Woordenschat H5 deel 2: Zoek een bekend woorddeel

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Woordenschat H5 deel 2: Zoek een bekend woorddeel

Welkom terug klas 1hvf,

Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.

Stap 1: Doe je telefoon in de telefoontas.

Stap 2: Pak je schrift, boek en je Chromebook.

Stap 3: Log in LessonUp met je eigen naam.

Wat ga je doen?

Leerdoel: Ik ken de betekenis van de woorden van de woordenlijst van H4 en H5.

Hoe bereiken we dit doel?

1. Lezen

2. Mondelinge overhoring

3. Oefenen woordenschat + strategie zoek een bekend woorddeel.

4. Huiswerk: Opdracht 4, 5 en 6 + leren: woordenlijst helemaal.

Lezen

Tijdens het lezen: Huiswerkcontrole

Mondelinge overhoring

De laatste leerlingen voor een mo:

Noteer drie signaalwoorden die een voorbeeld aangeven

Noteer drie signaalwoorden die een tegenstelling aangeven.

Welk woord past in de zin?
Bidden voor het eten is een […] gebruik.

1. hygiënisch
2. hiërarchisch
3. gulzig
4. religieus

Welke uitdrukking past in de zin? Let op: Je moet de uitdrukking aanpassen aan de zin. Bij de uitgang van de supermarkt is de winkeldievegge […]; in haar tas zaten drie tubes tandenpasta en vier flesjes nagellak die ze niet had afgerekend.
Kies uit: de aap komt uit de mouw, tegen de lamp lopen, op eieren lopen.

Welk woord past in de zin? Als je goed kijkt, zie je dat de meeste mensen geen … gezicht hebben: beide helften zijn niet gelijk.

1. imago
2. identiek
3. globaal
4. legaal

Leg in eigen woorden uit wat een afleiding is

Wat betekent het woord: besluiteloos?

Maak een zin van minstens tien woorden, waaruit de betekenis van de uitdrukking duidelijk wordt. Je mag het werkwoord aanpassen aan het onderwerp van je zin.
Aan de straatstenen niet kwijtraken.

Instructie

Wat ga je doen: Maken online: Woordenschat H5 deel 2: Opdracht 4, 5 en 6. Leren: Woordenlijst H3-H5 helemaal.

Hoe ga je dat doen? Je werkt fluisterend aan de opdrachten.

Tijd: Tot het einde van de les.

Hulp: De docent loopt rond om te helpen.

Uitkomst: Je werkt met de 2 leerdoelen: De betekenis van een moeilijk woord raden met hulp van een bekend woordddeel + je kent de betekenis van de woorden van de woordenlijst.

Klaar: Lezen of leren woordenlijst.