Autisme spectrum stoornis

Autisme spectrum stoornis
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Autisme spectrum stoornis

Slide 1 - Tekstslide

1

Slide 2 - Video

00:32
Wat denken jullie dat het poppetje voorstelt?

Slide 3 - Open vraag

Wat gaan we bespreken?
  •  Wat is ASS?
  • Hoe wordt ASS gediagnosticeerd?
  • Waar loopt een leerling met ASS tegenaan in het regulier onderwijs?
  • Hoe handel je bij leerlingen met ASS?

Slide 4 - Tekstslide

Wat weten we al over ASS?

Slide 5 - Woordweb

Wat is ASS?

Slide 6 - Tekstslide

Wat is ASS?
‘Autisme is de verzamelnaam voor gedrag dat duidt op problemen op het gebied van sociale interactie en de aanwezigheid van beperkt, repetitief gedrag’. - GGZ standaarden. (2020)

‘Een autismespectrumstoornis (ASS) is een ontwikkelingsstoornis waarbij de informatieverwerking in de hersenen verstoord is.’ - Hersenstichting. (z.d.)

‘ASS is een spectrum: niet alle kenmerken komen bij iedereen evenveel voor. Of een leerling ASS
heeft, is af te leiden uit de criteria die men heeft vastgelegd in de DSM 55 -TR, een internationaal classificatiesysteem van psychische stoornissen’. - Katholiek onderwijs Vlaanderen. (2013).

‘Autisme is de verzamelnaam voor gedrag dat duidt op problemen op het gebied van sociale interactie en de aanwezigheid van beperkt, repetitief gedrag’. - GGZ standaarden. (2020)
‘Een autismespectrumstoornis (ASS) is een ontwikkelingsstoornis waarbij de informatieverwerking in de hersenen verstoord is.’ - Hersenstichting. (z.d.)
‘ASS is een spectrum: niet alle kenmerken komen bij iedereen evenveel voor. Of een leerling ASS heeft, is af te leiden uit de criteria die men heeft vastgelegd in de DSM 55 -TR, een internationaal classificatiesysteem van psychische stoornissen’. - Katholiek onderwijs Vlaanderen. (2013).

Definities

Slide 7 - Tekstslide

DSM-5
  • Autistische stoornis
  • Syndroom van Asperger
  • PDD-NOS 
  • Multiple complex Development Disorder (McDD)

Slide 8 - Tekstslide

Stoornissen/klachten die vaak samengaan met ASS

  • Genderdysforie
  • Comorbiditeit
  • Eerst andere diagnose 
  • ADHD, persoonlijkheidsstoornissen en stemmingsstoornissen

Slide 9 - Tekstslide

Verwacht je dat de comorbiditeit hoog of laag is bij ASS?
Hoog
Laag

Slide 10 - Poll

Hoe wordt ASS gediagnosticeerd?

Slide 11 - Tekstslide

Opbouw DSM-5
  • Blijvende tekorten in sociale communicatie en interactie

  • Door herhaling gekenmerkte gedragspatronen, beperkte interesses en beperkte activiteiten (HBB), deze doen zich voor in allerlei situaties

  • De verschijnselen zijn aanwezig vanaf de vroegste kindertijd.

  • De verschijnselen veroorzaken klinische relevante verstoring van het huidige functioneren in sociale of andere belangrijke levensgebieden.

  • De stoornissen worden niet beter verklaard uit intelligentiestoornis of globale ontwikkelingsachterstand

Slide 12 - Tekstslide

Diagnostiseren ASS
1. Verwijzing en aanmelding
2. Intakegesprek
3. Aanvullende diagnostische onderzoeken
4. Adviesgesprek

Slide 13 - Tekstslide

Verwijzing en aanmelding
  • Verwijzing GGZ 
  • inschrijfformulieren
  • vragenlijsten

Slide 14 - Tekstslide

Intakegesprek
  • Kinderpsychiater/psycholoog
  • Gezinssituatie, eerdere hulpverlening en problemen omtrent ontwikkeling en gedrag.
  • Aanvullende diagnostische onderzoeken

Slide 15 - Tekstslide

Aanvullende diagnostische onderzoeken
  •  Aanvullende gesprekken met ouders/verzorgers
  • Observatie van het kind
  • Testonderzoek gericht op o.a. het ontwikkelingsniveau (IQ), spraak-taalontwikkeling, algemene ontwikkeling en inzicht in sociale situaties

Slide 16 - Tekstslide

Adviesgesprek
  1. Er is geen behandeling/begeleiding (meer) nodig voor het kind en het zorgtraject wordt afgesloten. 
  2. Er wordt een behandeling/begeleidingsplan opgesteld en die begeleiding wordt binnen dezelfde organisatie geboden. 
  3. Er wordt verwezen voor (aanvullende) begeleiding/behandeling naar een andere organisatie.

