Some, any/something, anything

English
welcome
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

English
welcome

Slide 1 - Tekstslide

Grammar
Use to / used to
some / any
Something / anything

Slide 2 - Tekstslide

Soorten zinnen
+ zinnen zijn bevestigende zin (als het wel zo is) 
- zinnen zijn ontkennende zinnen (waar je not in gebruikt)
? als je "ja" als antwoord werwacht 
? als je niet weet of het antwoord "ja" of "nee" zal zijn

Slide 3 - Tekstslide

Use to / used to
+ zinnen gebruik je altijd --> "used to" + hele ww
- zinnen gebruik je altijd --> "use to" + hele ww
? zinnen gebruik je altijd --> "use to" + hele ww

Slide 4 - Tekstslide

Vormen van "some"
+ zinnen krijgen altijd een vorm van "some"
- some
- something
- somebody/someone
- somewhere

Slide 5 - Tekstslide

Vormen van "some"
Bij ? zinnen waar je van weet dat het antwoord "ja" zal zijn gebruik je altijd een vorm van "some"
- some
- something
- somebody/someone
- somewhere

Slide 6 - Tekstslide

Vormen van "any"
Bij - zinnen gebruik je altijd een vorm van "any"
- any
- anything
- anybody/anyone
- anywhere

Slide 7 - Tekstslide

Vormen van "any" 
Bij ? zinnen waarvan je niet weet of het antwoord "ja" of "nee" zal zijn gebruik je een vorm van "any"
- any
- anything
- anybody/anyone
- anywhere

Slide 8 - Tekstslide

Do we have ...... leftovers?
A
some
B
any

Slide 9 - Quizvraag

I can't find my walled .........
A
somewhere
B
anywhere

Slide 10 - Quizvraag

hello! Is ....... there?
A
something
B
anything

Slide 11 - Quizvraag

Can I pass me ...... milk, please?
A
some
B
any

Slide 12 - Quizvraag

flight attendant: Would you like ...... to drink?
A
something
B
anything

Slide 13 - Quizvraag

Waitress: Would you like ...... to drink?
A
something
B
anything

Slide 14 - Quizvraag

I have got ....... questions.
A
some
B
any

Slide 15 - Quizvraag

My keys must be here ........
A
somewhere
B
anywhere

Slide 16 - Quizvraag

My best friend ........(to live) across the street, but he moved away.
A
used to live
B
use to live

Slide 17 - Quizvraag

Thomas .......... (to be) his friend, they hated each other.
A
used to be
B
did'nt used to
C
did'nt use to

Slide 18 - Quizvraag

Her hair ....... (to be) blond, but now she is a redhead.
A
did'nt use to be
B
used to be
C
use to be

Slide 19 - Quizvraag

my boyfriend ....... (to work) at a school.
A
used to work
B
use to work
C
used to working

Slide 20 - Quizvraag

There ....... (to be) a barbershop here, but now it's gone.
A
use to be
B
used to be

Slide 21 - Quizvraag

....... that I ...... to know. (vorm van some/any + vorm van use to)

Slide 22 - Open vraag