D1L7: persoonsvorm in tegenwoordige tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 1

Nederlands

Lidwoord en zelfstandig naamwoord

De persoonsvorm in de tegenwoordige tijd

Lesdoel

Je kunt de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  goed spellen.

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

persoonsvorm tegenwoordige tijd

Wat gaat hier mis?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... jij dat tot morgen?

1. onthoud
2. onthoudt
3. onthield
4. onthouden

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Hij onthoud
2. Hij onthoudt

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De overvaller (beroven) het gezin.

1. berooft
2. beroofd
3. beroof
4. beroofdt

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat (gebeuren) beslist niet!

1. gebeurt
2. gebeurd
3. gebeurdt
4. gebeur

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (worden) morgen 13 jaar.

1. wort
2. word
3. wordt
4. worden

Wat klopt hier niet?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(draaien) Hij ... er altijd omheen.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Achmed ........... (vertellen) aan zijn moeder dat hij nooit meer vuurwerk zal afsteken.

De ballon (belanden) in de boom.

Ik (vinden) er niets aan.

De kip (broeden) al 2 weken.

(Houden) jij ook van nasi?

Hij (schelden) iemand uit.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(bedoelen) Wat ... u daarmee?

Evaluatie

Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?

Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?

😒🙁😐🙂😃