FEESTDAGEN/FEESTEN

FEESTDAGEN/FEESTEN
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
THEMABuitengewoon secundair onderwijs

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

FEESTDAGEN/FEESTEN

Slide 1 - Tekstslide

DOELEN DEZE LES (COGNITIEF)
- De leerlingen kunnen kenmerken van volgende feestdagen/feesten benoemen: Nieuwjaar, Drie koningen, Valentijn, Pasen, Moederdag, Vaderdag, Halloween, Sinterklaas, Kerstmis. (ONTHOUDEN)
- De leerlingen kunnen kenmerken van volgende feestdagen/feesten uitleggen: Nieuwjaar, Drie koningen, Valentijn, Pasen, Moederdag, Vaderdag, Halloween, Sinterklaas, Kerstmis. (BEGRIJPEN)
- De leerlingen kunnen de feestdagen/ feesten (Nieuwjaar, Drie Koningen, Valentijn, Halloween, Sinterklaas & Kerst) op de kalender herkennen. (ONTHOUDEN)
- De leerlingen kunnen de feestdagen/ feesten (Nieuwjaar, Drie Koningen, Valentijn, Halloween, Sinterklaas & Kerst) op de kalender aanduiden. (BEGRIJPEN)
- De leerlingen kunnen passende feestkledij herkennen bij de feestdagen/feesten. (ONTHOUDEN)
- De leerlingen kunnen passende kledij aanduiden bij de feestdagen/feesten. (BEGRIJPEN)
- De leerlingen kunnen passende kledij verbinden aan de juiste feesten/ feestdagen. (TOEPASSEN)
- De leerlingen kunnen passende geschenken herkennen bij de feestdagen/feesten. (ONTHOUDEN)
- De leerlingen kunnen passende geschenken aanduiden bij de feestdagen/feesten. (BEGRIJPEN)

Slide 2 - Tekstslide

DOELEN DEZE LES (AFFECTIEF)




- De leerlingen kunnen gebruik maken van een leerpad “Feesten” via LessonUp. (TOEPASSEN)
- De leerlingen kunnen naar een uitleg op LessonUp luisteren. (BERGIJPEN)

Slide 3 - Tekstslide

UITLEG LEERPAD

LUISTER NAAR 
HET PAARSE KNOPJE

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

KLASGESPREK
- Wat zag je op de video?
- Herken je deze video?
- Over wat gaat deze video?
- Vieren jullie Kerstmis? 
- Hoe vieren jullie dit?
- Wanneer valt dit op de kalender?
- Kennen jullie nog andere feestdagen?

Slide 8 - Tekstslide

WAT IS HET? + KLASGESPREK
Wat zie je?
Naam van de feestdag of het feest + probeer zoveel mogelijk kenmerken op te noemen!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

NIEUWJAAR
1

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

DRIE KONINGEN
Balthasar, Caspar & Melchoir
6

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

VALENTIJN
14

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

PASEN

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

MOEDERDAG

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

VADERDAG

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

HALLOWEEN
31

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

SINTERKLAAS
Sinterklaas komt in de nacht van 5 op 6 december!
5/6

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

KERSTMIS
25

Slide 27 - Tekstslide

OEFENINGEN IN CURSUS
1) MAAK EEN FEESTKALENDER OP.
2) VERBINDT DE KLEDIJ MET HET JUISTE FEESTJE OF DE JUISTE FEESTDAG.
3) WELK GESCHENKJE PAST HET BEST?

Slide 28 - Tekstslide

1
2
3

Slide 29 - Tekstslide

QUIZ

Slide 30 - Tekstslide