteren vervolg 
• Trek geen conclusie/stel geen diagnose als je daartoe niet
bevoegd bent;
• Reageer op eerdere rapportages of op Tussentijdse
Wijzigingen;
• Gebruik geen afkortingen die niet gangbaar zijn in de
Nederlandse taal en vermijd vaktaal. Schrijf zodat iedereen
het kan begrijpen;
• Let op taal-, schrijf en typefouten. De automatische
correctie kan onbedoeld voor vreemde zinnen zorgen. 

Slide 5 - Tekstslide

Objectief en subjectief 
Het verschil tussen objectief en subjectief is erg belangrijk, maar nog veel belangrijker is om te weten wanneer iemand objectieve of subjectieve argumenten geeft. Het is ook belangrijk om bij jezelf na te gaan of je in sommige situaties wel objectief bent.

Slide 6 - Tekstslide

Objectief 
  • op feiten gebaseerd
  • iemand wordt niet beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel
Subjectief 
  • op eigen mening gebaseerd
  • iemand wordt beïnvloed door gevoel, mening of vooroordeel (partijdig, bevooroordeeld)

Slide 7 - Tekstslide

Om 12 uur is er een inbraak gepleegd
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 8 - Quizvraag

Er is ingebroken in een huis aan de Aalsterweg
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 9 - Quizvraag

Het is het mooiste huis van de straat.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 10 - Quizvraag

De bewoners waren niet thuis op het moment van de inbraak.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 11 - Quizvraag

Op de achterdeur zijn inbraaksporen zichtbaar.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 12 - Quizvraag

De jongens van de buurt hebben de inbraak waarschijnlijk gepleegd, want zij zijn altijd uit op rottigheid.
A
Objectief
B
Subjectief

Slide 13 - Quizvraag

SOAP/SOEP methode
De SOAP/SOEP methode kan zorgen voor eenduidigheid
en kwaliteit in onze rapportages. Niet alle rapportages hoeven of kunnen volgens de SOAP/SOEP uitgeschreven worden. Het kan ook voorkomen in een situatie dat niet alle letters ingevuld kunnen worden. 

Slide 14 - Tekstslide

Wat betekent elke letter?
Subjectief: Informatie afkomstig van de cliënt zelf: Wat zegt de cliënt over zijn/haar eigen belevingen (of wat zegt familie)?
Objectief: Directe observatie van de situatie door jou: het gedrag van de cliënt zoals jij dit waarneemt.
Analyse/Evaluatie: Conclusie getrokken uit subjectieve (S) en objectieve (O)
 gegevens die je hebt verzameld: wat denk je dat er aan de hand is?
Plan: Plan dat is uitgevoerd of uitgevoerd moet worden: wat ga je doen? Wat is de reactie van de cliënt hierop? Hoe moet er verder gehandeld worden?

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht

Maak zelf een SOAP-rapportage bij de volgende situatie:
Mevrouw gaat te weinig naar haar familie toe.

Eerder klaar?
Bespreek jouw rapportage met een medestudent. Zijn er verschillen en overeenkomsten?

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Maak een SOAP rapportage
Mevrouw is depressief.

Bespreek de rapportage met een medestudent.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

eigen mening geven in rapportage
Een conclusie van hetgeen wat je hebt waargenomen
problemen zichtbaar maken
Feiten schrijven in een rapportage
Subjectief
Objectief
Signaleren
interpretatie

Slide 22 - Sleepvraag

Herschrijf de onderstaande rapportage
Vanavond zijn we met de groep uit eten geweest bij een Italiaans restaurant in de Kerkstraat. Sandra wilde niet mee, waarom weet ik niet, waarschijnlijk wilde ze weer liever voor de tv hangen. Alle anderen waren wel mee. Het eten was lekker en iedereen was in een goede stemming. Robert heeft twee voorgerechten, een hoofdgerecht en twee nagerechten gegeten. Toen we terug waren, was Robert misselijk en is hij vroeg naar bed gegaan. Met de anderen hebben we nog een film gekeken. Ook daar was Sandra weer niet bij.

Slide 23 - Tekstslide

Eigen rapportage maken
  • Schrijf een rapportage over een recente schooldag. De rapportage is bedoeld voor jouw medestudent en is ongeveer een halve pagina lang. 
  • Wissel de rapportage uit met je medestudent. De medestudent kijkt jouw rapportage na en markeert subjectieve beschrijvingen en irrelevanties. Bijvoorbeeld subjectieve beschrijvingen met gele markering, irrelevanties met blauwe markering.
  • Bijzonderheden nabespreken klassikaal.

Slide 24 - Tekstslide

Kijkopdracht
We kijken zo naar een filmpje.
Aan jullie de opdracht om een rapportage te maken van de dag van Denise.

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

AVG
Zoek op wat de Algemene Verordening Gegevensbescherming inhoudt.

Waarom is dit belangrijk voor het rapporteren?

Slide 27 - Tekstslide