lesson ... - present simple vs present continuous and pronouns

Welcome 1A!
Get out your:
- English book 
- Notebook
- Pencil case (etui)
- Erase board (wisbordje)
- Plenda
Get ready to start when the second bell rings!
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome 1A!
Get out your:
- English book 
- Notebook
- Pencil case (etui)
- Erase board (wisbordje)
- Plenda
Get ready to start when the second bell rings!

Slide 1 - Tekstslide

Welcome 1B!
Get out your:
- English book 
- Notebook
- Pencil case (etui)
- Erase board (wisbordje)
- Plenda
Get ready to start when the second bell rings!

Slide 2 - Tekstslide

Starting Assignment: Copy and Complete






Finished?: Do the same with the verb: watch - make - walk - sit
I                    fly
I                  am flying
you              
you             
he, she, it 
he, she, it 
we 
we 
you 
you 
they 
they 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Today's programme
- startopdracht bespreken
- Plenda
- present simple of present continuous??
- persoonlijk voornaamwoorden
- oefentoets

Slide 4 - Tekstslide

I                    fly, watch, make
                     walk, sit
I               am flying/watching
         making/walking/sitting
you              fly, watch, make,                       walk, sit
you         are flying/watching
he, she, it   flies, watches
                 makes, walks, sits
he, she, it is flying/watching
we               fly, watch, make,                       walk, sit
we          are flying/watching
you              fly, watch, make,                       walk, sit
you         are flying/watching
they            fly, watch, make,                      walk, sit
they        are flying/watching

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling
Werkwoordspelling in Present Continuous

De gewone regel = am/is/are + werkwoord + ing
Er zijn 2 Uitzonderingen:

make - am/is/are making    - de -e weg bij ww eindigend op -e
sit - am/is/are sitting             - als er 1 klinker staat, verdubbelt de                                                              laatste letter
eat - am/is/are eating          - twee klinkers, dus de gewone regel

Slide 6 - Tekstslide

Notes: Present Simple / Present Continuous
Present Simple = SHIT regel (bij she, he, it ww+(e)s)
  • feiten / gewoonten
  • in verhaal/storyboard: serie van acties omschrijven

Present Continuous = am/is/are + ww + ing
  • NU
  • in verhaal/storyboard: actie die een tijdje bezig is terwijl tussendoor iets korts gebeurt.

Slide 7 - Tekstslide

                                                      1A
Wednesday, 10 January         -  Proefwerk Big Game
Herhalen: alle grammatica (boek p. 75 t/m 77) en alle woordjes (boek p. 78 t/m 80)

Oefenen:   'leerblad' --> Oefentoets online
                       woordjes met Quizlet (of in Blink)
Grammar app --> In the present --> present continuous & present simple
Grammar app --> Me, myself, I

Slide 8 - Tekstslide

                                                      1B
Thursday, 11 January         -  Proefwerk Big Game
Herhalen: alle grammatica (boek p. 75 t/m 77) en alle woordjes (boek p. 78 t/m 80)

Oefenen:   'leerblad' --> Oefentoets online
                       woordjes met Quizlet (of in Blink)
Grammar app --> In the present --> present continuous & present simple
Grammar app --> Me, myself, I

Slide 9 - Tekstslide

Present continuous: vraagzinnen
I am baking a cake. 
Am I baking a cake?

She is telling a story.
Is she telling a story?

Uitleg:
Zet de vorm van 'to be' vooraan de zin om een vraagzin te maken. 

Slide 10 - Tekstslide

Maak de oefeningen
Zachtjes overleggen met je schoudermaatje mag.

Slide 11 - Tekstslide

Present continuous: ontkenning
I am baking a cake. 
I am not baking a cake. 

She is telling a story.
She is not telling a story.


Uitleg:
Zet 'not' achter de vorm van 'to be' om een ontkennende zin te maken.

Slide 12 - Tekstslide

She
(not cry). She's happy.
Look! They
 (dance) together.
I
 (not sleep). I'm reading!
Is he
 (have) a drink at the moment?
Oh no! It
 (rain) again.
What are the boys
 (do) now?




1. She__________(not cry). She's happy.
2. Look! They _______(dance) together.
3. I ___________(not sleep). I'm reading!
4. Is he __________(have) a drink at the moment?
5. Oh no! It ______________ (rain) again.
6. What ___ the boys _______(do) now?

Slide 13 - Tekstslide

Present simple + Present continuous 
Dad is waiting in the car. I close the door and walk to the car.

Dad is waiting (langere actie)
I close the door and walk to the car (korte acties - gebeuren                                                                                     terwijl vader zit te wachten)

Slide 14 - Tekstslide

Quiz!
Get your eraseboards ready!


http://youtu.be/Apy9gTfwcDM?si=jgEbQUDfP_DpIyPA

Slide 15 - Tekstslide

Vind de acties in jouw hoofdstuk
- Zet een cirkel om alle lange acties 

Klaar?

- Zet een streep onder alle korte acties.

Slide 16 - Tekstslide

Notes personal pronouns
Deze woorden horen bij elkaar.

De woorden in de 2e kolom gebruik je na:
  • werkwoorden
  • voorzetsels (kastwoorden)

Slide 17 - Tekstslide

Erase boards
Get read for the next exercise!
5 questions
Complete with:
personal pronoun
 
wait for countdown
3..,2..,1.., up!

Slide 18 - Tekstslide

My brother works in a hospital. -
 
(he/him) is a doctor.

Slide 19 - Tekstslide

I love my friends.

I can always count on (they/them).

Slide 20 - Tekstslide

My siter also works in a hospital. -

(she/her) is a nurse.

Slide 21 - Tekstslide

Who is that man? 

I don't know (he/him).

Slide 22 - Tekstslide

I love bananas

I eat (they/them) every day.

Slide 23 - Tekstslide

I love tea. 

I drink ________ every day.

Slide 24 - Tekstslide

Practice test
- 30 minuten in stilte
- vandaag mag je je aantekeningen/boek/kennisoverzicht                 gebruiken bij de grammatica vragen, morgen natuurlijk niet ;-)

- Klaar? Pak een laptop en ga aan de slag met het leerblad
(magister -> leermiddelen -> Blink (maakt niet uit welke) -> Big Game -> Leerblad

timer
30:00

Slide 25 - Tekstslide

Practice test

Op fluistertoon
- 5 minuten antwoorden vergelijken met schoudermaatje
- leg aan elkaar uit waarom een antwoord goed/fout is.


timer
5:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

What did you learn during this lesson?
Wanneer gebruik je de present continuous?


Hoe maak je een vraagzin in de present continuous?

Maak een ontkennende zin van: She is shopping. 

Slide 33 - Tekstslide

What did you learn this lesson?
Wanneer gebruik je de present continuous?
--> Je gebruikt de present continuous wanneer iets op dit moment bezig is. 
Hoe maak je een vraagzin in de present continuous?

Maak een ontkennende zin van: She is shopping. 

Slide 34 - Tekstslide

What did you learn this lesson?
Wanneer gebruik je de present continuous?
--> Je gebruikt de present continuous wanneer iets op dit moment bezig is. 
Hoe maak je een vraagzin in de present continuous?
--> Zet de vorm van 'to be' vooraan de zin. 
Maak een ontkennende zin van: She is shopping. 

Slide 35 - Tekstslide

What did you learn this lesson?
Wanneer gebruik je de present continuous?
--> Je gebruikt de present continuous wanneer iets op dit moment bezig is. 
Hoe maak je een vraagzin in de present continuous?
--> Zet de vorm van 'to be' vooraan de zin. 
Maak een ontkennende zin van: She is shopping. 
--> she is not shopping

Slide 36 - Tekstslide

Voor mij is de Present Continuous nu....
A
Helemaal duidelijk!
B
Nog niet helemaal duidelijk.
C
Helemaal niet duidelijk

Slide 37 - Quizvraag

Quiz!
Get your eraseboards ready!


http://youtu.be/Apy9gTfwcDM?si=jgEbQUDfP_DpIyPA

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide