4.3 lezen (les 2)

Leerdoelen 4.3
  • leesstrategie studerend lezen toepassen
  • tekstdoelen herkennen: informeren en amuseren
  • schematische samenvatting en instructie herkennen
  • leespubliek bepalen/vaststellen
  • uitleggend tekstverband herkennen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen 4.3
  • leesstrategie studerend lezen toepassen
  • tekstdoelen herkennen: informeren en amuseren
  • schematische samenvatting en instructie herkennen
  • leespubliek bepalen/vaststellen
  • uitleggend tekstverband herkennen

Slide 1 - Tekstslide

Leesstrategie (p. 22)
De derde leesstrategie: studerend lezen
Doel: De informatie uit de tekst onthouden. 

Wat zijn de twee andere leesstrategieën?
verkennend en nauwkeurig lezen

Slide 2 - Tekstslide

Leesstrategie: studerend lezen
Studerend lezen doe je zo:
- hoofdzaken van elke 
   alinea zoeken
- schematische samenvatting 
   maken
- laat je overhoren of vertel 
   de inhoud aan iemand (controleer zo of je de tekst kent)

Slide 3 - Tekstslide

Wat is volgens jou
een tekstdoel?

Slide 4 - Woordweb

Tekstdoelen
Wat is een tekstdoel?  
Het doel dat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.
Je leert vier tekstdoelen:
- informeren (H4)
- amuseren (H4)
- overtuigen (H5)
- activeren (H5)

Slide 5 - Tekstslide

Tekstdoelen (p. 23)

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeeld van een
informatieve tekst

Slide 7 - Woordweb

Voorbeeld van een
amuserende tekst

Slide 8 - Woordweb

Informeren
Amuseren

Slide 9 - Tekstslide

Instructie
Andere tekstsoort
advertentie
sportverslag
recept
nieuwsbericht
knutselopdracht
interview
handleiding
gebruiksaanwijzing

Slide 10 - Sleepvraag

informatieve tekst
Twee soorten extra aandacht in deze paragraaf:

- schematische samenvatting: de tekst wordt samengevat in een overzichtelijk schema
- instructie: uitleg in stappen hoe je iets moet doen

Slide 11 - Tekstslide

Wat doe je
bij studerend lezen?
A
details noteren
B
alleen inleiding en slot lezen
C
letten op kernzinnen en vetgedrukte woorden
D
globaal lezen

Slide 12 - Quizvraag

Welke tekstvorm hoort bij het tekstdoel amuseren?
A
boekbespreking
B
recept
C
interview
D
verhalenbundel

Slide 13 - Quizvraag

Bij welk tekstdoel hoort
de term 'feit'?
A
informeren
B
amuseren

Slide 14 - Quizvraag

Schrijf een instructie
in 3 stappen hoe je je tas in pakt.

Slide 15 - Open vraag