voortgang leidinggeven theorie periode 7

Voortgang leidinggeven periode 7

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Facilitair LeidinggevendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Voortgang leidinggeven periode 7

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3: Het werkoverleg 

- Soorten vergaderingen 
- Criteria voor een effectief en efficiënt werkoverleg 
- Begrippen 
Hoofdstuk 7: Het begeleider van medewerkers 

- Instructies en opdrachten
- Instructies geven 
- Enkelvoudige en samengestelde opdrachten
- Motiveren van medewerkers
- Evalueren 
- Feedback (4 G's)
- Reflecteren 

Slide 2 - Tekstslide

Welke drie onderdelen horen onder andere in een uitnodiging voor een vergadering te staan?
A
De locatie van de vergadering, het aanvangstijdstip, de eindtijd
B
De locatie van de vergadering, het aanvangstijdstip, parkeergelegenheid
C
Welke mensen er uitgenodigd zijn, het aanvangstijdstip, soort vergadering
D
Welke mensen er uitgenodigd zijn, het aanvangstijdstip, welke vergaderruimte

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de taak van een notulist(e) bij de vergadering?
A
Maakt een verslag met besluitenlijst en actiepunten van de vergadering
B
Schrijft alléén op wat er besloten is.
C
Schrijft op wat er letterlijk gezegd wordt tijdens de verdagering.
D
Stuurt de uitnodiging voor de vergadering.

Slide 4 - Quizvraag

Wat houdt het DUA-principe in als het gaat om het maken van heldere en duidelijke afspraken?
A
Doorslag, Aanpak, Uitkomst
B
Doorvragen, Aanpassen, Uitdenken
C
Duidelijk, Acceptabel, Uitvoerbaar
D
Duidelijk, Actueel, Uitvoerbaar

Slide 5 - Quizvraag

Hoe verloopt het vaste besprekingsschema bij een vergadering?
A
Informeren en motiveren, discussiëren, beslissen, taken verdelen
B
Informeren en motiveren, taken verdelen, discussiëren, beslissen
C
Taken verdelen, discussiëren, beslissen, informeren en motiveren
D
Taken verdelen, informeren en motiveren, discussiëren, beslissen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is feedback?
A
Beoordelen van een medewerker
B
Een enquête houden.
C
Negatieve kritiek geven.
D
Terugkoppeling geven.

Slide 7 - Quizvraag

Waarom zijn gemotiveerde medewerkers belangrijk binnen een bedrijf?
A
Halen een hogere productiviteit.
B
Leveren betere prestaties.
C
Minder ziekteverzuim.
D
Alle antwoorden zijn juist.

Slide 8 - Quizvraag

Geef aan of de stelling JUIST of ONJUIST is.
I Gemotiveerde medewerkers zullen zich nooit kritisch opstellen t.o.v. de werkgever.
II Feedback is altijd negatief.
A
Alleen stelling I is juist.
B
Alleen stelling II is juist.
C
Beide stellingen zijn juist.
D
Beide stellingen zijn onjuist.

Slide 9 - Quizvraag

Je collega werkt slordig. Je hebt in de gaten dat ze veel dingen niet heeft gedaan. Wat kun je het best doen?
A
Geef de kritiek bij voorkeur wanneer er ook andere mensen bij zijn.
B
Geef haar alleen negatieve feedback.
C
Vraag of je collega de situatie herkent en je gevoel begrijpt.
D
Wees duidelijk en begin haar aan te spreken met ‘jij’.

Slide 10 - Quizvraag

Waarvoor staan de vier G’s van effectief feedback geven?
A
Gedrag, gevoel, gevolg, gewenst
B
Gedrag, gevoel, gevolg, gezamenlijk
C
Gedrag, gevoel, gezamenlijk, gewenst
D
Gedrag, gezamenlijk, gevolg, gewenst

Slide 11 - Quizvraag

Kortom, hoe sta je ervoor?
Toets voorbereiding volgt! 

Slide 12 - Tekstslide