P6 Actief lezen

Welkom

Ga lekker zitten.
Pak alvast je leesboek, Nieuw Nederlands en schrift.
                                                    Nederlands havo4
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Ga lekker zitten.
Pak alvast je leesboek, Nieuw Nederlands en schrift.
                                                    Nederlands havo4

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boekopdracht 4: woensdag 11 juni

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leesvaardigheid
  • Ik kan onderwerp, inleiding, slot en tekstverbanden benoemen. 

  • Ik kan een tekst lezen volgens een stappenplan.

  • Ik weet wat een infographic is. 

  • Ik kan schematische informatie lezen en relaties leggen met de tekst. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekstbegrip
onderwerp, hoofdgedachte, tekstsoorten, tekststructuren, tekstverbanden, signaalwoorden, deelonderwerpen, stappenplan, schematische afbeeldingen, actief lezen, teksten vergelijken.



Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P4 - Stappenplan Lezen

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
Stap 1: Oriënterend lezen 
• Bepaal het onderwerp van de tekst: lees de titel, bekijk de eventuele afbeelding(en) en lees de eerste alinea(’s).
• Vraag je af: 
– Wat weet ik al van dit onderwerp? 
– Wat zal de tekst over dit onderwerp zeggen?




Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
Stap 2: Globaal lezen 
Om alvast een idee van de inhoud te krijgen, lees je de tekst vluchtig door: 
• Stel vast uit welke alinea(’s) de inleiding en het slot bestaan. Zet strepen tussen inleiding, middenstuk en slot.
• Probeer deelonderwerpen te onderscheiden: lees van elke alinea het begin en het eind en ga op zoek naar kernzinnen. Zet strepen tussen de delen. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
Stap 3: Precies lezen 
• Ga na of je eerdere verwachtingen over de tekst bevestigd worden.
• Noteer de betekenis van woorden die je niet kent: achterhaal die via een woordraadstrategie of raadpleeg een woordenboek.
• Markeer van elke alinea de kernzin of de zinnen die samen de belangrijkste informatie geven.
• Markeer de signaalwoorden die verbanden tussen alinea’s aangeven.
• Noteer (in de marge) de deelonderwerpen: kernwoorden of vragen die in het betreffende tekstgedeelte beantwoord worden.
• Markeer (als die er zijn) woorden die de functie van een alinea aanduiden.
• Markeer signaalwoorden die een belangrijk verband tussen zinnen aangeven.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
Stap 4: Analyse afronden 
• Noteer de structuur van de tekst (als die duidelijk herkenbaar is). 
• Markeer de hoofdgedachte van de tekst of noteer die in eigen woorden.
• Noteer het (belangrijkste) tekstdoel
• Noteer de tekstsoort.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken
C1, P4: opdr. 4

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

P6 - Actief lezen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief lezen
Naast stappenplan meer manieren om een tekst actief te lezen:
  • belangrijke zaken markeren
  • samenvatten in steekwoorden in de kantlijn
  • voorspellen wat er nog gaat komen
  • jezelf vragen stellen
  • mindmap/schema's maken 
  • informatie controleren mbv andere bronnen
  • met een ander spreken over de tekst

--> tekst beter begrijpen en onthouden

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips antwoorden formuleren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren
Antwoord altijd in volledige zinnen.

Waarom vergelijkt de schrijver van tekst 1 de basisbeurs met het leenstelsel?
  •  huidige systeem niet eerlijk
  • omdat het huidige systeem niet eerlijk is
  • Hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren
Neem daarvoor de vraag mee in je antwoord (antwoordstarter)

Waarom vergelijkt de schrijver van tekst 1 de basisbeurs met het leenstelsel?
  • Hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is.
  • Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel, omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren
Verwijs nooit naar iets wat niet in je antwoord staat. 

Waarom vergelijkt de schrijver van tekst 1 de basisbeurs met het leenstelsel?
  • Hij vergelijkt deze omdat hij wil laten zien dat het niet eerlijk is.
  • Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel, omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formuleren
Tel de woorden en zet het erachter. De antwoordstarter telt niet mee. 

Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik niet meer dan 15 woorden.
  • Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel, omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. (19w)
  • (Hij vergelijkt de basisbeurs met het leenstelsel), omdat hij wil laten zien dat het huidige systeem niet eerlijk is. (12w)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

deze tekst zat in het examen dit jaar, dat kan je ook even benoemen. Ze gingen lezen en Netflix vergelijken en vragen naar wat lezen dan meer te bieden heeft en wat ze beide kunnen bieden.
Opdracht
  • We lezen de tekst deels samen
  • Lees hem zelf verder

  • Wat zijn de overeenkomsten van lezen en Netflix?
  • Wat zijn de verschillen? 
  • Wat doe je zelf liever en waarom?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Welk onderwerp spreekt jou het meeste aan?
  • Vrouwen hebben geen humor (grapje!)
  • DNA-spoor verraadt straks het uiterlijk van de crimineel

Noteer voor jezelf:
Waar denk je dat deze tekst over kan gaan?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Welk onderwerp spreekt jou het meeste aan?
  • Vrouwen hebben geen humor (grapje!) > opdr.  3 en 4
  • DNA-spoor verraadt straks het uiterlijk van de crimineel > opdr.  6 en 7

Noteer voor jezelf:
Waar denk je dat deze tekst over kan gaan?

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Maak C1, P6: opdr. 2
Kies daarna:
  • opdr. 3 en 4
of
  • opdr. 6 en 7 
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Woensdag 11 juni:
Boekopdracht 4

Maandag 16 juni:
C1, P6: opdr. 2 en kies uit:
  • opdr. 3 en 4 of
  • opdr. 6 en 7. 



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies