H3 p.c. regelmatige werkwoorden (GL3D)

En route!
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

En route!

Slide 1 - Tekstslide

Doelen- en toetsoverzicht periode 2
2. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'le camping' correct vertalen (NF/FN) 


3. Ik kan de woorden en zinnen die te maken hebben met 'reizen' correct vertalen (NF/FN) 
4. Ik kan van leesteksten (A2-niveau) over 'reizen' de belangrijkste informatie benoemen 
5. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre 
6. Ik kan een lijdend voorwerp in een Franse zin vervangen door le, la, l' of les (persoonlijk voornaamwoord) 

2. SO 'le camping' (taaldorpboekje)


3.  GL3ABEF; 3CG
4. GL3BF/ LB extra
5. GL3D/ LB extra
6. GL3H/ LB extra


REPETITIE doel 3 t/m6 (+SO huiswerkcheck)

Slide 2 - Tekstslide

Wat doen we vandaag?
5. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre (GL3D)




Slide 3 - Tekstslide

maak
aantekeningen

Slide 4 - Tekstslide

beschrijft: 
  • wat er gebeurd is
  • wat je hebt gedaan

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

kennen!

Slide 7 - Tekstslide

visité
réussi
attendu
deze doen we een volgende les

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

kennen!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

stappen:
1. onderwerp (Wie?) =
2. bijpassend hulpwerkwoord (avoir of être) = 
3. voltooid deelwoord = STAM + (é of i of u)

Slide 18 - Tekstslide

dus (zet in de p.c.): regarder, il 
1. onderwerp (Wie?) = il
2. bijpassend hulpwerkwoord (avoir of être) = avoir: a
3. voltooid deelwoord = STAM + (é of i of u) = é, dus regardé

Slide 19 - Tekstslide

dus (zet in de p.c.): regarder, il 
1. onderwerp (Wie?) = il
2. bijpassend hulpwerkwoord (avoir of être) = avoir: a
3. voltooid deelwoord = STAM + (é of i of u) = é, dus regardé

Slide 20 - Tekstslide

dus (zet in de p.c.): regarder, il 
1. onderwerp (Wie?) = il
2. bijpassend hulpwerkwoord (avoir of être) = avoir: a
3. voltooid deelwoord = STAM + (é of i of u) = é, dus regardé

Slide 21 - Tekstslide

dus (zet in de p.c.): regarder, il 
1. onderwerp (Wie?) = il
2. bijpassend hulpwerkwoord (avoir of être) = avoir: a
3. voltooid deelwoord = STAM + (é of i of u) = é, dus regardé

Slide 22 - Tekstslide

dus (zet in de p.c.): regarder, il 
1. onderwerp (Wie?) = il
2. bijpassend hulpwerkwoord (avoir of être) = avoir: a
3. voltooid deelwoord = STAM + (é of i of u) = é, dus regardé

Slide 23 - Tekstslide

dus (zet in de p.c.): regarder, il 
1. onderwerp (Wie?) = il
2. bijpassend hulpwerkwoord (avoir of être) = avoir: a
3. voltooid deelwoord = STAM + (é of i of u) = é, dus regardé

Slide 24 - Tekstslide

dus (zet in de p.c.): regarder, il 
1. onderwerp (Wie?) = il
2. bijpassend hulpwerkwoord (avoir of être) = avoir: a
3. voltooid deelwoord = STAM + (é of i of u) = é, dus regardé

antwoord: il a regardé

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Link

Au travail: 
les devoirs 
Faire: 
  • https://www.verbos.eu/Comppro/#Login
(code Frans!!! ww pg5p7z)

Apprendre: 
  • Grandes Lignes chapitre 3CG (slim stampen)
  • Grandes Lignes chapitre 3ABEF (slim stampen)
  • Grandes Lignes chapitre 3D (slim stampen)
LET OP: SO huiswerkcheck in week 4
5. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre (GL3D)

Slide 27 - Tekstslide

Doel bereikt?
5. Ik kan de passé composé met het juiste hulpwerkwoord correct gebruiken voor de regelmatige werkwoorden -er, -ir, -re en de onregelmatige werkwoorden avoir, être, faire en prendre (GL3D)




Slide 28 - Tekstslide

Ik kan de passé composé correct gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 29 - Poll

Zet in de passé composé: Finir, nous
Antwoord goed?
Verlaat zachtjes het lokaal
Freeze

Slide 30 - Open vraag

Zet in de passé composé: choisir, tu
Antwoord goed?
Verlaat zachtjes het lokaal

Slide 31 - Open vraag

Zet in de passé composé: parler, elle
Antwoord goed?
Verlaat zachtjes het lokaal

Slide 32 - Open vraag

Au revoir!

Slide 33 - Tekstslide