Slide 17 - Tekstslide

Denk je dat de net benoemde opties ook samen voorkomen?
Ja
Nee

Slide 18 - Poll

Waar loopt een leerling met ASS tegenaan in het regulier onderwijs?

Slide 19 - Tekstslide

Waar loopt volgens jou een leerling met autisme tegenaan in het reguliere onderwijs?

Slide 20 - Open vraag

Waar loopt een leerling met ASS tegenaan in het (regulier) onderwijs?

Slide 21 - Tekstslide

Pedagogisch
  • Stress ligt op de loer bij deze leerlingen. Dit kan zorgen voor plotselinge uitbarstingen.

Slide 22 - Tekstslide

Didactisch
  • Een docent die veel verschillende werkvormen in zijn les doet bewijst de leerling(en) in zijn klas geen dienst. Leerlingen met ASS ervaren dit als onrust en raken hier onrustig van.
  • Er is sprake van minder snelle informatieverwerking. Deze kinderen verwerken de informatie anders.
  • Kinderen met autisme hebben een andere leerstijl en kunnen moeilijk samenhang ontdekken, eveneens hebben ze moeite met generaliseren van wat ze hebben geleerd en met abstract denken.


Slide 23 - Tekstslide

Vakinhoudelijk
  • De ene vakken zijn voor de leerlingen met ASS overzichtelijker dan de andere. Dit kun je terugzien in hun cijferlijsten. Wiskunde speelt met vaste regels en is overzichtelijk voor de leerlingen. Geschiedenis is lastiger voor hun want dit kunnen ze verkeerd interpreteren.

  •  Hun interessegebied is niet breed. Deze kinderen hebben vaak eenzijdige interesses. Wel weten ze daar dan alles van.

Slide 24 - Tekstslide

Sociaal-emotioneel
  • Leerlingen met ASS leggen moeilijk contact met anderen.
  • Leerlingen kunnen minder goed hun emoties reguleren. Hierdoor ontstaan emotionele uitspattingen.
  • Leerlingen kunnen moeilijk andermans intenties inschatten. Dit noemen ze ‘mind reading’’. En hier hoort ook bij dat ze andermans gezichtsuitdrukkingen niet kunnen interpreteren.


Slide 25 - Tekstslide

  • Leerlingen hebben zogenoemde ‘’false beliefs’’ Dit houdt in dat ze bepaalde dingen geloven aannemen die heel anders zitten. Hier komen ze alleen van af wanneer ze hier op gewezen worden
  • Leerlingen kunnen wel sociale regels volgen. Maar alleen wanneer deze aangereikt werden. Wanneer ze spontaan zelf die moeten verzinnen kunnen ze door de mand vallen en hier problemen mee hebben. 

Slide 26 - Tekstslide

Hoe handel je bij leerlingen met ASS?

Slide 27 - Tekstslide

Hoe handel je bij leerlingen met ASS?
  • Geef me de 5 methode
  • TEACCH methode
  • In de praktijk

Slide 28 - Tekstslide

Geef me de 5
  1. WAT is mijn taak bij de opdracht?
  2. HOE voer ik de opdracht uit?
  3. WAAR vindt de opdracht plaats?
  4. WANNEER moet ik de opdracht doen?
  5. WIE is bij de opdracht betrokken?

Slide 29 - Tekstslide

TEACCH methode

Slide 30 - Tekstslide

Treatment and Education of Autistic and Communication Handicapped Children method 
1. Fysieke structuur
2. Consistente roosters
3. Opstellen van verwachtingen
4. Onderhouden van een routine
5. Implementatie van visueel gebaseerde aanwijzingen

Slide 31 - Tekstslide

In de praktijk

Slide 32 - Tekstslide

Duidelijke communicatie
  • Geef me de 5 principe: wie, wat, waar, wanneer en hoe.
  • Geef korte, eenduidige opdrachten.
  • Vermijd figuurlijk taalgebruik.
  • Vraag of je uitleg duidelijk was.

Slide 33 - Tekstslide

Kijk naar de leerling met door een ‘autibril’
  • Oogcontact

  • Overprikkeling.

  • Geef voor de leerling aan wat hoofd en bijzaken zijn.

Slide 34 - Tekstslide

Structuur
  • Geef leerlingen een vaste plek in het lokaal.
  • Duidelijke dagplanning.
  • Zorg bij uitzonderlijke lesdagen voor structuur.

Slide 35 - Tekstslide

Visualiseren

Slide 36 - Tekstslide

Pedagogisch klimaat
  • Leg de klas uit wat autisme inhoud.
  • Hou goed in de gaten of de leerling gepest wordt.

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide