enkelvoudige en samengestelde zinnen

Vrijdag 8 april
H3B
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Vrijdag 8 april
H3B

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Les 30: Grammatica --> redekundig ontleden

- Uitleg enkelvoudige en samengestelde zinnen
- Vragen
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Een enkelvoudige zin bevat één werkwoordgroepje.
Voorbeeld: 
Ik ga dit romantische boek lezen.
De woorden ‘ga’ en ‘lezen’ vormen samen een werkwoordgroepje, want ze horen bij elkaar.

Een enkelvoudige zin bevat één werkwoordgroepje.

Voorbeeld: 

Ik ga dit spannende boek lezen.

De woorden ‘ga’ en ‘lezen’ vormen samen een werkwoordgroepje, want ze horen bij elkaar.

Slide 6 - Tekstslide

Een samengestelde zin is opgebouwd uit twee of meer zinnen (deelzinnen). Hij bevat twee of meer werkwoordgroepjes. Elk werkwoordgroepje geeft een deelzin aan: een hoofdzin of een bijzin.

Voorbeeld:

Ik ga dit spannende boek lezen, omdat mijn vriendin het mij heeft gegeven.

De woorden ‘ga’ en ‘lezen’ vormen samen een werkwoordgroepje en de woorden ‘heeft’ en ‘gegeven’ ook.

Slide 7 - Tekstslide

Marieke zit op de bank terwijl Maarten opruimt.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 8 - Quizvraag

De boze jongen kan zich nu niet meer inhouden.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 9 - Quizvraag

Hij wacht niet langer af en pakt zijn spullen in.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 10 - Quizvraag

Zijn liefhebbende vriendin blijkt er een andere man op na te houden.
A
Samengestelde zin
B
Enkelvoudige zin

Slide 11 - Quizvraag

Netflix is de enige afleiding voor het luie meisje dat op de bank zit.
A
samengestelde zin
B
enkelvoudige zin

Slide 12 - Quizvraag

Ezelsbruggetje
Als je het lastig vindt om te bepalen hoeveel werkwoordgroepjes er in een zin staan, kun je ook het aantal persoonsvormen tellen. Bij één persoonsvorm is de zin enkelvoudig, bij twee of meer persoonsvormen is de zin samengesteld. Het aantal persoonsvormen geeft dan het aantal deelzinnen aan.

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdzin of bijzin
Een hoofdzin is zonder bijzin of andere hoofdzin ook een goede zin. De woorden staan op de goede plek.

Een bijzin is zonder hoofdzin geen goede zin. De woorden staan niet op de goede plek. De persoonsvorm staat (bijna) altijd achteraan.
Hij zei dat hij meer dan drie uur getennist had.

Slide 14 - Tekstslide

Nevenschikkend / onderschikkend
Een samengestelde zin bestaat uit twee of meer hoofdzinnen of heeft één of meer bijzinnen.

Bijzinnen noemen we ondergeschikt als ze deel uitmaken van de hoofdzin.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Van enkelvoudige naar samengestelde zinnen

Slide 17 - Tekstslide

Voegwoorden bepalen hoofdzin of bijzin
Sommige voegwoorden zorgen voor een hoofdzin
‘maar’, ‘en’, ‘want’, ‘of’ en ‘dus’. 
Dit zijn nevenschikkende voegwoorden

Andere voegwoorden zorgen voor een bijzin; 
‘omdat’, ‘als’, ‘zodat’, ‘toen’, ‘wanneer’ en ‘dat’. 
Dit zijn onderschikkende voegwoorden.

Slide 18 - Tekstslide

timer
1:00
Hoofdzin
Bijzin
Kun je als losse zin opschrijven
Kun je niet als losse zin opschrijven
PV en OND staan naast elkaar
PV en OND staan uit elkaar
Begint met een onderschikkend voegwoord
Is een onderdeel van de hoofdzin

Slide 19 - Sleepvraag

Waaruit bestaat een onderschikkend samengestelde zin?
A
Een hoofdzin
B
Twee hoofdzinnen
C
Een hoofdzin en een bijzin
D
Twee bijzinnen

Slide 20 - Quizvraag

Nevenschikkend of onderschikkend?
Je wilt inloggen en dan moet je een wachtwoord gebruiken.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend

Slide 21 - Quizvraag

Nevenschikkend of onderschikkend?
Je moet je verschillende wachtwoorden onthouden, zodat je informatie vergrendeld is.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend

Slide 22 - Quizvraag

Nevenschikkend of onderschikkend?
Het is bekend dat je meerdere wachtwoorden moet hebben.
A
Nevenschikkend
B
Onderschikkend

Slide 23 - Quizvraag

timer
1:00
Noem vijf onderschikkende voegwoorden

Slide 24 - Woordweb

Onderschikkend samengestelde zin
  • Hoofdzin + één of meerdere bijzinnen
  • Kenmerken bijzin:
    - onderwerp en pv zijn van elkaar gescheiden
    - de pv staat meestal achteraan in de zin
    - de bijzin is een zinsdeel van de hele zin (bv. lijdend voorwerp)
    Voorbeeld: Hij weet al heel lang dat hij goed kan tekenen.
                            Hij weet al heel lang iets.

Slide 25 - Tekstslide

Hoofdzinnen
  • Pv en ow staan naast elkaar
  • Je kunt daar geen ander woord tussenzetten
  • Hoofdzinnen worden met elkaar verbonden door nevenschikkende voegwoorden, daar zijn er maar een paar van: dus, of, en, want , maar.
Bijzinnen
  • Pv en ow staan NIET naast elkaar
  • Er staat een zinsdeel of meerdere zinsdelen tussen de pv en het ow
  • Een hoofd- en één meerdere bijzinnen, worden aan elkaar verbonden met onderschikkende voegwoorden, daar bestaan er heel veel van. De meestvoorkomende zijn: dat, voordat, nadat, tot , terwijl, als, toen, omdat, doordat en zodat.

Slide 26 - Tekstslide

Paragraaf 30 Redekundig ontleden oefening 5
a. Je kunt een bijstelling herkennen doordat het altijd tussen twee komma’s of tussen een komma’s en een punt staat. Ook daalt de intonatie bij het hardop lezen van de bijstelling.
b. Je weet dat je te maken hebt met een samengestelde zin wanneer er meer dan één persoonsvorm in de zin voorkomen.
c. Een nevenschikkende zin bestaat uit twee hoofdzinnen. Een onderschikkende zin niet, die bestaat uit een hoofdzin en een bijzin.
d. Vaak begint deze bijvoeglijke bepaling met een voorzetsel.

Slide 27 - Tekstslide

Paragraaf 30 Redekundig ontleden oefening 6
Een bijvoeglijke bepaling is een zinsdeelstuk dat uit meerdere woorden kan staan. Een bijvoeglijk naamwoord is een soort woord.

Slide 28 - Tekstslide

Paragraaf 30 Redekundig ontleden oefening 7
a. De Kamer van Koophandel|heeft|de Big Brother Award, de prijs voor de grootste privacyschenders|, in de wacht gesleept.
bijvoeglijke bepaling:van Koophandel, Big Brother, voor de grootste privacyschenders, grootste
bijstelling:de prijs voor de grootste privacyschenders

Slide 29 - Tekstslide

Paragraaf 30 Redekundig ontleden oefening 7
b. Een zinkgat in de Amerikaanse staat Florida|heeft|tot de ontdekking van een verborgen tunnel richting een bank | geleid.
bijvoeglijke bepaling: in de Amerikaanse staat Florida, Amerikaanse staat, Amerikaanse, van een verborgen tunnel richting een bank, verborgen, richting een bank
bijstelling:-

Slide 30 - Tekstslide

Paragraaf 30 Redekundig ontleden oefening 7
c. In 1867 | verkocht | Rusland | voor 7,2 miljoen dollar|Alaska,een gebied van ruim anderhalf miljoen vierkante meter,|aan de Verenigde Staten.
bijvoeglijke bepaling:7,2 miljoen, van ruim anderhalf miljoen vierkante meter, ruim anderhalf miljoen, Verenigde
bijstelling: een gebied van ruim anderhalf miljoen vierkante meter

Slide 31 - Tekstslide

Paragraaf 30 Redekundig ontleden oefening 7
d. VERS,het nieuwe jongerenpanel van het Groninger Forum,|nodigt | je|uit | voor een avond collectief twijfelen. bijvoeglijke bepaling: nieuwe, van het Groninger Forum, Groninger, collectief twijfelen, collectief
bijstelling: het nieuwe jongerenpanel van het Groninger Forum

Slide 32 - Tekstslide

Paragraaf 30 Redekundig ontleden oefening 7
e. Op de twijfelavond, | gepresenteerd door Tim den Besten, | krijgen | jonge bezoekers | advies |van een deskundig ervaringspanel.
bijvoeglijke bepaling:jonge, deskundig
bijstelling: -

Slide 33 - Tekstslide

Paragraaf 30 Redekundig ontleden oefening 8
a. samengestelde zin; HZ-BZ
b. samengestelde zin; HZ-BZ
c. samengestelde zin; HZ-HZ
d. enkelvoudige zin
e. enkelvoudige zin
f. enkelvoudige zin
g. samengestelde zin; HZ-BZ

Slide 34 - Tekstslide

Verder werken
Maak oefenblad 30 
(staat in Teams: Bestanden - Lesmateriaal - oefenbladen)

Slide 35 - Tekstslide